Stichting 't Yliet. Met de conclusies en aanbevelingen t.a.v. dit centrum, kunnen wij ons verenigen. Teneinde misverstanden te voorkomen, willen- wij duidelijk stellen, dat de Stichting 't Vliet, ondanks de ligging van de aldcommodatiedoor ons niet wordt gezien als een centrum-voorziening. Mede gelet op de historische- banden en de door dit centrum benaderde doelgroep zijn wij van mening, dat de jeugd van 6-12 jaar, afkomstig uit het Molenpad e.o., Welgelegen, de Zeeheldenbuurt en de Indische Buurt tot het werkterrein van 't Vliet behoort. De Stichting Sociaal Kultureel Werk voor de Jeugd in Leeuwarden dient derhalve,ter voorkoming van doublures haar aktiviteiten op de andere wijken te richten. Het centrum beschikt thans over een viertal reguliere beroepskrachten en een bij het centrum ondergebrachte out-reaching worker. In de praktijk blijkt deze laatste functionaris in belangrijke mate bij het werk van deze s-tichting te zijn ingeschakeld. Hoewel vrij grote waardering hebben voor de effectieve wijze waaróp het sociaal kultureel werk binnen dit centrum gestalte wordt gegeven, zijn vrij van oordeel, gelet op nog bestaande witte vlekken in het sociaal kultureel voorzieningenpatroon van onze gemeente, dat uitbreiding van het aantal beroepskrachten en isolatie van do akkommodatic niet de hoogste prioriteit hebben. Stichting "Krats". - Naar het ons .'voorkomt, bestaat er in onze gemeente een duidelijke behoefte aan sociaal kultureel werk voor werkende - en werkloze jongeren. Wij kunnen ons derhalve verenigen met de conclusies en aanbevelingen van de commissie op dit punt, te vreten hetrealiseren van een centrum voor deze doelgroep in de huidige akkommodatie van de Stichting Ruiterskwartier. Wij menen, dat deze Stichting, mede gelet op de mogelijkheden die deze akkommodatie biedt, zal moeten starten' met tvree beroepskrachten. Do reactie van de Stichting "Krats" geeft ons overigens geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Stichting Sociaal Kultureel Werk voor de Jeugd in Leeuwarden. Deze Stichting houdt zich in hoofdzaak bezig met het aktivoren, stimuleren en coördineren van het sociaal kultureel werk in do wijken van onze gemeente. Naast het exploiteren van- een drietal werkeenheden, Sinneljocht, Wielenpolle en Nijl&n, wordt het vrijwillig jeugdwerk vanuit deze stichting begeleid. De stichting kan voor de uitoefening van deze taken beschikken over vijf beroepskrachten. Vier van deze beroeps krachten zijn tot nu. toe rechtstreeks verbonden aan de drie werkeenheden. De vijfde treedt op als coördinator. Regelmatig worden de beroeps krachten bij vrijwilligersprojecten ingeschakeld, V/ij constateren, dat de beroepskrachten fungeren als een continue factor binnen het sociaal kultureel werk in de wijken. Uit dien hoofde zou er voor moeten wórden gepleit alle wijken te voorzien van beroepsmatige begeleiding. Gelet op onze -financiële middelen is hét echter zeer onwaarschijnlijk, dat in de toekomst iedere wijk van een werkeenheid zou kunnen worden voorzien. Om toch de continuïteit van het sociaal kultureel. werk binnen de wijken te waarborgen zijn wij van oordeel, dat naast het aanstellen van.een ambulant functionaris een herverdeling van taken van de beroepskrachten is vereist. Nog meer dan voorheen zal het sociaal kultureel werk in de wijken gestalte moeten krijgen door het inschakelen van vrijwilligers onder beroepsmatige begeleiding. V/ij kunnen ons derhalve zeer wel vinden in de door de commissie gedane aanbeveling om middelen ter"beschikking te stellen voor de niet-personele lasten van de werkeenheid Schioringen, waardoor het mogelijk zal zijn na het gereedkomen van een akkommodatie met het werk in deze wijk te starten. Hoewel niet in het verslag van de commissie genoemd, willen wij op deze plaats ook aandacht schenken aan do aanstelling van een ambulant functio naris t.b.v. het speeltuinwerk. De gezamenlijke speeltuinverenigingen aangesloten bij de Speeltuincentrale Leeuwarden e.o. zijn t.b.v. de aanstelling van do ambulant functionaris ondergebracht in een aparte werkeenheid van de Stichting Sociaal Kultureel V/erk voor de Jeugd in Leeuwarden. - Middels het vaststellen van de gemeentebegroting 1977 is Uw Raad reeds akkoord gegaan met de aanstelling van dez.e functionaris op grond van de Rijkssubsidieregeling Jeugd- en Jongerenwerk. In de begroting zijn-echter - geen middelen voor deze functionaris opgenomen. Gelet op de grote waarde, die wij toekennen aan het beroepsmatig begeleiden van het vrijwilligers- werk in al zijn facetten, kennen wij aan het aanstellen van deze functio naris een hoge prioriteit toe. Onder verwijzing naar de in dit voorstel opgenomen prioriteitsstelling kan, rekening houdende met de vrijkomende financiële middelen, een halve formatieplaats worden gehonoreerd. Vormen van overleg en samenwerking. Uit het verslag van de commissie blijkt, dat grote waarde wordt gehecht aan een betere coördinatie tussen de instellingen voor jeugd- en jongeren werk. ¥ij delen deze mening. V/ij vragen'ons -af in hoeverre het mogelijk is te komen tot oen federatief samenwerkingsverband voor jeugd- en jongerenwerk, waarin de huidige stich tingen als zelfstandige eenheden met behoud, van de eigen Identiteit zouden kunnen functioneren. Vanuit het oogpunt van coördinatie en spreiding, zien wij in een dergelijke opzet grote voordelen. V/ij geven U in overweging de besturen van de instellingen voor beroeps matig jeugd- en jongerenwerk te verzoeken in gezamenlijk overleg vóór 1 september '1977 niet concrete voorstellen terzake te komen. Nadere prioriteitsstelling. Rekening houdende met de door de commissie gegeven prioriteitsstel ling, do reacties van de instellingen en gelet op hetgeen door ons is opgemerkt, geven wij U in overweging bij de herverdeling van middelen.en mankracht de volgende prioriteiten te hanteren. 1Het aanstellen van een ambulant functionaris voor de begeleiding van sociaal kulturele aktiviteiten in de wijken bij de Stichting Sociaal Kultureel V/erk voer de Jeugd in Leeuwarden. 2. Het realiseren van de werkeenheid Schioringen (excl. personeelslasten).

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 113