No. 4745.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 24 maart 1977
(bijlage no. 139);
BESLUIT
I. aan te kopen van R. Moed en diens echtgenote A. v.d. Kooi; beiden
wonende te Leeuwarden, Keimpemastraat 15» het pand plaatselijk bek'end
gemeente Leeuwarden, sectie C nummer 4974» groot 1.42 are, voor een
koopsom van 39*500,en voorts onder de volgende bedingen:
1het onroerend goed wordt overgedragen met alles wat daarop of
daarin aanwezig is, voorzover door de Wet als onroerend aangemerkt
wordende, en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten
en daaraan verbonden rechten, doch ontruimd, vrij van huur, hypotheek
en beslag;
2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van
overdracht
3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen, welke
van het over te dragen perceel met opstal worden geheven, voor reke
ning van de gemeente Leeuwarden;
4. de verkopers zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die
wegens uitwinning;
5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding,
als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek;
6. vooruitlopende op de definitieve eigendomsoverdracht verlenen de
verkopers aan de gemeente Leeuwarden het recht om vrijelijk over het
onroerend goed te beschikken met ingang van 25 februari 1977» of met
ingang van de datum waarop de huidige verkopers na 25 februari 1977
het onroerend goed ontruimd hebben opgeleverd en de koopster hier
van in kennis hebben gesteld;
7. het risico voor het gekochte komt voor rekening van de gemeente
Leeuwarden vanaf het moment van het tot stand komen van het besluit
van de gemeenteraad tot aankoop van het onderhavige onroerend goed;
8. met ingang van 1 maart 1977 tot de datum waarop de definitieve akte
van eigendomsoverdracht zal worden gepasseerd, zal door de gemeente
Leeuwarden aan de verkopers een rente van 9% s jaars worden vergoed;
9. de kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente
Leeuwarden;
II. het onder I bedoelde perceel onder te brengen in het Woningbedrijf.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van
Voorzitter.
Secretaris.
Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
ten behoeve van Snakkerburen, een perceel grond aan Hooidam en het
Eurohotel.
Bijlage no. 140. Leeuwarden, 24 maart 1977.
Aan de gemeenteraad.
I. Op 29 maart a.s. vervalt het voorbereidingsbesluit met betrekking
tot het gebied waarvoor het bestemmingsplan "Snakkerburen" in voor
bereiding is.
Wij achten het gewenst dat voor dit gebied opnieuw een dergelijk
besluit wordt genomen, waarbij - evenals in het verleden is gebeurd -
bepaalde werken (geen bouwwerken zijnde) en werkzaamheden worden
verboden, tenzij daarvoor een vergunning (aanleg vergunning)
door ons college is verleend.
Nu het overleg ex artikel 8 van het Besluit op de Ruimtelijke
Ordening over het ontwerp-plan Snakkerburen zeer binnenkort kan
worden afgerond, mag worden verwacht dat het ontwerp-bestemmingsplan
ter visie kan worden gelegd, voordat het nieuw te nemen voorbereidings
besluit zal zijn vervallen.
II. In Uw vergadering van 14 ma irt j.l. heeft U een perceel grond
aan de Hooidam verkocht aan de h >er P.S. Jorna te Roodkerk. De heer
Jorna is voornemens aldaar nieuwbouw te plegen voor het Friesch
Tandtechnisch Laboratorium. Deze bouwplannen zijn in strijd met het
nog geldende bestemmingsplan 't IelSn, doch zullen overeenstemmen
met het in voorbereiding zijnde ontwerp-bestemmingsplan Bilgaard.
Over dit ontwerp-bestemmingsplan zal binnenkort overleg als bedoeld
in artikel 8 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening kunnen
worden gevoerd. Om de uitvoering van de plannen van de heer Jorna
vooruitlopende op het rechtsgeldig worden van het nieuwe bestemmings
plan mogelijk te maken is het noodzakelijk dat voor het betrokken
perceel een voorbereidingsbesluit wordt genomen.
III. De N.V. Lauwersoog Exploitatiemaatschappij heeft een plan
ontwikkeld voor de uitbreiding van de ontvangst- en restaurant
afdeling van het Eurohotel aan het Europaplein. De uitbreiding zal
plaats vinden door middel van uitbouw van de straatzijde van de
begane grondverdieping tot een diepte van ongeveer 6 m en een
breedte van plm. 22 m. In het ter plaatse geldende bestemmingsplan
is de voor uitbreiding benodigde grond bestemd voor tuin.
Tegen de voorgenomen uitbreiding van het hotel hebben wij geen
stedebouwkundige bezwaren.
De exploitatiemij heeft er groot belang bij dat de bouwplannen
op zo kort mogelijke termijn kunnen aanvangen. Hieraan kan worden
meegewerkt wanneer voor het betrokken perceel een voorbereidings
besluit wordt genomen.