Artikel 9. Dit artikel is nieuw. Reeds nu zijn enkele woningen van het Gemeentelijk Woningbedrijf uitgerust met een individuele gestookte c.v.-installatie. Het opnemen van dit artikel wordt ook met het oog op mogelijk toekomstige situaties nuttig geacht. Dit kan met name het geval zijn bij gerenoveerde woningen. Artikel 10 (oud de artt. 19 en 20 De strekking van oude en nieuwe redactie komt grotendeels overeen. Nieuw is, dat de huurder legitimatie kan verlangen. Tevens is nieuw het vierde lid, waarin is bepaald dat in geval van verbeterings- of reparatiewerkzaamheden welke meer dan veertig dagen duren, de huurder aanspraak kan maken op ver mindering van de huurprijs in verband met eventueel veroorzaakt ongerief. Artikel 11 (gedeeltelijk oud artikel 28). Nieuw zijn het vierde en het vijfde lid. Kortgeleden is door de Hoge Raad uitgemaakt, dat het systeem van de artikelen 1623a tot en met 1ö23g van het Burgerlijk Wetboek zich wel verdraagt met de bepaling in een huurcontract, dat bepaalde tekortkomingen van de huurder, zoals de niet-tijdige betaling van de huurpenningen, de verhuurder het recht geven de huurovereenkomst als ontbonden te beschouwen. De verlengingsregeling is m.a.w. uitsluitend geschre ven voor het geval de huurovereenkomst door opzegging is geëindigd. Artikel 12 (oud artikel 16, tweede lid onder b). De leden twee en drie van het nieuwe artikel 12 komen in de huidige verordening niet voor; de strekking is duidelijk. Artikel 13« De huidige waarborgsommen zijn veel te laag. Bij de eindafrekening blijkt dat veelal bedragen moeten worden ingevorderd en dat levert de nodige moei lijkheden op. Aanpassing is derhalve noodzakelijk. Gekozen is voor een opzet waarbij Burgemeester en Wethouders de hoogte van de waarborgsom vaststellen teneinde noodzakelijke aanpassingen in de toekomst vlot te doen verlopen. Wanneer de uniforme gedragslijn, welke de corporaties voor ogen staat, wordt gevolgd, zou de waarborgsom moeten worden gesteld op het bedrag van de huur prijs over één maand, afgerond op vijf- en twintig gulden naar boven. In de nieuwe redactie komt het tweede lid van het oude artikel 8 niet meer voor, omdat het in de praktijk nooit toepassing heeft gevonden. Nieuw is, dat over de vastgestelde waarborgsom rente wordt vergoed. De wens hiertoe is door diverse instanties in het verleden reeds naar voren gebracht, bijvoorbeeld door de Consumentenbond en de Nationale Woningraad. Uit de bespreking over dit punt in het overleg van de directeuren van de Leeuwarder woningcorporaties valt te concluderen, dat de woningcorporaties positief staan tegenover een dergelijke rentetoekenning. Wij hebben vanuit een oogpunt van redelijkheid gemeend hiertoe in het ontwerp een regeling te moeten opnemen. Artikel 14 (oud artikel 16, eerste lid). Dit artikel is nagenoeg ongewijzigd gebleven. Artikel 15. Dit artikel is nieuw. In de bestaande verordening komen geen verplichtingen van de gemeente voor. De in het ontwerp neergelegde verplichtingen van de gemeente zijn voor een groot deel dezelfde als die welke in het Burgerlijk Wetboek staan. De aansprakelijkheid voor schade welke de huurder kan lijden als gevolg van zichtbare of onzichtbare gebreken, wordt door de gemeente uitgesloten. Dit betekent dat de huurder zelf de zogenaamde gevolgschade moet verzekeren (bijvoorbeeld waterschade tengevolge van een gesprongen leiding). Artikel 16 (oud de artt. 4 en 6). De leden één tot en met drie komen reeds voor in artikel 4 van de bestaande verordening; hier en daar is de redactie enigszins aangepast. In het vijfde lid is tevens de mogelijkheid geschapen om bepaalde, normaal voor rekening van de huurder komende kosten welke echter vaak moeilijk ver haalbaar blijken te zijn, door middel van een algemene omslag door te bere kenen. Gedoeld wordt bijvoorbeeld op kosten, welke worden gemaakt voor het ontstoppen van rioleringen e.d. Artikel 17 (oud artikel 16, tweede lid; de artikelen 14 en 18). In het eerste lid is gekozen voor een redactie, welke aansluit bij de dienovereenkomstige tekst van het Burgerlijk Wetboek. Lid twee speelt met name een rol indien de vraag aan de orde komt of de huurovereenkomst kan worden verlengd door de kantonrechter, na opzegging van de huurovereenkomst door de gemeente. De kantonrechter pleegt geen ver lenging toe te passen, indien de huurder zich niet heeft gedragen zoals een goed huurder betaamt. Artikel 18 (oud artikel 24 tweede en vierde lid, artikel 6 tweede lid). In grote lijnen komt het gestelde in artikel 18, eerste lid, overeen met wat in het oude artikel 24 opgesomd wordt als datgene, wat voor rekening van de huurder komt. De redactie is hier en daar wat vereenvoudigd. Nieuw is ook dat de aanleg en het onderhoud van de tuin (het huidige artikel 25) in het eerste lid van artikel 18 ondergebracht zijn. Het schoorsteenvegen dient te geschieden in opdracht van de verhuurder. De kosten hiervan kunnen via een omslag worden verhaald (zie ook artikel 16). Het tweede lid is onveranderd overgenomen uit artikel 24, vierde lid, van de bestaande verordening. In het derde lid wordt de mogelijkheid geopend dat ofwel vanwege het Woning bedrijf een collectieve glasverzekering wordt afgesloten voor bepaalde complexen, dan wel het Woningbedrijf daarvoor zelf het risico gaat dragen. In beide gevallen kan een vergoeding worden berekend welke alsdan onder de bijkomende kosten komt te vallen. Voor wat betreft het vierde lid kan worden gesproken van een geheel nieuwe bepaling. Door ondertekening van de huur overeenkomst verklaart de huurder zich in principe bereid mee te werken aan verbeteringen, c.q. veranderingen welke de gemeente ter verhoging van het woongerief gedurende de huurtijd aan het gehuurde wenst aan te brengen. Deze medewerking bestaat uit de bereidheid om te willen onderhandelen. Een verderreikende bepaling, inhoudende dat de huurder zich in principe be reid verklaart de uit de verbeteringen c.q. veranderingen voortvloeiende huurverhogingen positief te beoordelen, gaat naar onze mening te ver.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 309