- 2 -
ad 1 en 2. De gemeente heeft de vorenbedoelde werkzaamheden, waartoe zij
contractueel verplicht was, volledig uitgevoerd; op het punt
van de verzekering van een goede waterafvoer is zelfs meer ge
daan. De (achter-) erven van de bedoelde woningen konden vóór
de demping van de erfscheidingssloot op deze sloot afwateren.
Teneinde een afwateringsmogelijkheid te handhaven is bij de uit
voering der werkzaamheden boven de riolering een stenen afwate-
ringsgoot aangelegd met daarin een vijftal op het riool uitkomen
de kolken. Hiertoe is overgegaan om de kans op wateroverlast bij
voorbaat uit te sluiten, dan wel tot een minimum te beperken. Strijd
met het bepaalde in artikel 673 van het Burgerlijk Wetboek is
naar onze mening dan ook niet aanwezig. Terzake bestaat namelijk
de gangbare opvatting, dat de eigenaar van een lager gelegen af
zich niet mag beklagen over kunstmatige vergroting van de water
afvoer, indien hij hierdoor geen schade lijdt, doordat -zoals in
het onderhavige geval- bepaalde voorzieningen zijn getroffen.
Onzes inziens kan het (eventueel) van wooneenheid I afkomende
hemelwater op voldoende wijze worden opgevangen in de afwaterings
goot om vervolgens te worden afgevoerd via de kolken en het onder
liggende riool. De gemeente heeft in redelijkheid al het mogelij
ke gedaan om wateroverlast te voorkomen en is daarin ook wel ge
slaagd. Van aanwijsbare schade door wateroverlast is naar onze
mening geen sprake. Door het bouwrijpmaken van wooneenheid I en
door het dempen van de scheidingssloot is de grondwaterstand van
de erven van betrokkenen ongetwijfeld gestegen. De demping van de
scheidingssloot heeft echter plaatsgevonden ook al om te kunnen
voldoen aan het verzoek van betrokkenen om de bedoelde perceels
gedeelten aan hen te verkopen. Indien deze hogere grondwaterstand
leidt tot vochtige c.q. vochtiger kelders, dan zou dit kunnen ko
men door het feit, dat deze kelders niet volledig dicht zijn.
Waar onze mening kan de gemeente daarvoor moeilijk aansprakelijk
worden gesteld.
ad 3. Ook de erfafscheiding is geheel overeenkomstig het in de koopover
eenkomst omschrevene uitgevoerd. Dit hekwerk maakt een deugdelij
ke indruk, Dat het hek niet zou voldoen aan de eis van goed werk,
is een ongemotiveerde uitspraak; er wordt immers niet concreet
aangegeven welke gebreken daaraan zouden kleven.
Wij zijn van mening, dat -zolang betrokkenen niet hard (kunnen) aanto
nen, dat de door de gemeente getroffen maatregelen onvoldoende zijn en zij
daardoor aanwijsbare schade lijden- het eerder ingenomen, hiervoor omschre
ven standpunt dient te worden gehandhaafd. Derhalve stellen wij U voor be
trokkenen, onder overlegging van een exemplaar van dit preadvies, overeen
komstig het vorenstaande in te lichten en hun daarbij te verzoeken alsnog
medewerking te verlenen aan het passeren van de overdrachtsakte.
De Commissie voor het Grondbedrijf kan zich met het vorenstaande vere
nigen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G.Reumer Secretaris.
loco
Verkoop erfpachtsgrond.
Bijlage no. 114» Leeuwarden, 3 maart 1977-
Aan de Gemeenteraad.
Wij hebben met de heer H. Idzenga, alhier, overeenstemming bereikt
over de verkoop aan hem van een gedeelte van het eerder in erfpacht uit
gegeven perceel grond, plaatselijk bekend Marssumerstraat 20.
De stukken, waaruit deze overeenstemming blijkt, zijn voor U ter
inzage gelegd.
Wij geven U in overweging te besluiten tot het verkopen van de grond
overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer Secretaris.
loco