6, 'o Instandhouden klas voor woonwagenkinderen. Bijlage no. 83 Leeuwarden, 10 februari 1977. Aan de Gemeenteraad. Op 1 april 1952 is begonnen met een klas voor woonwagenkinderen in een leegstaand lokaal van gemeenteschool no. 25 (thans genoemd Aebingaschool) aan de Huizumerlaan 148. Met ingang van 22 april 1952 werd deze klas over gebracht naar een zaaltje in het woonwagenkamp zelf. Het aantal leerlingen heeft in de loop der jaren nogal gewisseld. Enkele perioden waren twee leerkrachten werkzaam in deze klas. Toen het hoofd van de Aebingaschool werd overgeplaatst naar de nieuwe school in Aldlan-west hebben wij gezien de ervaringen van dit hoofd met deze leerlingen en het toen al verwachte teruglopen van het aantal leer lingen, de klas met ingang van 1 augustus 1975 verbonden aan laatst genoemde school. Voldeed het gemiddeld aantal leerlingen van de klas steeds aan het minimaal vereiste van 10, over 1-976 is dit-gedaald tot 9s5» In te eerste maanden van 1976 was het aantal leerlingen 12 of 1'3, na de. zomervakantie heeft het voortdurend 5 bedragen. Op 23 december 1976 hebben wij de Minister van Onderwijs en Wetenschap pen gevraagd om ontheffing van de eis van een minimum-aantal van 10 leer lingen; In zijn bij dë stukken gevoegde brief van 24 januari 1977 heeft hij ons doen weten, dat zulks' wettelijk niet mogelijk is. Wel geeft hij in over weging de klas per 1 januari 1977 °p te heffen en met ingang van dezelfde datum deze opnieuw in het leven te roepen. Mocht na 2 a 3 maanden blijken, dat ook dan het minimum-aantal leerlingen van 10 niet wordt bereikt, dan zal formeel geen rijksbijdrage meer kunnen worden verleend. Ha ontvangst van de (afwijzende) beschikking van de Minister hebben wij ons in verbinding gesteld met de Inspecteur van het lager onderwijs in alge mene dienst, onder wiens inspectie bedoelde klas ressorteert. Een abrupte beëindiging van hét onderwijs aan de woonwagenkinderen in een aparte klas acht hij niet verantwoord. Wij kunnen er dan ook van verzekerd zijn, dat hij alle moeite zal doen voor deze klas tot 1 augustus a.s. op de een of andere manier een rijksbijdrage voor de gemeente te verkrijgen. Na de a.s. zomer vakantie zullen de dan nog aanwezige kinderen, 5 of minder, naar het "gewone" onderwijs moeten gaan. Op grond van het vorenstaande stellen wij U voor te besluiten overeen komstig het hierna opgenomen ontwerp. De Commissie voor het Onderwijs kan zich met dit voorstel verenigen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris loco

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 171