Bebouwing van het gebied St. Jacobsstraat-hoek Gouverneursplein.
Bijlage no. 123- Leeuwarden, 4 maart 1977»
Aan de Gemeenteraad.
1Algemeen.
In Uw vergadering van 4 oktober 1976 is met betrekking tot ons voorstel
tot verkoop van grond, gelegen in het gebied, Sint Jacobsstraat-hoek
Gouverneursplein aan de Bouwonderneming Noord-Nederland B.Y. te
Groningen, geen beslissing genomen. Inmiddels zijn de in een ingediende
motie gevraagde nadere gegevens opgesteld. Daartoe is ondermeer inge
schakeld de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam. Kort
heidshalve mogen wij verwijzen naar het door deze Stichting uitgebrachte
rapport terzake hetwelk voor U ter inzage is gelegd.
2. De motie.
De motie droeg het college op
a. informatie te verstrekken over de toegankelijkheid van het plangebied;
b. onderhandelingen te openen met betrokkenen over de prijsstelling zonder
de openbare parkeervoorziening op basis van erfpacht of eigendom.
ad a. Het onderhavige project heeft een vergelijkbare functie met winkel
centra zoals die in tal van gemeenten tot ontwikkeling zijn ge
komen. De juridische vormgeving kan daarbij verschillen. Zo kan
een dergelijk centrum tot stand komen door een bestaande openbare
weg daarin op te nemen met het behoud van het karakter van open
bare weg; het karakter van openbare weg kan ook ontbreken; de
eigendom van het betreffend gebied kan berusten bij de overheid
dan wel bij een privaat persoon of een private organisatie. Deze
juridische verschillen betekenen evenwel niet, dat het maatschap
pelijk leven dat zich in dergelijke centra afspeelt, daarmee samen
hangende verschillen vertoont. Deze centra vervullen een overeen
komstige functie, welke ook de gekozen of gegroeide rechtsvorm van
deze centra moge zijn. In dit verband zijn in het verleden door
het Tweede Kamerlid dhr. Roethof vragen gesteld aan de ministers
van Binnenlandse Zaken en van Justitie, naar aanleiding van het
feit, dat de B.V. Hoog Catharijne te Utrecht weigerde om bij ge
legenheid van de laatste gemeenteraadverkiezingen in het voetgan
gersgebied politieke propaganda toe te staan. De ministers ant
woordden ondermeer, "dat het in beginsel mogelijk is, dat een ge
meentebestuur private rechten doet ontstaan welke ertoe kunnen
leiden, dat derden zeggenschap hebben ten aanzien van terreinen
waar anders het gemeentebestuur de uitsluitende zeggenschap zou
hebben. Dit heeft zich met name voorgedaan met betrekking tot
Hoog Catharijne. Naast de in artikel 168 van de Gemeentewet neer
gelegde bevoegdheid van de gemeenteraad om met betrekking tot voor
het publiek toegankelijke plaatsen verordenend op te treden,ontleent
de B.V Hoog Catharijne aan haar privaatrechtelijke positie als erf-
pachtstar een beheersbevoegdheid omtrent de onder haar beheer val
lende ruimten, welke bevoegdheid zich in beginsel ook uitstrekt tot
het gebruik van de voor het publiek toegankelijke voetgangersge
bieden. Dit brengt mee, dat zowel de gemeenteraad als de B.V. Hoog
Catharijne regels kan stellen omtrent de uitoefening van het recht
drukwerk of geschriften op de genoemde voetgangersgebieden te ver
spreiden. Hoever de gemeentebesturen mogen gaan om in gevallen als
het onderhavige een dergelijke zeggenschap bij private derden te
doen ontstaan, is in abstracto niet aan te geven. Een en ander neemt
niet weg, dat het naar onze mening voor gemeentebesturen aanbeveling