- 2 -
Wij stellen IJ voor de vergoeding te bepalen op 0,15 per inlichting-
vermeerderd-met de computerkosten, met dien verstande, dat in totaal
niet meer verschuldigd zal zijn dan de computerkosten verhoogd met 20%.
Aangezien voor de uitvoering van een selectie het gehele bevolkings
bestand moet worden doorlopen, wordt onder een inlichting verstaan elke
op de magneetbanden of magneetschijven gelezen serie gegevens omtrent
één persoon, ook al is het resultaat negatief.
In de praktijk heeft dit tot gevolg dat het vergoedingsbedrag bestaat
uit de computerkosten, die verschillend kunnen zijn naar gelang van de
aard van de gevraagde inlichtingen, vermeerderd met een opslag van 20%.
De voorgestelde redactie is zodanig gekozen dat de instellingen genoemd
in artikel 2 van de Wet bevolkings- en verblijfregisters alsmede voor de
aldaar genoemde doeleinden (kerkgenootschappen etc., wetenschappelijke
of filantropische doeleinden) - waarvoor de vergoeding maximaal 0,10
per inlichting bedraagt - in ieder geval de kosten vergoeden die de ge
meente moet betalen aan het automatiseringscentrum.
In verband met de bijzondere aard van deze verstrekking achten wij dit
alleszins redelijk. De voorgestelde regeling is opgenomen in artikel 11
van de ontwerp-verordening.
Van de mutaties in de bevolkingsadministratie (geborenen, overledenen,
verhuizingen etc.) ontvangt de gemeente voortaan periodiek mutatielijs-
ten. Op toezending van die lijsten kan een abonnement worden genomen.
Wij zijn van mening dat het eenvoudiger is de leges, voor het periodiek
verstrekken van deze inlichtingen, te heffen naar een vast bedrag per
categorie per jaar, dan naar het aantal inlichtingen waarvoor een abon
nement is genomen. Deze wijze van heffing werkt kostenbesparend. Het
telkenmale afboeken van de verstrekte inlichtingen op het abonnement
komt hierdoor te vervallen. De voorgestelde tarieven (art. 10, lid 1,
onder C) zijn afgeleid van de huidige abonnementstarieven en de huidige
gemiddelde jaarlijkse aantallen mutaties van de diverse categoriën.
Aangezien genoemde verstrekkingen inlichtingen zijn, omtrent door de
aanvrager niet met namen en/of adressen aangeduide personen, is in het
voorgestelde artikel 11 bepaald, dat het algemene tarief van artikel
11 voor selecties hierop niet van toepassing is.
In het huidige artikel 10 onder B van het eerste lid zijn o.a. de leges
geregeld van het verstrekken van inlichtingen uit het bevolkingsregister
ten behoeve van het uitgeven van een algemeen adresboek voor de Gemeente
Leeuwarden. Aangezien het massaal verstrekken van deze inlichtingen in
strijd is met artikel 92 van het besluit bevolkingsboekhouding, dient
de desbetreffende bepaling in de legesverordening te vervallen.
Indien met schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wethouders
de verkregen inlichtingen mogen worden gepubliceerd of anderszins bekend
worden gemaakt, worden tot dusver de leges verhoogd met 0,60 per in
lichting. Om administratieve redenen achten wij het ge.wenst de verhoging
niet meer per inlichting te berekenen maar in deze gevallen de leges
met een percentage van 25% te verhogen. Dit percentage komt ongeveer
overeen met de verhoging van 0,60 per inlichting.
In artikel 10 van de ontwerp-verordening zijn de hier bedoelde wijzigin
gen opgenomen.
Artikel 14»
Dit artikel regelt de leges wegens het doen van nasporingen in het gemeen
tearchief alsmede het verstrekken van fotocopieën, afschriften van en
uittreksels uit de in het archief bewaarde stukken. In het gemeentearchief
zijn ook onderdelen uit de rijksarchiefbewaarplaatsen ondergebracht.
Op de dienstverleningen uit de rijksarchiefstukken zijn van toepassing
de tarieven krachtens de Archiefwet 1962. Deze tarieven wijken af van de
leges die thans worden geheven voor dienstverleningen uit de gemeente
lijke archiefstukken.
- 3 -
Wij zijn van mening, dat in verband met de uniformiteit het aanbeveling
verdient de tarieven voor de gemeentelijke archiefstukken gelijk te stel
len aan die voor de rijksarchiefstukken.
De redactie van artikel 14 dient hiervoor te worden aangepast.
Artikel 19»
regelt de leges voor de bouwvergunningen. De bouwleges worden tot dusver
geheven naar een bedrag in verhouding tot de raming van kosten van het
bouwwerk waarvoor de vergunning is verleend. Tot deze "kosten van het
bouwwerk" behoort thans ook de verschuldigde omzetbelasting (B.T.W.).
Als gevolg van een wijziging van de (landelijke) Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van werken dient voortaan bij de aanvraag
van bouwvergunningen de aannemingssom te worden opgegeven, met uitslui
ting van genoemde B.T.W.
In verband hiermede is het gewenst ook de legesverordening voor wat be
treft de definiëring van de heffingsgrondslag, aan deze wijziging aan te
passen.
Ten einde de uit deze verlaging van de heffingsgrondslag voortvloeiende
opbrengstvermindering te compenseren, dienen de huidige tarieven met 18%
te worden verhoogd. Op de aldus verkregen tarieven is de voorgestelde
tariefsverhoging van 5% toegepast.
Voor een mededeling dat geen bouwvergunning wordt vereist, bedragen
de leges thans 10,50, ongeacht de kosten van de verandering of ver
nieuwing van het bouwwerk.
In de praktijk blijkt dat hoewel voor deze verklaringen minder administra
tieve handelingen behoeven te worden verricht, de technische begeleiding
door Bouw- en Woningtoezicht wel vereist is.
Het komt ons dan ook wenselijk voor een differentiatie in bedoeld leges
tarief aan te brengen in die zin dat een bedrag van 15»in tekening
wordt gebracht indien de verbouwingskosten minder dan 1.000,bedragen
en indien deze kosten 1.000,of meer bedragen, het basistarief van
15,vermeerderd met 7>15 voor elke 1.000,of gedeelte daarvan
boven 1.000,Het bedrag van 7»15 komt overeen met het bedrag dat
voor elke 1.000,wordt geheven van bouwsommen boven 100.000,
indien wel een bouwvergunning wordt vereist.
In de bouwverordening zijn thans bepalingen opgenomen omtrent het
slopen van panden. Op grond van deze bepalingen is het in het algemeen
verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
Burgemeester en Wethouders panden te slopen. In de artikelen 305 e.v.
van de Bouwverordening is de procedure aangegeven tot het verkrijgen van
een sloopvergunning. Zoals ook bij de uitvoering van andere wettelijke
voorschriften gebruikelijk is, achten wij het wenselijk de heffing van
legesgelden voor het verlenen van een sloopvergunning in de Verordening
te regelen. Gelet op de administratieve handelingen die aan het verkrij
gen van een dergelijke vergunning verbonden zijn, achten wij een vergoe
ding van 50,per pand aanvaardbaar (onderdeel J).
Artikel 52.
Dit artikel regelt de overdracht van bevoegdheden tot het verlenen van
afschrijving en uitstel van betaling van de verschuldigde leges. Aangezien
de afschrijving en uitstel van betaling van belastingen is geregeld in
artikel 17 van de wet van 22 mei 1845» Stb. 22 Invorderingswetkan met
een verwijzing naar dit artikel worden volstaan. Wij stellen voor de
redactie van artikel 32 hierbij aan te passen.
Een overzicht van de huidige tarieven en de voorgestelde tarieven
ligt voor U ter inzage.
Onder mededeling dat de Commissie van de Financiën zich met de voor
gestelde tarieven kan verenigen, stellen wij U voor te besluiten tot wij
ziging van de Terordening op de heffing en invordering van leges overeen
komstig het hierbij gevoegde ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer
Secretaris.