- 5 - ad c. Het verschil in inhoud van de beide categoriën dienstwoningen berust op de gedachte, dat de woning op de gronden met de bestemming "B" vrijstaand zal zijn, terwijl de woning op de grond met bestemming "K" onderdeel zal gaan vormen van het kantoorgebouw. Overigens ontmoet het bij onë geen bezwaar om in het laatste geval een maximale inhoud van 600 m3 toe te staan. ad d. De grenslijn tussen de gronden met bestemming "K" en "B" is geba seerd op door reclamante getoonde schetsplannen tijdens het gevoerde overleg over bouwplannen voor een kantoor. ad e. Het bezwaar van reclamante berust op een onjuiste interpretatie van het begrip "bouwperceel". De definitie van bouwperceel zoals deze is opgenomen in de bebouwingsvoorschriften van het ontwerp plan luidt: "een aaneengesloten stuk grond waarop een zelfstandige bebouwing is toegestaan". Uiteraard wordt hiermee bedoeld dat aaneengesloten stuk grond, waarover degene ten dienste van wie zal worden gebouwd, de beschik king heeft. Het vorenstaande houdt dus in, dat reclamante, zowel als de Coöp. Priesche Tuinbouwveiling, maximaal 60% mag bebouwen van het opper vlak van het bouwperceel, waarover ieder voor zich de beschikking heeft en waarop een zelfstandige bebouwing is toegestaan. Hieruit blijkt dus dat de Coöp. Veiling door zijn bebouwing Steensma B.V. niet in de mogelijkheden kan beperken. Het omgekeerde kan zich derhalve ook niet voordoen. Overigens vermelden wij hier, dat de in dit plan gehanteerde methodiek gelijk is aan die van de overige bestemmingsplannen. Het ten onrechte meerekenen van grond waarover men niet de beschikking heeft is voorts verboden op grond van artikel 26 van de bebouwingsvoorschriften (z.g. "dubbeltelbepaling" ad f. De mogelijkheid tot vestiging van nieuwe detailhandelsbedrijven in deze omgeving dient te worden afgewezen. De reden hiertoe is, dat - gezien de aanwezigheid van het winkelapparaat in de Schrans en van de Miro - naar onze mening hieraan geen behoefte bestaat; tevens zijn wij van mening, dat hiervan een verkeersaantrekkende invloed zou uitgaan, hetgeen de woonfunctie kan aantasten. Met betrekking tot de mogelijkheid tot het vestigen van een zelfbedieningsgroothandel merken wij op, dat de praktijk nu reeds is, dat afnemers van Steensma B.V. hun producten rechtstreeks bij de fabriek afhalen. Tevens is de veiling in wezen ook een zelfbedieningsgroothandelomdat de cliënten rechtstreeks de producten kopen en meenemen. Gelet hierop zijn wij tot de conclusie gekomen, dat er geen bezwaar tegen is in de voorschriften van het plan de mogelijkheidop te nemen dat ons college vrijstelling kan verlenen van het in artikel 12, lid 1a gestelde verbod, tot het oprichten van bouwwerken ten behoeve van een zelfbedienings groothandel, mits deze handel plaats vindt in het kader van de voor het gebied aangegeven bestemming. Resumerende menen wij dan ook dat: 1e. de door reclamante ingediende bezwaren ad c en f (voor wat betreft het deel dat betrekking heeft op zelfbedieningsgroot handel) gegrond zijn en de artikelen 16, lid 1c en 12 in de hiervoor aangegeven zin respectievelijk kunnen worden aangepast en aangevuld; 2e. de overige bezwaren ongegrond zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 394