- 2 -
f. realiseren van "beroepsmatig jongerenwerk tob.v. werkende jongeren
door de Stichting "Krats";
g. aanstellen ambulant functionaris voor het vrijwillig jeugd- en
j ongerenwerk
Uit circulaires van en persoonlijke gesprekken met ambtenaren van
het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Merk is ons
gebleken, dat de groeikernen en het stadsvernieuwingsbeleid in eerste
instantie aanspraak kunnen maken op de ter beschikking staande financiële
ruimte. Dit impliceert, dat de gemeente Leeuwarden voor het realiseren
van de onder a t/m g genoemde voorzieningen niet mag rekenen op een uit
breiding van het rijkssubsidievolume. Realisering van deze voorzieningen
moet geschieden binnen het voor 1977 toegestane accres van 8$.dan wel door
een eventuele herschikking van middelen en mankracht tot stand worden
gebracht
Gesteld kan worden, dat het gemeentelijk beleid gericht is op de educatieve
sociale, creatieve en recreatieve ontplooiing van jeugdigen en jongeren,
waarbij zoveel mogelijk zal worden gelet op geografische spreiding van de
voorzieningen en het voorkomen van doublures zowel in aktiviteiten als
in de bereikte doelgroep.
Met de conclusies van de commissie kunnen wij ons in grote lijnen verenigen
Met betrekking tot de door de commissie gedane aanbevelingen merken wij
het volgende óp.
In de aanbevelingen zijn een aantal wensen verwerkt, terzake waarvan door
de gemeenteraad nog geen beslissingen zijn genomen.
Deze wensen luiden als volgt:
1. aanstellen van een beroepskracht voor tienerwerk bij het jeugdcentrum
Tt Vliet;
2. het aanbrengen van isolatie tussen de verdiepingen en de lokalen in
het jeugdcentrum 't Vliet;
3. huren van ruimten elders voor het onderbrengen van de administratie
van t Vliet;
4. .het aanbrengen van isolatie in het jeugdcentrum "Hippopotamus".
Vervolgens gaan wij nader in op de door de commissie gedane aanbe
velingen van herschikken en tevens op de reactie van de instellingen
daarop.
Stichting 'Jeugdhaven.
Met de commissie zijn wij van mening, dat het aantal formatieplaat
sen kan worden teruggebracht van 3 "tot 2.
Mij baseren deze mening op de volgende feiten:
1. Er wordt veel gewerkt met zelf-programmerende groepen, die relatief
weinig aandacht vragen van de leiding.
2. Hoewel wij zeer positief staan tegenover het besluit, dat het onder
havige jeugdcentrum alcohol-vrij moet blijven, betekent dit helaas
wel, dat slechts weinig jongeren aan de aktiviteiten van dit centrum
deel willen nemen. Het aantal jongeren is dermate klein, dat twee
beroepskrachten voldoende zijn om deze jongeren te begeleiden.
3. Ook gelet op de ruimtelijke mogelijkheden van de akkommodatie is
een personeelsbestand van 2 beroepskrachten naar onze mening alleszins
verantwoord.
4. Overigens is gedurende de laatste jaren feitelijk reeds gewerkt mot
twee beroepskrachten, omdat nagenoeg permanent een vacature bestond.
- 3 -
Stichting Ruiterskwartier.
Hoewel wij begrip hebben voor de kritiek van het bestuur van ...deze-
Stichting m.b.t. het ontbreken van duidelijke kriteria, menen wij zoals
hierboven reeds is gesteld,-gelet op de samenstelling en de werkwijze van
de commissie, dat ook t.a.v, dit centrum gestreefd is naar een zo objectief
mogelijke benadering. -
De stelling, dat het onderzoek van de commissie heeft plaatsgevonden in een
voor het centrum zeer ongunstige periode, is ten dele juist. Gedurende
de laatste 2 jaren is bij dit centrum voortdurend sprake geweest van een
verbouwsituatie
Helaas moeten wij met de. commissie constateren, dat de respons vanuit de
gekozen doelgroep (scholieren en studenten) slechts zeer gering is geweest.
Het is ons gebleken, dat ook binnen dé stichting deze conclusie werd ge
trokken. Een en ander resulteerde-in een herbezinning en de uiteindelijke
vorming van een nieuw bestuur medio 1'975»
Mij erkennen, dat onder het nieuwe bestuur de aktiviteiten van het jeugd
centrum zijn toegenomen.
Mij vragen ons echter wel af in hoeverre bij een groot deel van de nieuwe
aktiviteiten kan wordengesproken van specifiek jeugd- en jongerenwerk.
Mij denken hierbij o.m. aan de cursussen jazz-ballet en dramatische vorming,
welke ook reeds gedurende'langere tijd door de Stichting Kreativiteits-
centrum worden georganiseerd.
Overigens vertoont de gekozen doelgroep, alsmede de andere aktiviteiten op
tal van punten overlappingen met de andere binnenstadscentra. Mede gelet
op het vorenstaande kunnen wij ons derhalve met do aanbevelingen van de
commissie t.a.v. dit centrum verenigen.
Mij stellen IJ voor de subsidiëring van hot centrum voor scholieren en
jongeren "Araloe" te beëindigen, teneinde op die wijze andero door Uw Raad
aangegeven prioriteiten te kunnen vervullen.
Stichting Hippopotamus ïïnltd.
Dit centrum voorziet in- de opvang van door de commissie genoemde-
alternatieve jongeren of zoais door de stichting genoemd non-conformistische
jongeren.
De commissie is van mening, dat gelet op het aangeboden aktiviteitenpakket
niet gesproken kan worden van een sociaal-kulturele voorziening, maar dat
dit centrum meer het karakter draagt van een jongeroncafé.
Met betrekking tot hot door het stichtingsbestuur gestelde, dat in het
centrum vele taakgerichte groepen zouden functioneren in werkverbanden mét
rond 40 vrijwilligers, terwijl.daarnaast--aan veel-cursussen"en workshops
kan worden deelgenomen, hebben wij enige twijfel.
Met de- eommissie zijn wij van mening, dat het alctiviteitenaanbod in hoofd
zaak een passief/consumptief karakter draagt.
Teneinde meer aandacht te kunnen schenken aan aktiviteiten voor direct
uitvoerend werk d.w.z. sociaal kulturele aktiviteiten met groepen van
minstens 15 deelnemers zal op den duur een derde beroepskracht, welke
ervaring heeft met groepsgericht werk, noodzakelijk zijn.
Het probleem van de geluidshinder vanuit dit centrum, zullen'wij t.z.t.
bij apart voorstel aan U voorleggen.. Mei willen wij stellen, dat indien
het accent van de aktiviteiten in het centrum verlegd zou kunnen worden van
passief (zoals b.v. mechanische en life—muziek) naar aktief veel van de
problemen, die zich nu voordoen, zouden kunnen worden voorkomen.
Resumerend kan gesteld worden, dat in het kader van een evenwichtige sprei
ding van welzijnsvoorzieningen Hippopotamus in een behoefte voorziet, doch
dat het aktiviteiten-programma de bezoekers meer aktief zal moeten betrekken
bij het werk. Indien het bestuur erin slaagt deze accent-verschuiving te
bewerkstelligen, achten wij de aanstelling van een derde beroepskracht zin
vol. Binnen het huidige functioneren van het centrum heeft een dergelijke
kracht echter geen hoge prioriteit. Zoals in de reactie van de stichting
wordt opgemerkt, bestaat er een goede kans, dat alsnog van rijkswege mid
delen beschikbaar worden gesteld voor do aanstelling van een concierge/be-
heerder. Deze prioriteit kan voorshands vervallen»