- 2
2.2. De uitwerking.
De uitwerking van het plan geschiedt formeel door Burgemeester en
Wethouders volgens nader omschreven regels.
Conform de door de Raad vastgestelde ontwikkelingsprocedure voor
Camminghaburen worden de verkavelings- en woningontwerpen opgesteld
in nauw overleg tussen de onderscheiden architecten en de gemeente
lijke stedebouwkundige op basis van door de Raad vast te stellen
Randvoorwaarden en Richtlijnen voor ieder deelplan. Voordat de Raad
tot grondverkoop besluit, worden de uitgewerkte plannen getoetst
aan de Randvoorwaarden en Richtlijnen.
2.3. De exploitatieberekening.
Waar in de toelichting kwantitatieve gegevens zijn vermeld m.b.t.
het grondgebruik, moet er rekening mee gehouden worden, dat deze
gegevens zijn gewijzigd volgens de herziene exploitatieberekening.
Op basis van deze exploitatieberekening is het bedrag voor grond-
kosten per fictieve eenheid 16.542,incl. B.T.W. Het door de
minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening vastgestelde
normbedrag voor Camminghaburen is 12.200,incl. B.T.W. Om dit
verschil te overbruggen is lokatiesubsidie aangevraagd. Zoals bekend
komt Leeuwarden in principe voor lokatiesubsidie voor Camminghaburen
in aanmerking. Het bedrag dat uiteindelijk door de minister als
lokatiesubsidie zal worden vastgesteld, zal aan de eigenaren c.q.
eigenaren/bewoners uitgekeerd worden als een bijdrage in de grond-
kosten in casu de kavelprijzen zoals die in de exploitatieberekening
zijn vermeld.
2.4. De Voorschriften.
Wij achten het gewenst, dat de ter visie gelegen hebbende bebouwings
voorschriften van het ontwerp-bestemmingsplan op enige punten
worden gewijzigd.
De voorgestelde wijzigingen zijn opgenomen in het ontwerp-vaststel-
lingsbesluit, waarnaar wij U kortheidshalve verwijzen. Als toelich
ting hierop delen wij U het volgende mede. De voorgestelde redactie
van de vrijstellingsbevoegdheid van het detailhandelsverbod (de
leden 2 van de artikelen 5 onder B en 15 onder C) sluit aan bij
die van de geldende voorschriften voor de westelijke industrie
terreinen. Uitzondering hierop vormt de bevoegdheid, op grond waar
van ons college vrijstelling kan verlenen voor de bouw van showrooms
op bedrijfsterreinen. Van deze bevoegdheid kan eerst gebruik worden
gemaakt wanneer advies is gevraagd van de Rijksconsulent voor Handel,
Ambacht en Diensten en de Kamer van Koophandel.
Deze nieuwe bevoegdheid, welke eveneens zal worden opgenomen in het
in voorbereiding zijnde ontwerp-bestemmingsplan voor "Hemrik", 1e
Fase", zal aan de orde worden gesteld in de vergadering van de Vaste
overlegcommissie voor Midden- en Kleinbedrijf van 19 december 1977-
Tijdens de raadsvergadering van diezelfde datum zullen wij U de
mening van bedoelde commissie mededelen.
Het vroegere lid 3 van artikel 15 onder C is opgenomen in het nieuwe
lid 2 van dat artikel.
Aan artikel 7 was ten onrechte geen uitwerkingsplicht voor ons college
toegevoegd. Dit verzuim wordt nu hersteld.
Een onderdeel van de redactie van artikel 13 sub b en artikel 19
sub a was onduidelijk. In de thans voorgestelde redactie wordt
dit hersteld.
urn
Realisering.
Met betrekking tot de eerste fase welke circa 1330 woningen omvat
in het noordoostelijk gedeelte van Camminghaburen heeft de Raad in
zijn vergadering van 27 juni j.l. besluiten genomen ten aanzien van
de projektindeling, de architecten, de keuze van de bouwondernemingen
en de planning van de werkzaamheden.
Volgens deze planning worden thans de onderscheiden deelgebieden van
de eerste fase uitgewerkt. Met de bouw zal worden begonnen halverwege
1978. De eerste woningen zullen een jaar later gereed zijn. De volgen
de fasen zullen op dezelfde wijze gerealiseerd worden.
De Randvoorwaarden en Richtlijnen voor de deelplannen I en II heeft
de Raad reeds eerder vastgesteld. Voor de deelplannen III en IV ver
wijzen wij naar ons afzonderlijk voorstel, dat hierbij gaat.
Bezwaarschriften.
Tegen het ontwerp-bestemmingsplan zijn bezwaarschriften ingediend
door:
1de Hoofddirecteur van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf in
Friesland te Leeuwarden;
2. de N.V. Nederlandse Gasunie District Noord-Oost te Deventer;
3. de Stichting Friese Milieuraad te Olterterp;
4. de Hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat directie Friesland
te Leeuwarden;
5. de heer A. Germeraad te Goutum;
6. de heer C. van der Zijl te Leeuwarden.
De bezwaarschriften zijn tijdig ingediend. Een der bezwaarschriften
is gericht aan ons college in plaats van aan de Gemeenteraad, zoals
wettelijk is voorgeschreven. Volgens vaste jurisprudentie behoeft dit
niet tot niet-ontvankelijkheidsverklaring te leiden.
Met betrekking tot de ingebrachte bezwaarschriften merken wij het
volgende op.
ad 1De hoofddirecteur van het P.E.B. maakt bezwaar tegen verkleining
van het doorstroomprofiel als gevolg van de omlegging van de
Kurkemeer
Voorts maakt reclamant bezwaar tegen de voetgangers/fietsver-
binding over de Kurkemeer naar de N.S.-halte, indien deze ver
binding een juist doorstroomprofiel in de weg zou staan en
niet een vrije doorvaarthoogte van tenminste 2.40 meter mogelijk
maakt
Tenslotte gaat reclamant ervan uit, dat de kosten van de omleg
ging van de Kurkemeer voor rekening komen van de gemeente.
Aan de bezwaren betreffende het doorstroomprofiel wordt in het
plan tegemoet gekomen, zoals bij brief van 21 november 1977 door
de directeur van de hoofdafdeling Openbare Werken van de Dienst
Stadsontwikkeling aan het P.E.B. is medegedeeld. (Deze brief
ligt ter inzage). Ook de vrije doorvaarthoogte van tenminste
2.40 meter zal in acht genomen worden. De kosten van de omleg
ging van de Kurkemeer zijn opgenomen in de exploitatiebereke
ning.