I Nr. 1890 3 b. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 29 december 1976 (bijlage nr. 375 gelet op de artikelen 272, letter h en 277 van de gemeentewet; BESLUIT: vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de ver ordening op de heffing en invordering van haven- en opslaggeld (5e wijziging). Artikel I. Artikel 6, lid 4 wordt gewijzigd en gelezen als volgt: het innemen van een ligplaats door pleziervaartuigen: a. in het openbaar vaarwater of aan de kaden en oevers gelegen tussen de Verlaatsbrug, de Prins Hendrikbrug en de IJoorder- brug, gedurende de periode 1 juni tot en met 31 augustus, voorzover geen havengeld verschuldigd is overeenkomstig het derde lid van dit artikel: per vaartuig per overnachting 2,50 b. in het openbaar vaarwater V/oudmansdiep of aan de oevers van het recreatiegebied Froskepolle, gedurende de periode 1 mei tot en met 30 september, voor zover geen havengeld vorschuldigd is overeenkomstig hot derde lid van dit artikel per vaartuig per overnachting 2,50 Artikel II. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die, waarop het bericht van de Koninklijke goedkeuring ter kennis van Burgemeester en Wethouders is gekomen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 69