- 6 -
Artikel 28.
Markthandel in exportvee wordt, met uitsluiting van iedere andere plaats, ge
dreven op de exportmarktplaats.
Artikel 29.
Burgemeester en Wethouders "bepalen, dat op de daarvoor "bestemde dag geen markt
handel in exportvee zal worden gedreven, wanneer het veemarktterrein blijkens
aan hun gedane mededeling van de inspecteur ligt in het gebied, dat niet in de
zin van de richtlijn vrij is van epidemische veeziekten.
Artikel 30.
1. Op de exportveemarktdag mag exportvee tot de exportveemarktplaats slechts
worden toegelaten nadat deze marktplaats naar het oordeel van de inspecteur
tevoren grondig is gereinigd en ontsmet.
2. Burgemeester en wethouders stellen de tijd vast waarbinnen exportvee tot het
veemarktterrein en tot de marktplaats wordt toegelaten, alsmede de tijd
waarbinnen exportveemarkt wordt gehouden.
Artikel 31.
De bestuurder van een voertuig, waarmee op de exportveemarktdag exportvee naar
het veemarktterrein wordt gebracht, is verplicht bij de ingang van het veemarkt
terrein en/of bij de los- en laadplaatsen voor exportvee, zoals die op de bij
deze verordening behorende kaart is, resp. zijn aangegeven, aan de daarvoor
aangewezen ambtenaar met schriftelijke bescheiden aan te tonen, dat het voertuig
onmiddellijk voor het inladen van het exportvee op de voorgeschreven wijze is
gereinigd en ontsmet.
Artikel 32.
1. De eigenaar, de houder en de hoeder van exportvee, dat op de exportveemarkt
wordt aangevoerd, zijn verplicht te zorgen, dat aan de hand van bescheiden
wordt aangetoond, dat dit vee voldoet aan de in de richtlijn ter zake gestelde
eisen.
2. De inspecteur of diens vertegenwoordiger bepaalt met inachtneming van de voor
uitvoer van exportvee bestaande voorschriften aan de hand van de uitslag van
de keuring en van het gehouden onderzoek van de in het eerste lid bedoelde
bescheiden of het vee tot de exportmarkt wordt toegelaten.
3. Het is verboden op de exportveemarkt vee op de exportveemarktplaats te brengen
of te houden, dat niet aan een keuring is onderworpen geweest en dat niet is
toegelaten.
Artikel 33.
1. Het is verboden exportvee op een ander gedeelte van het veemarktterrein te
laden en te lossen dan op de voor de verschillende diersoorten hieronder en
op de bij deze verordening behorende kaart aangegeven gedeelten van het voor
terrein.
2. Het is verboden op het veemarktterrein exportvee van onderscheidenlijk naar
de voor dit vee bestemde los- en laadplaatsen te verplaatsen anders dan naar
onderscheidenlijk van de exportveemarktplaats.
Dit verbod betreft niet het verplaatsen van exportvee van de openbare weg
naar eerdergenoemde los- en laadplaatsen en omgekeerd.
Artikel 34.
Op het veemarktterrein dient het exportvee afgezonderd van ander vee en geschei
den naar fok- en gebruiksdieren enerzijds en slachtdieren anderzijds te worden
gelost, verplaatst, opgesteld en geladen.
Artikel 35.
Het is verboden exportvee op een ander gedeelte van het veemarktterrein ten
behoeve van de verkoop op te stellen dan op de voor de verschillende diersoorten
door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen gedeelten van de exportveemarkt
plaats.
Artikel 36.
1. De exportveemarkt staat onder toezicht van de inspecteur.
2. Een ieder die het aangaat is verplicht zijn voorschriften en aanwijzingen
op te volgen.
Paragraaf 3. Slotbepalingen.
Artikel 37.
1. Op het veemarktterrein dient een ieder zich te gedragen naar de door of
namens de directeur of door een ambtenaar van politie gegeven aanwijzingen
en bevelen.
2. De directeur, degene die de directeur op het veemarktterrein vervangt of een
ambtenaar van politie kan personen, die aldaar niet noodzakelijk aanwezig
behoeven te zijn of van wie gevreesd wordt, dat zij de orde. zouden kunnen
verstoren, de toegang tot het veemarktterrein weigeren.
3. Een ieder op het veemarktterrein:
a. die de orde verstoort;
b. van wie gevreesd wordt, dat hij de orde zou kunnen verstoren;
c. die zich niet gedraagt naar de door of namens de directeur of door een
ambtenaar van politie gegeven aanwijzingen en bevelen;
d. die niet noodzakelijk aanwezig behoeft te zijn;
is verplicht op eerste bevel van de directeur, van degene die de directeur
op het veemarktterrein vervangt of van een ambtenaar van politie zich on
middellijk van dat terrein te verwijderen.
4. De handhaving van de bepalingen van deze verordening en de opsporing van de
overtredingen daarvan worden opgedragen aan de ambtenaren van gemeentepolitie
aan de door Burgemeester en Wethouders aangewezen ambtenaren van het Markt-,
Haven- en Slachthuisbedrijf en aan de ambtenaren van de Algemene Inspectie
dienst.
Artikel 38.
1. Overtreding of niet nakoming van een der bepalingen van de artikelen 8, 9, 10
12, 22, 1e lid, 33» 1e lid en 35 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste
6 maanden of geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden.
2. Overtreding of niet nakoming van een van de overige bepalingen wordt gestraft
met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste
driehonderd gulden.