Wijzigen Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten. Bijlage no. 422. Leeuwarden, 27 oktober 1977- Aan de Gemeenteraad. In de ontwerp-begroting voor 1978 is rekening gehouden met tarief stijging van +7,5% voor de begrafenisrechten, met uitzondering van de rechten die worden geheven inzake de uitgifte van graven.De hoogte van deze tarieven achten wij voorshands aanvaardbaar. De Minister van Binnenlandse Zaken heeft in zijn circulaire van 17 augustus 1977 evenwel medegedeeld, dat als algemeen maximum voor toe laatbaar geachte tariefsverhogingen een percentage van 5 wordt gehanteerd. Verhogingen van meer dan 5% zullen, tenzij daar zeer gemotiveerde redenen voor kunnen worden aangevoerd, niet Koninklijk worden goedge keurd. Wij stellen U voor de verhoging van de tarieven in bovengenoemde verordening in het algemeen tot 5% te beperken. In verband met de .overname van de begraafplaats te Huizum van de Kerkvoogdij der Nederlands Hervormde Gemeente te Huizum is bij raadsbe sluit van 26 september 1977 de bestaande "Verordening op de Noorder be graafplaats te Leeuwarden" omgezet in een "Verordening op de algemene begraafplaatsen te Leeuwarden"Deze verordening is thans mede van toe passing op de begraafplaats te Huizum, voor zover zulks niet in strijd is met de reeds verkregen rechten op grond van het "Reglement op de inrichting en het gebruik van de Begraafplaats der Nederd. Herv. Gemeente te Huizum, alsmede op de heffing van Begrafenisrechten", vastgesteld op 21 december 1923Als rechtsopvolger onder bijzondere titel van de Kerk voogdij der Nederlands Hervormde Gemeente moet de gemeente rekening houden met de heffing van begrafenisrechten op grond van genoemd regle ment. Artikel 58 van dit reglement geeft aan de kerkvoogdij de bevoegd heid dit reglement ten allen tijde aan te vullen en te wijzigen. Door de overdracht komt deze bevoegdheid thans aan de gemeente toe. Wij achten het wenselijk dat de "Verordening op de heffing en invordering van be grafenisrechten" ook van toepassing wordt op de begraafplaats te Huizum, en dat de heffing van de begrafenisrechten op grond van genoemd reglement vervalt Yoor elk uitgegeven graf op de begraafplaats te Huizum is ingevolge de huidige regeling jaarlijks een bijdrage verschuldigd in de onderhouds kosten van die begraafplaats voor zover dit onderhoud niet is afgekocht. Hoewel op deze begraafplaats nog begravingen plaats vinden, zijn in feite alle beschikbare graven reeds uitgegeven. De jaarlijks verschuldigde onderhoudsbijdragen waren voordat de gemeente deze begraafplaats heeft overgenomen in hoofdzaak reeds afgekocht. Voor +155 graven heeft geen afkoop plaats gevonden zodat de rechthebbenden op deze graven nog jaar lijks een bijdrage verschuldigd zijn. De jaarlijkse onderhoudskosten voor deze begraafplaats bedragen, in verband met de aangebrachte verbe teringen, ongeveer 60.000, Wij zijn van mening dat de bijdrage in de onderhoudskosten voor de graven, waarvan het onderhoud niet is afgekocht, moet worden bepaald op 25»per graf per jaar. Het voorgestelde bedrag van 25,ligt lager dan de onderhoudsbijdrage, verschuldigd voor graven uitgegeven op de Noorderbegraafplaats 45»Dit vindt zijn oorzaak in het feit dat de Noorderbegraafplaats ruimer van opzet is waardoor de onderhoudskosten ook aanmerkelijk hoger liggen. Voorts achten wij het gewenst de gelegenheid te geven de onderhoudsbijdrage af te kopen. Het een en ander is geregeld in artikel 4a van de ontwerp-ver- ordening.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 162