Ho. 2183.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 10 februari
1977 (bijlage no. 75),
BESLUIT
medewerking te verlenen aan dé ontbinding van de bij zijn besluit van
31 mei 1970s no. 7294j tussen de gemeente en Van Zanten Vastgoed B.V.,
gevestigd te Amsterdam, gesloten overeenkomst met betrekking tot de
verkoop van een in het "Industriegebied Schenkenschans" aan de zuid
zijde van de Kelvinstraat gelegen perceel industrieterrein ter grootte
van plm. 3=869 m2, voor een prijs van. 100.594»(géén B.T.W. ver
schuldigd), zulks onder voorwaarde, dat genoemde B.V. aan de gemeente
over de koopsom een rente vergoedt van 9*5" °/a per jaar, gerekend over
de periode van 15 september 1976 tot de datum, waarop dit raadsbesluit
de goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Friesland heeft verkregen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter,
Secretaris.
Vaststellen exploitatiekostenbedrag ex art. 55bis der Lager-onderwijswet
1920 voor het openbaar gewoon lager onderwijs voor 1977.
Bijlage no. 76. Leeuwarden, 10 februari 1977.
4.. 1
Aan de gemeenteraad.
Ingevolge artikel 556is, eerste lid, van de Lager-onderwijswet 1920
moet de Gemeenteraad vóór 1 maart van elk jaar het bedrag vaststellen,
dat per leerling van de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs
beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de kosten, bedoeld in
artikel 55» onder e tot en met h, p en r, van genoemde wet, alsmede van
die van instandhouding. Dit bedrag vormt de grondslag voor de exploitatie
kostenvergoedingen aan de bijzondere scholen van dezelfde soort.
De kosten van het openbaar onderwijs voor 1977 zijn opgenomen in
bijgevoegd overzicht. De cijfers zijn ontleend aan de gemeentebegroting
voor 1977. Indien mocht' blijken, dat de geschatte loon- en/of prijsstijgingen
meer dan thans verwacht zouden bedragen of wanneer andere omstandigheden
daartoe aanleiding geven dan zullen wij U t.z.t. een voorstel doen tot
herziening. Uit het bij de stukken gevoegd schrijven van de Schoolraad
voor het openbaar gewoon lager onderwijs blijkt, dat deze teleurgesteld
is over de z.i. onvoldoende verhoging van het leermiddelenbedrag. Niet
geheel juist is de opmerking, dat de afstand tussen het voorgestelde
leermiddelenbedrag en het normbedrag van de Inspecties wordt vergroot.
Overigens zijn wij bereid, in de loop van 1977 te onderzoeken of aanleiding
bestaat tot een verdere verhoging en/of overgegaan moet worden tot een
ander systeem, zoals de Schoolraad suggereert. De Minister van Onderwijs
en Wetenschappen heeft hls minimumbfedrag voor de bestrijding van admini
stratiekosten voor het bijzonder onderwijs voor 1977 f 30»per leerling
vastgesteld.
Uit bijgevoegd overzicht blijkt, dat voor 1977 het beschikbaar
gestelde bedrag voor het openbaar onderwijs zal belopen 1.546.915 5
3.950 is 391»64» voor het bijzonder onderwijs te vermeerderen
met 30»voor administratiekosten, is totaal 421,64.
Ingevolge het bepaalde in artikel 103, vijfde lid, van de Lager-
onderwi jswet 1920 verlenen Burgemeester en Wethouders op verzoek van de
schoolbesturen en onder voldoende borgstelling een voorschot op de hun
toekomende exploitatievergoeding ter grootte van het per leerling beschik
baar gestelde bedrag, 'berekend over hot gemiddeld aantal leerlingen over
het afgelopen jaar, zo nodig vermeerderd mot de verschuldigde onroerend
goedbelasting, erfpacht, etc.
Onder mededeling, dat de Raadscommissie voor het Onderwijs zich
met dit voorstel kan verenigen geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig het hierna opgenomen ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester,
W.J.G. Reumer
Secretaris,
loco