terreinen zal nog veel ervaring moeten worden opgedaan. Veel van de wensen die men formuleert, moeten worden geprojekteerd op de situatie die men kent. Dit blijkt m.n. uit de ook in Leeuwarden overweldigende voorkeur voor het eengezinsdoorzonhuisKen intensieve begeleiding bij de ontwikkeling van plannen in nieuwe wijken, waarin ook in allerlei belangrijke details van woning en woonomgeving de re sultaten van evaluerend bowonersonderzoek kunnen worden verdiskonteerd verdient de aanbeveling. Van groot belang is voorts om zodanige parti cipatiemogelijkheden te scheppen dat groepen bewoners rechtstreeks bij de planvorming kunnen worden betrokken, mits een en ander maar op een vakkundige wijze wordt gerealiseerd. Tenslotte is van doorslaggevende betekenis een kontinue, goed gedo seerde voorlichting over datgene wat er in de nieuwbouw in en om Leeu warden op stapel staat. Het aksent zal ook in Leeuwarden van "woningtoewijzing" dienen te gaan naar "voorlichting over woonmogelijkheden"Niet langer zullen de be woners naar het loket toe moeten; de initiatiefnemers zullen zich ak- tief moeten opstellen om de interesse van de bewoners voor nieuwe wo ningen te wekken. Dat daarbij zakelijke informatie door de bewoners hoger wordt gesteld dan reklame-leuzen die niet kunnen worden waarge maakt en daardoor een averechts effekt hebben, spreekt vanzelf. De ma te waarin de doorstroming in de komende jaren in Leeuwarden zal lukken, zal zeker niet alleen afhangen van datgene wat er aan nieuwbouw wordt geboden, maar zeker ook van de voorlichting waarmee de bewoners tege moet zullen worden getreden. Bij de interpretatie van de uitkomsten van de bewonersenquête, maar ook bij het realiseren van mogelijkheden tot aktieve participatie dient voorop te staan dat niet alleen gebouwd wordt voor de behoefte van van daag maar ook voor de eisen die het nageslacht stellen. In het huidige wensenpatroon staat steeds de woonsituatie die men kent, op de achter grond. Men zij daar voortdurend op bedacht, als men uitkomsten van on derzoek of inspraak interpreteert. Het zoveel mogelijk realiseren van aanpasbaarheid zowel in woning als in woonomgeving, kan voorkomen dat de verwezenlijking van de deinokratische grondregels bij de voorberei ding en vormgeving van woningprojekten nu ten koste gaat van de onge twijfeld geëvolueerde wensen en behoeften van de bewoners straks. Steeds zal echter de struktuur van de woningmarkt bepalend zijn voor wat wordt gevraagd en voor wat kan worden aangeboden. Ken voortdurend volgen van ontwikkelingen en bewegingen op deze woningmarkt is noodza kelijk om niet alleen nu, maar ook straks het woningbouw- en volkshuis vestingsbeleid een feitelijke basis te kunnen geven. WONING-DEELT IARKTEN een notitie ÉCONOMISCH INSTITUUT VOOR DE BOUWNIJVERHEID - AMSTERDAM maart 1977 6 Conclusies Het is een schijnbare paradox, dat bij een globaal evenwicht op de woningmarkt onbevredigde vraag bestaat. Het begrip woningmarkt is een verzameling van een aantal deelmarkten, op elk waarvan verschillende ontwikkelingen mogelijk zijn. Een tekortschietend aanbod van koopwoningen is daarom zeer wel mogelijk op een woningmarkt, die als geheel geleidelijk zijn evenwicht begint te naderen. De informatie die wij verzamelden, wijst onmiskenbaar op een duidelijk vraagoverschot naar eengezinskoopwoningen in verschillende regio's. Er zijn bovendien indicaties dat dit vooral in de randstad het geval is. Er is reden om aan te nemen dat een aantal oorzaken te zamen hiertoe heeft geleid. Welke deze oorzaken zijn en wat hun relatieve gewicht is, is nog onvoldoende bekend. Waarschijn lijk spelen onder meer een rol: de behoefte zich tegen inflatie in te dekken; een zekere behoefte aan suburbaan wonen - versterkt door een te gering aanbod van eengezins woningen in de steden, dan wel de wens het tekort schietende leefklimaat in de grote stad te ontvluchten; het feit dat men bij de aanpassing aan individuele wensen bij een eigen woning verder mag gaan dan bij een huurwoning; het smaller worden van de kloof tussen de woonkosten in de huur- en de koopsector als gevolg van de steeds verder gaande huur- stijgingen; enzovoort. Het vorengenoemde vraagoverschot heeft reeds geleid tot een verandering in de verdeling van de woningproduktie over de verschillende sectoren. Het is niet bekend, in hoeverre deze verandering voldoende is om de ontwikkeling in de vraag te volgen. Evenmin kunnen wij vaststellen of de totale woningbouw hiermee op het gewenste niveau ligt. Het statis tisch materiaal daarvoor ontbreekt of is onvoldoende

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 159