B.
'O
tev
'No. 2T87.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 10 februari
1977 (bijlage no. 79);
BESLUIT;
I. van D. Stienstra en C. Stienstra, beiden wonende te Leeuwarden, Wij-
laarderburen 11, aan te kopen;
a). de boerenhuizinge met bijgebouwen en erf, plaatselijk-bekénd
Wijlaarderbüren 11, en bijgelegen weiland, kadastraal bekend
gemeente Leeuwarden, sectie K, nummer 152, groot 1.46.55 Na;
b). het perceel weiland, kadastraal bekend gemeente en sectie alsvo-
ren, nummer 257, groot 1.51.70 ha;
welke percelen op de bij dit besluit behorende tekening met een rode kleur
zijn aangegeven, voor een prijs van in totaal 152.931,en voorts
onder de volgende bedingen;
1. het gekochte wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin
aanwezig is, voorzóver door de wet als onroerend aangemerkt worden
de, en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden, lusten, lasten
en daaraan verbonden rechten, doch vrij van huur, pacht en hypotheek;
2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van
overdracht
5. verkopers verplichten zich om de door hen bewoonde boerenhuizinge
op de dag van het verlijden van de akte van overdracht geheel ont-
rtiimd op te leveren;
4. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen,
welke van het gekochte worden geheven, voor rekening van de gemeen
te Leeuwarden;
5. ter vervanging van de door de gemeente Leeuwarden van verkopers ge
kochte en door verkopers bewoonde boerenhuizinge, staande op het
perceel kadasternummer 152; mag door en op kosten van verkopers op
een door de gemeente Leeuwarden aan te wijzen gedeelte ter grootte
van 400 centiare van het gekochte perceel kadasternummer 152 een
noodwoning worden geplaatst;
6. de aard en de constructie van de onder 5 bedoelde noodwoning be
hoeven de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders van de gemeente
Leeuwarden;
7. de verkopers mogen het onder 5 bedoelde perceelsgedeelte ter grootte
van 400 centiare om niet gebruiken de door hen hierop gopl&atote
noodwoning bewonen voor onbepaalde tijd, welk recht eindigt bij de
dood van de langstlevende of zoveel eerder als de bedoelde nood
woning om andere redenen vrijwillig wordt verlaten;
8. binnen 5 maanden na d datum van beëindiging van de bewoning van de
bedoelde noodwoning dient deze door en op kosten van verkopers,
c.q. hun wettige erfgenamen, te worden afgebroken en geheel van hat
ingobruik gegeven peroeolsgo te wordea verwijderd;
9. bij het niet-voldoen aan het onder 8 gestelde gaat do noodwoning on
al hetgeen zich daarin bevindt, alsmede al hetgeen zich bevindt
op en in het door de gemeente Leeuwarden in gebruik gegeven, onder