Wijziging Drank- en Horecaverordening. Bijlagenr. 380 Leeuwarden, 6 oktober 1977» Aan de Gemeenteraad. Op 21 april 1975 besloot tot wijziging van de Drank- en Horecaver- ordening. Deze wijziging behelsde een verbod tot het bedrijfsmatig verstrek ken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse in inrichtingen gele gen in bepaalde delen van de gemeente. Daartoe behoorde onder meer het ge deelte van de binnenstad, dat op de bij die verordening behorende als zodanig gewaarmerkte kaart door arcering is aangegeven. Bij de behandeling van het onderhavige voorstel is toen reeds van ver schillende zijden de wenselijkheid uitgesproken een groter gebied aan te wijzen waarvoor het verbod zou moeten gelden in de binnenstad. In het bijzon der is daarbij gewezen op de Bagijnestraat e.o. Wij hebben toen gesteld, dat indien naderhand mocht blijken dat er be hoefte zou bestaan aan uitbreiding van het betreffende gebied een en ander opnieuw zou worden bekeken. In ons voorstel aan IJ van 10 april 1975» bijlage nr. 95, waarbij de wijziging van de Drank- en Horecaverordening met betrekking tot het instel len van een horecavrij gebied werd toegelicht, hebben wij overigens opgemerkt, dat de wetgever geenszins de bedoeling heeft gehad met artikel 18 van de Drank- en Horecawet het afgeschafte maximumstelsel feitelijk weer in te voe ren en dat het artikel dan ook bijzonder restrictief zal dienen te worden toegepast. Voorts hebben wij bij die gelegenheid U ons oordeel te kennen gegeven, dat een verbod tot uitoefening van het horecabedrijf moet worden ingesteld voor die delen van de stad, welke een specifieke woonfunctie hebben en waar het exploiteren van horecabedrijven niet anderszins wordt gereguleerd. Bij de begrenzing van het oorspronkelijk voorgestelde gebied hebben \vij ons dan ook zoveel mogelijk gehouden aan het binnenstadsplan en ons beperkt tot de gebieden die praktisch uitsluitend voor wonen bestemd zijn. Bij brief van 21 december 1976 verzoekt de werkgroep "Wonen in de Bin nenstad" het onderhavige gebied uit te breiden en te doen omgrenzen door Noorderweg, Groeneweg, Heer Ivostraatje, achterrooilijn westzijde Bagijne- straat, Raadhuisplein, Hofplein, achterrooilijn zuidzijde Eewal, Wortelha ven en Voorstreek. In Uw vergadering van 31 januari 1977 hebben wij toegezegd hierover een preadvies uit te zullen brengen. Met betrekking tot dit verzoek merken wij op, dat wij enerzijds begrip hebben voor klachten over hinder als gevolg van horecabedrijven in de binnen stad, doch dat anderzijds niet uit het oog mag worden verloren dat dit ge bied enkele, soms tegenstrijdige, functies vervult. Juist de verscheidenheid die hiervan het gevolg is bepaalt mede de aantrekkelijkheid van de binnen stad. Wij zijn van oordeel, dat bij volledige inwilliging van het verzoek van de werkgroep onvoldoende rekening zou worden gehouden met de bestaande situatie in de horecasectorDit geldt met name voor de Eewal, waar een aanzienlijk aantal horecabedrijven is gevestigd. Daarbij komt, dat in het verkeersstructuurplan behorende bij het Structuurplan voor de binnenstad de Eewal als verkeerslus is aangegeven. Hinder van verkeerslaxiraai zal in deze omgeving dan ook onvermijdelijk zijn gelet op de huidige en toekomstige func tie van deze straat. Hetgeen hier ovér de Eewal is opgemerkt geldt vrijwel onverkort eveneens voor het aansluitende deel van de Wortelhaven en de Voorstreek.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 18