II—6—1
PAR. 6 BELEIDSSECTOR NUTSBEDRIJVEN.
Algemeen.
1 Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf
Wij verwachten, dat de daartoe ingestelde arbitrage-commissie
op korte termijn advies zal uitbrengen over de voorwaarden van
een nieuwe stroomleveringsovereenkomstwaaromtrent met de
provincie geen overeenstemming kon worden bereikt. In afwachting
daarvan is de stroominkoop op dezelfde wijze berekend als in 1977»
Voor 1978 en de volgende jaren zijn wij er aanvankelijk van uitge
gaan, dat de aan de gemeente uit te keren normwinst op de gebruike
lijke wijze wordt berekend naar een bedrag van 9?75 per aansluiting
en 2-ir°/o van de stroomopbrengst en meterhuur (zie pagina 1J van de
dienstbegroting)In het beleidsplan hebben wij daarop evenwel een
correctie aangebracht (vermeld als een beleidswijziging) door geen
rekening te houden met die toename van de stroomopbrengst welke
een gevolg is van de hogere brandstofprijs. De brandstofprijs moet
namelijk als neutraal worden beschouwd omdat zij geen effect heeft
op de winstcapaciteit van het bedrijf; zonder de toegepaste cor
rectie zou de normuitkering verhoudingsgewijs sneller stijgen dan de
winstcapaciteit. Een nadere toelichting is ter inzage gelegd.
Voorts achten wij het gewenst het maximum van het in 1970 ingestelde
winstegalisatiefonds, dat achterblijft bij de algemene loon- en
prijsontwikkeling, eenmalig aan te passen door de norm voor de
berekening van het maximum te verhogen van 0,5 cent per ingekochte
kWh tot 0,75 cent per kWh. Voor meer informatie verwijzen wij naar
de ter inzage gelegde nota.
De bouw van een derde transformator bij het tweede stroominkooppunt
Schenkenschans zal naar het zich laat aanzien in 1978 moeten
plaats vinden; dat is een jaar vroeger dan in het vorige beleids
plan was aangenomen. Met deze investering is een bedrag van
1.200.000,gemoeid. Daartegenover kunnen enkele andere inves
teringen een jaar worden opgeschoven.
2N.V. Frigas.
Wij verwachten, dat de N.V.Frigas ook in de komende jaren haar
huidige winstcapaciteiten ongeveer zal kunnen handhaven.
Zoals bij de behandeling van het beleidsplan 1977-1981 werd toe
gezegd gaan wij na of het mogelijk is onrendabele percelen alsnog