DE MAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
No. 49*13.
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 24 maart 1977
("bijlage no. 150»
Gelet op de artikelen 60, 65 en 67 van de Woningwet en het Besluit Gel
delijke Steun Volkshuisvesting;
BESLUIT:
I. Bij de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening een lening
aan te vragen en te aanvaarden tot een "bedrag van 74.830»of zoveel
meer of minder als nodig is en genoemde Minister zal verlenen voor de
financiering van de door de Woningstichting "Leeuwarden - Leeuwarderadeel"
uit te voeren werkzaamheden aan de woningen Carel Fabritiusstraat 22 en
24 te Leeuwarden, tot het samenvoegen, renoveren en het aangepast maken
t.b.v. een lichamelijk gehandicapte;
II. aan de onder I. genoemde Woningstichting voor de onder I. genoemde werk
zaamheden een lening te verstrekken tot een gelijk bedrag als onder I.
bedoeld en tegen dezelfde rentevoet en met dezelfde aflossingstermijn
als voornoemde Minister voor de I. genoemde lening zal doen gelden en
voorts onder de voorwaarden welke de Minister van Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening aan het verstrekken van deze lening mocht verbinden;
III. uit 's-Rijks kas overeenkomstig artikel 67 van de Woningwet een zo hoog
mogelijke jaarlijkse bijdrage in het na de renovatie ontstane exploita
tietekort aan te vragen en te aanvaarden;
IV. aan de Woningstichting "Leeuwarden - Leeuwarderadeel" een jaarlijkse bij
drage te verstrekken gelijk aan de onder III. bedoelde door de Minister
vast te stellen bijdragen, onder de voorwaarden, welke eerder genoemde
Minister aan het verlenen van deze bijdragen mocht verbinden;
V. uit 's-Rijks kas een zo hoog mogelijke bijdrage in de aanpassingskosten
t.b.v. de gehandicapte aan te vragen en te aanvaarden;
VI. aan de Woningstichting "Leeuwarden - Leeuwarderadeel" de door meerge
noemde Minister beschikbaar gestelde bijdrage(n) als bedoeld onder V. te
verstrekken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
Voorzitter.
Secretaris.
Wijzigen Huurverordening.
Bijlage no. 152. Leeuwarden, 24 maart 1977.
Aan de gemeenteraad.
Bij raadsbesluit van 24 mei 1961, no. 6479 is vastgesteld de verordening
betreffende het verhuren van percelen in beheer bij het Woningbedrijf der
gemeente Leeuwarden. Deze verordening is op diverse punten verouderd.
Wij hebben een ontwerp voor een nieuwe verordening samengesteld. Hierin
vindt U in het eerste hoofdstuk bepalingen betreffende de bevoegdheid tot
verhuur en in het tweede hoofdstuk algemene bepalingen, die betrekking
hebben op het verhuren van al het gebouwde onroerend goed, dat bij het
Woningbedrijf in beheer is. In hoofdstuk drie komen uitsluitend bepalingen
voor, die betrekking hebben op de verhuur van woningen; in sommige gevallen
zijn autoboxen hierbij inbegrepen. In het vierde hoofdstuk staan alleen
die bepalingen, welke betrekking hebben op de verhuur van saneringspanden.
Hoofdstuk vijf bevat bepalingen, betreffende de verhuur van bedrijfsruimte.
In het zesde hoofdstuk tenslotte komen enkele slotbepalingen voor. De ge
kozen opzet betekent dus, dat in de hoofdstukken drie tot en met vijf
artikelen staan, die voor de drie onderscheiden categoriën-woningen,
saneringspanden en bedrijfsruimten - verschillend zijn, terwijl in de
hoofdstukken één, twee en zes artikelen staan, die voor de drie categorieën
gelijkluidend zijn.
Een aantal bepalingen uit de hoofdstukken drie en vijf sluit aan bij de
dienaangaande in het Burgerlijk Wetboek opgenomen bepalingen, welke van
dwingend recht zijn. Dit geldt met name voor de regelen betreffende de
opzegging van de huurovereenkomst en de verplichtingen van de verhuurder.
Deze komen deels overeen met de artikelen 1623 a tot en met g van het
Burgerlijk Wetboek. Hetzelfde geldt voor de artikelen, betreffende de
verhuur van bedrijfsruimte. Een deel van deze bepalingen steunt op de
artikelen 1624 e.v. van het Burgerlijk Wetboek.
Voor het gehele ontwerp geldt, dat getracht is een duidelijke omschrijving
te geven van de rechten en verplichtingen van huurder en verhuurder.
Uit de voorgestelde bepalingen van de Huurverordening vloeien ook enkele
wijzigingen voort betreffende de Verordening Commissie voor het Woning
bedrijf en de Verordening beheersbevoegdheden Commissie voor het Woning
bedrijf. Dit zijn vrijwel uitsluitend redactionele aanpassingen, terwijl
de beheersbevoegdheden nauwkeurig zijn omschreven. De desbetreffende
ontwerp-raadsbesluiten zijn bijgevoegd.
De hierboven bedoelde ontwerpen zijn voorgelegd aan de Commissie voor het
Woningbedrijf. Met een aantal in deze commissie gemaakte opmerkingen
hebben wij rekening gehouden en de verschillende ontwerpen in die geest
aangepast.
Wat betreft de verhuurbevoegdheid menen wij dat in de thans bestaande
situatie geen wijziging moet worden gebracht.
Voor een toelichting qp de voorgestelde nieuwe redactie van de Huurver
ordening verwijzen wij U kortheidshalve naar de bijgevoegde Memorie
van Toelichting op het ontwerp.