Oprichting CIVOB f- w r-'i t vt Bijlage no. 220. Leeuwarden, 26 mei 1977. Aan de gemeenteraad. De "besturen van het Instituut voor Bestuurswetenschappen, de Stichting Samenwerking Bestuursscholen, de Nederlandse Vereniging van Gemeentebelangen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten hebben het plan opgevat hun activiteiten op het terrein van de vorming en opleiding van gemeente- en provinciale ambtenaren te bundelen. Gekozen is voor een gemeenschappelijke regeling, aan te gaan tussen de staten van de provincies, de raden van de gemeenten en de algemene besturen van de bestuursscholen, waarbij een Centraal Instituut Vorming en Opleiding Bestuursdienst (CIVOB) in het leven wordt geroepen. De plannen zijn reeds in juni 1976 ter kennis van o.a. de gemeente besturen gebracht. Tijdens een voorlichtingsbijeenkomst op 25 augustus 1976 zijn de plannen nader toegelicht. Met de kern van de voorstellen, t.w. de oprichting van een centraal instituut voor vorming en opleiding van ge meente- en provinciale ambtenaren, werd in ruime mate instemming betuigd. Met betrekking tot de uitwerking kwam op verschillende punten kritiek naar voren. Naar aanleiding van de gemaakte op- en aanmerkingen hebben eerder genoemde besturen hun aanvankelijke voorstel op een aantal punten gewijzigd. Het definitieve voorstel is op 15 februari 1977 aangeboden aan o.a. de gemeentebesturen. Het CIVOB heeft ten doel, in samenwerking met de bestuursscholen, het bevorderen en in uitzonderingsgevallen verzorgen van de opleiding en vorming ten behoeve van het openbaar bestuur van de lagere publiekrechtelijke lichamen. Als organen kent het CIVOB een ledenraad, een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. In de ledenraad heeft elke deelnemer één vertegenwoordigerVan het algemeen bestuur maken o.a. deel uit zeven leden, aan te wijzen door het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, van wie zes bestuurder van of ambtenaar in dienst van een deel nemende gemeente moeten zijn. In het dagelijks bestuur moeten tenminste drie vertegenwoordigers van de gemeenten zitting hebben. De voorzitter wordt gekozen door de ledenraad. Zowel in de ledenraad, het algemeen bestuur als het dagelijks bestuur zijn de centrales van overheidspersoneel ver tegenwoordigd. De middelen van het CIVOB worden gevormd door o.a. bijdragen van de deelnemers. Bij de financiële opzet is er van uitgegaan dat in elk geval in het eerste jaar de kosten voor de deelnemers niet hoger zullen zijn dan het bedrag dat zij thans betalen aan jaarlijkse bijdrage aan het Instituut voor Bestuurswetenschappen en contributie voor de Nederlandse Vereniging van Gemeentebelangen. De kostenontwikkeling in de toekomst zal uiteraard mede afhangen van de ontwikkeling van de activiteiten, doch daarbij hebben de deelnemers zelf een doorslaggevende stem. Bij brief van 15 september 1976 hebben de ambtenarenbonden zich tot o.a. de gemeenteraden gewend. Daarbij stelden zij bij de ontwikkeling van de plannen niet betrokken te zijn geweest en bij wijze van voorlopig standpunt een aantal bezwaren tegen de voorgestelde opzet te hebben. Op 25 oktober 1976 nam U deze brief voor kennisgeving aan, met dien verstande dat toegezegd werd dat na ontvangst van de definitieve voorstellen het definitieve standpunt van de bonden mede in de overwegingen zou worden betrokken bij de vraag of de gemeente al dan niet zal toetreden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 86