Ruim een jaar geleden hebben een aantal gemeenten die het lokaal openbaar vervoer door derden doen verrichten van de Minister van Verkeer en Waterstaat een brief ontvangen met betrekking tot de dekking van de exploitatietekorten op liet openbaar vervoer. Daarbij werd voor een 23-tal gemeenten, waaronder Leeuwarden, de verwachting uitgesproken, dat onder meer als voorwaarde zou worden gesteld dat een verkeerscirculatieplan diende te worden opgesteld. Bij 13 van deze gemeenten hebben wij getracht, middels het stellen van een zestal vragen, een indruk te verkrijgen over de stand van zaken met betrekking tot een verkeerscirculatieplan. Het resultaat van deze enquete ligt bij de stukken ter inzage. Daarbij is ons het volgende gebleken. 1. Alle ondervraagde gemeenten zijn bezig met het opstellen van een verkeerscirculatieplan of met de voorbereiding daarvan. Het stadium waarin het plan verkeert is zeer verschillend. 2. De kosten varieren nogal, doch kunnen globaal geraamd worden op 300.000,— tot 500.000, 3. De meeste gemeenten weten niet of het door hen op te stpllen plan zal voldoen aan de Ministeriële richtlijnen; men vertrouwt enerzijds op de deskundigheid c.q. de ervaring van het eventueel aanwezige externe bureau anderzijds op een soepele Ministeriële interpretatie van de door hem gestelde richtlijnen. Met betrekking tot de vorm en de omvang van een eventueel door onze gemeente op te stellen verkeerscirculatieplan merken wij het volgende op. Naar aanleiding van de opmerkingen vanuit de raadsvergadering van 23 augustus 1976 en de opmerkingen van de zijde van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat over de opzet van het vorige studievoorstel hebben wij nader overleg gepleegd met het bureau Dwars, Heederik en Verhey over een gewijzigde opzet. Bij dit overleg kwam duidelijk naar voren, dat onze gemeente - naast een visie op lange termijn - grote behoefte heeft aan een inzicht in de onderlinge samenhang van de verkeersmaatregelen, waartoe reeds besloten is, alsmede van die waarover binnenkort een beslissing moet worden genomen teneinde in de huidige verkeerssituatie de nodige verbeteringen te brengen. Een en ander heeft geleid tot het opstellen van het studievoorstel dat als bijlage aan deze raadsbrief is toegevoegd. In deze opzet wordt niet meer uitgegaan van een afzonderlijk verkeerscirculatieplan doch van een uitwerkingsplan als onderdeel van het verkeersstructuurplan. Dit uitwerkingsplan omvat dan de eerste fase ter realisering van de toekom stige verkeersstructuur zoals deze is vastgelegd in het verkeersstructuur plan. Bij deze opzet is niet in de eerste plaats uitgegaan van de vraag wat de Minister als eis stelt, doch wat onze gemeente minimaal nodig heeft voor het voeren van een verantwoord verkeers— en vervoersbeleid. Inmiddels is van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat bericht ontvangen, dat men zich met de inhoud van het studievoorstel kan verenigen. De hierop betrekking hebbende brief ligt bij de stukken ter inzage. Het lijkt ons in verband hiermede niet meer noodzakelijk om nu nog een ge sprek met de Minister te hebben over de inhoud van het plan. Over de kosten merken wij het volgende op. Het bureau Dwars, Heederik en Verhey heeft voor de te verrichten werkzaamheden een bedrag geraamd van 265.000,(excl. B.T.W.). Inclusief B.T.W. is dit 289.100, De kosten van de door onze eigen dienst te verrichten werkzaamheden zijn geraamd op 100.000,In totaal bedraagt de kostenraming dus 389.100, Ook nu dient evenals de vorige keer weer uitdrukkelijk te worden gesteld, dat de kosten zijn geraamd tot en met het gereedkomen van het concept-rapport. De kosten van de inspraakprocedure en die welke daaruit kunnen voortvloeien, alsmede die voor het definitieve rapport, zijn er dus niet in begrepen. In de raadsvergadering van 28 augustus 1976 hebt U een krediet ver strekt van 180.000,Hiervan was 50.000,bestemd voor de overname van de I.B.V.-gegevens en 130.000,voor het verkeersstructuurplan en enige onderzoeken ter voorbereiding van een verkeerscirculatieplan. Indien U met de voorliggende opzet accoord gaat zal derhalve nog een aanvullend krediet moeten worden verstrekt van 389.100»-"" minus 130.000,— 259.190, Aangezien in het verleden de kosten van het verkeers- en vervoersplan steeds zijn gedekt uit de Reserve Openbare Werken, menen wij, dat de dekking ook thans op dezelfde wijze kan plaatsvinden. Onder de mededeling dat de raadscommissie voor de ruimtelijke ordening over deze aangelegenheid zal worden gehoord, stellen wij II voor te besluiten zoals in het hierna afgedrukte ontwerp-besluit is aangegeven. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris, loco - 5 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 267