Vaststellen exploitatiekostenbedragen ex artt. 186, 1e lid en 189, 5e lid,
van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967 voor het openbaar en bijzonder
buitengewoon onderwijs en toekennen voorschotten aan bijzondere scholen,
alles voor 1977.
Bijlage no. 82. Leeuwarden, 10 februari 1977.
Aan de gemeenteraad.
Ingevolge artikel 186, eerste lid, van het Besluit buitengewoon onderwijs
1967 moet de Gemeenteraad vóór 1 maart van elk jaar vaststellen het bedrag,
dat per leerling van elke soort van de in dit Besluit genoemde en in de -
gemeente bestaande openbare scholen en daarmee gelijk te stellen afdelingen
in dat jaar beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de kosten, bedoeld
in artikel 55? onder e tot en met h en r van de Lager-onderwijswet 1920,
van die van de oudercommissies en van die van instandhouding. Dit bedrag
vormt tevens de grondslag van de exploitatievergoeding aan de bijzondere
scholen en afdelingen van dezelfde soort.
De kosten van het openbaar buitengewoon onderwijs voor 1977 zijn opge
nomen in bijgevoegde specificaties, waarvan de cijfers ontleend zijn aan de
gemeentebegroting. De in die begroting opgenomen bedragen voor leermiddelen,
schoolbehoeftenj schoolbibliotheek, e.d, voor de Arendstuinschool en voor de
Euterpeschool blijken te laag te zijn geraamd. Overeenkomstig het advies van
de Inspecteur van het buitengewoon lager onderwijs stellen wij voor deze
leermiddelenbedragen per leerling vast te stellen voor de Arendstuinschool
op 120,voor de kernafdeling, op 240,voor de afdeling voor voort
gezet buitengewoon onderwijs en op 140»voor de afdeling voor imbeciele
kinderen, en voor de Euterpeschool op 120,voor de lcemafdeling, op 155»
voor de afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs en op 140,voor
de afdeling voor onaangepaste kleuters.
Indien mocht blijken, dat de geschatte loon- en prijsstijgingen hoger dan
thans vervracht mochten uitvallen of wanneer andere omstandigheden daartoe
aanleiding geven, dan zullen wij U voorstellen tot herziening van de voor
gestelde bedragen over te gaan. De Minister van Onderwijs en l/etenschappen
heeft voor het bijzonder onderwijs als minimumbedrag voor bestrijding van de
administratiekosten voor 1977 f 60,per leerling vastgesteld.
Overeenkomstig de daarvoor aangegeven richtlijnen worden voorts, evenals
vorig jaar, aan het bestuur van de Stichting voor chr. b.l.o., wat betreft
de Da Costaschool, afzonderlijk vergoed de kosten van een concierge en een
(part-time) administratieve kracht. Om die reden worden deze kosten wat
betreft de Arendstuinschool dan ook niet opgenomen in het terzake vast te
stellen exploitatiekostenbedrag.
Met inachtneming van het vorenstaande en op grond van de thans bekende
in die overzichten opgenomen gegevens dienen de voor 1977 per leerling
beschikbaar te stellen bedragen te worden bepaald overeenkomstig die,
vermeld in bijgaand ontwerp-besluit
Aangezien in onze gemeente geen openbare scholen voor ziekelijke
kinderen, voor schipperskinderen en voor imbeciele kinderen zijn gevestigd,
maar wel bijzondere scholen van deze soort, welke vallen onder de bepalingen
van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967» moet de exploitatievergoeding
voor deze scholen, met toepassing van artikel 189, 5e lid, \rarden berekend
naar het bedrag per leerling, dat voldoende moet worden geacht voor de
redelijke behoeften van in normale omstandigheden verkerende scholen.
Voor de scholen voor ziekelijke kinderen, de z.g.n. Buitenschool,
is evenals vorige jaren, weer een splitsing gemaakt in "onderwijskosten"
en in "verzorgingskosten"
Thans wordt voorgesteld alleen het onderwijsgedeelte te behandelen, zulks
overeenkomstig de bepalingen van genoemd Besluit. Voor dat "onderwijsgedeelte"
ware voorshands uit te gaan van 1.960,per leerling.