No. 12875- DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelet op het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 september 1977 (bijlage no. 342); BESLUIT ten aanzien van de hieronder vermelde verzoeken de gevraagde medewerking te verlenen. Volg- Datum waarop het nr. verzoek is ingekomen. Schoolbestuur. Gevraagde medewerking. Toegepast wetsartikel, 17 juni 1977 6 juli 1977 27 mei 1977 Vereniging voor Pro- Aanschaffing van een testants Christelijk speelleerset t.b.v. Basisonderwijs te de Willem Lodewijkschool Leeuwarden. Druifstreek 72, alhier en de Koningin Emma- school, W. Sprenger- straat 77, alhier. Vereniging voor Pro testants Christelijk Basisonderwijs te Leeuwarden. Vereniging voor Pro testants Christelijk kleuter- en basis onderwijs te Wirdum. artikel 72 der Lager- onderwi jswet 1920. Het treffen van voor zieningen ten behoeve van een lichamelijk gehandi capte leerling in de Prins Mauritsschool Brandemeer 1 en 3, alhier. Vernieuwing van: 1leerlingensets klas 1 t/m 3, 2. vier klassebureau's 3» vier tafels, 4. twee stoelen, ten behoeve van de Chris telijk Nationale School, Th. Beekhuisstrjitte 4, Wirdum. artikel 72 der Lager- onderwi jswet 1920. artikel 72 der Lager- onderwi jswet 1920. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Wijzigen van de Verordening op de Noorderbegraafplaats Bijlage no. 343- Leeuwarden, 15 september 1977. Aan de gemeenteraad. Bij raadsbesluit van 9 december 1968 heeft de gemeente de begraafplaats te Huizum overgenomen van de Kerkvoogdij der Nederlands Hervormde Gemeente te Huizum. De financiële afwikkeling van een en ander heeft in de loop van 1969 plaatsgevonden. Zoals wij destijds in ons preadvies inzake de overname hebben gesteld, zullen de verkregen rechten uiteraard moeten worden geëerbiedigd. De gemeente heeft de begraafplaats overgenomen met alle lusten en lasten daaraan verbonden. Een en ander houdt de facto in dat de begraafplaats moet worden beheerd aan de hand van het "Reglement op de inrichting en het gebruik van de Begraafplaats der Nederlands Hervormde Gemeente te Huizum, alsmede op de heffing van Begrafenisrechten", vastgesteld op 21 december 1923, althans voor zover het betreft de naleving van de door de Kerkvoogdij aangegane verplichtingen. De facto is de begraafplaats tot op heden op deze basis beheerd, met dien ver stande, dat voor begravingen, welke daar thans nog plaats vinden, rechten worden geheven overeenkomstig de Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten. Een en ander dient alsnog in de gemeentelijke regelingen te worden opgenomen. Hoewel wij destijds gesteld hebben aan een afzonderlijke verordening voor deze begraafplaats de voorkeur te geven, achten wij dit bij nader inzien niet noodzakelijk. De bestaande "Verordening op de Noorderbegraafplaats te Leeuwarden" kan worden omgezet in een "Verordening op de algemene begraaf plaatsen te Leeuwarden". Deze verordening is dan mede van toepassing op de begraafplaats te Huizum, voor zover zulks niet in strijd is met de verkregen rechten op grond van het eerder genoemde Reglement. Deze garantie is opgenomen in het nieuwe artikel 25. Aangezien op deze begraafplaats de facto geen nieuwe graven meer worden uitge geven, achten wij het gewenst dit ook in de verordening vast te leggen. Daartoe is een nieuw 'artikel 24 ingevoegd. Wij maken van deze gelegenheid tevens gebruik enige wijzigingen van onderge schikte aard voor te stellen: Artikel 5, lid 2. Op grond van de huidige bepaling is het mogelijk het grafrecht telkens met 20 jaar te verlengen. Wij menen, dat het aanbeveling verdient de termijn van verlenging te beperken tot 10 jaar. Het verschuldigde bedrag bij verlenging kan dan naar verhouding lager zijn, terwijl bij een eventuele tweede verlenging met de stijging van de tarieven rekening kan worden gehouden. Artikel 8, lid 2. Het komt steeds vaker voor, dat rechthebbenden vertrekken, terwijl hun woon- of verblijfplaats niet langs de gewone wegen kan worden opgespoord. Dit kan ertoe leiden, dat de jaarlijkse bijdrage in het algemeen onderhoud, als bedoeld in artikel 4 van de Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten niet kan worden ingevorderd. Wij menen, dat dit - naast de in artikel 8, lid 2, reeds genoemde redenen - grond moet kunnen opleveren bet recht vervallen te verklaren. 1 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 382