I
WÊ
2. Bezwaarschrift Buiteveld.
De heer Buiteveld maakt bezwaar tegen het feit dat zijn pand Dorp 14,
14a, 1413 en 14c een woonbestemming en geen zakelijke bestemming heeft
gekregen.
Wij merken hierover op, dat dit pand steeds een woonfunctie heeft gehad.
De gegeven bestemming houdt dan ook geen verslechtering in ten opzichte
van de bestaande toestand. Wij zijn van mening, dat de door reclamant
voorgestelde bestemming ongewenst is, omdat in de oude dorpsstraat
zoveel mogelijk de woonfunctie dient te worden hersteld. Ob deze reden
dient ons inziens dit bezwaar ongegrond te worden verklaard.
3« Bezwaarschrift Steensma B.V.
Steensma B.V., heeft de volgende bezwaren:
a. Het aan de B.V. toebehorende terrein gelegen in het plangebied heeft
zowel de bestemming "kantoren met bijbehorend erf" (K) als "industri
ële en ambachtelijke productiebedrijven" (B) ontvangen, dit in
afwijking van de bestemming "B" welke aan andere industriële bedrijven
binnen het plangebied is gegeven.
b. Op de grond met bestemming "K" mag niet hoger worden gebouwd dan
7 meter.
c. Op de grond met de bestemming "K" mag een dienstwoning van maximaal
500 m3 worden gebouwd in plaats van 600 m3 zoals bij de bestemming "B".
d. De grenslijn tussen de aan de B.V. toebehorende gronden met bestem
mingen "B" en "K" lijkt vrij willekeurig getrokken.
e. Uit de voorschriften van het plan vloeit voort dat bij een bepaalde
bebouwing van het veilingterrein de bebouwingsmogelijkheden van het
terrein van reclamante worden beperkt.
f. Op grond van het plan zal het verboden zijn op het terrein van
reclamante een zelfbedieningsgroothandel te vestigen.
ad a. De gesplitste bestemming is in overleg met reclamante tot stand
gekomen en gebaseerd op bij haar levende plannen inzake kantoren-
bouw. Voorts achten wij de aangegeven scheiding juist, gezien de
situering van het bedrijf in het plangebied; deze bevindt zich
namelijk aan het begin, de entree, van het voormalige dorp; de
aldaar te realiseren bebouwing is dan ook beeldbepalend voor het
geheel. Om deze redenen achten wij een kantoorgebouw van bescheiden
afmetingen op de onderhavige plaats beter dan de ter plaatse
uitgeoefende bedrijfsfunctie met de daarbij behorende opslag.
In dit verband zij opgemerkt, dat op dit gedeelte van het terrein
van Steensma B.V. langs de Huizumerlaan woonbebouwing stond,
welke door reclamante is afgebroken.
ad b. Onder verwijzing naar hetgeen hiervoor onder a is opgemerkt met
betrekking tot de plaats en de afmetingen van een te stichten
kantoorgebouw, zijn wij voorts van mening, dat een maximale hoogte
van 7 meter dient te worden gehandhaafd. Overigens merken wij op,
dat deze hoogte in overleg met reclamante is vastgesteld.