DE RAID DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid, wordt voor 43,
- 2 -
In verhand, met de toevoeging van artikel 4a is het noodzakelijk
de artikelen 2 en 13 van de Verordening op de heffing en invordering
van begrafenisrechten aan te passen. Deze artikelen hebben respec
tievelijk betrekking op de aanwijzing van de belastingplichtige en
op de wijze waarop de rechten worden geheven.
Bij raadsbesluit van 26 september 1977 tot wijziging van de
Verordening op de algemene begraafplaatsen te Leeuwarden is de tijds
duur waarvoor het grafrecht kan werden verlengd terug gebracht van 20
jaar tot 10 jaar. In verband hiermede is het noodzakelijk ook de
uitgifteprijzen bij verlenging aan te passen. Wij stellen U voor het
recht bij verlenging voor 10 jaar vast te stellen op de helft van de
bedragen die thans voor 20 jaar verschuldigd zijn (artikel 3)»
Overige wijzigingen.
De overige wijzigingen zijn van redactionele aard. Zij houden verband
met een schrijven van de Minister van binnenlandse zaken waarbij richt
lijnen zijn gegeven die in acht moeten worden genomen bij het redigeren
van besluiten tot vaststelling c.q. wijziging van belastingverordeningen.
Wij menen dat een en ander geen nadere toelichting behoeft.
Onder mededeling dat de Commissie voor de Financiën zich met voor
gestelde wijziging kan verenigen, stellen wij U voor te besluiten tot
wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van begrafenis
rechten overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J.S. Brandsma Burgemeester
W.J.G. Reumer Secretaris.
No. 15618
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 27 oktober
1977 (bijlage no. 422);
gelet op de artikelen 30, 3132 en 34 van de Wet op de lijkbezor
ging en de artikelen 269, 272 letter h en 277» eerste lid, onder b 2°
van de gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van de
Verordening op de heffing en. invordering
van begrafenisrechten (2e wijziging).
Artikel I.
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid wordt voor "Behoudens het bepaalde in het tweede
lid" gelezen: Behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid.
B. Aan artikel 2 wordt een derde lid toegevoegd, luidende als volgt:
"3. Voor het recht genoemd in artikel 4a van deze verordening is belas
tingplichtig degene die als rechthebbende in het grafregister is
ingeschreven.
Artikel II.
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
A. Onderdeel I, eerste lid onder b, wordt als volgt gelezen:
"b. bij verlenging voor de tijd van 10 jaar:
op de eerste afdeling f 710,
op de tweede afdeling 225,
op de afdeling kindergraven 225,
op de afdeling voor het bijzetten van asbussen 710,
B. Onderdeel II wordt als volgt gelezen:
"II Gedurende het laatste jaar voor het einde van het tijdvak waarvoor
het uitsluitend recht tot het begraven of het bijzetten van ashus-
sen is. verleend, kan dit recht telkens weer voor een aansluitende
periode van 10 jaar worden verlengd."
Artikel III.
gelezen 45,-•
B. Het tweede lid, wordt gelezen als volgt:
"2. Indien de uitgifte c.q. verlenging van de uitgifte van een graf in
de loop van een kalenderjaar plaats vindt of indien de termijn van
uitgifte van een graf in de loop van een kalenderjaar eindigt, wordt
het in het vorige lid genoemde tarief verminderd en teruggebracht op
zoveel twaalfde gedeelten van het tarief als overeenkomt met het nog
in het kalenderjaar resterende aantal kalendermaanden c.q. als
overeenkomt met in het kalenderjaar verstreken aantal kalendermaan
den. Gedeelten van een kalendermaand worden hierbij voor een gehele
maand gerekend.