- 4 - - 5 - ad 2. De N.V. Nederlandse Gasunie verzoekt rekening te houden met het verbod van aanplant van diepwortelende bomen of struiken boven de gastransportleiding welke ligt in een driehoekige strook grond met bestemming openbaar groen in de uiterste zuidwest punt van Camminghaburen. Met deze gastransportleiding is en wordt rekening gehouden, ad 3. De Stichting Friese Milieuraad concludeert op grond van een aan tal berekeningen, dat de geluidszones zoals die in het ontwerp- bestemmingsplan zijn ingebracht langs de Groningerstraatweg en de Oosttangent niet voldoen aan de door de Gezondheidsraad vastgestelde geluidsnorm van 50 dB(A). Zij verzoekt het ontwerp plan zodanig te wijzigen, dat aan haar bezwaren tegemoet kan worden gekomen. Reclamant komt tot zijn conclusie door zijn berekeningen te vergelijken met die van het betreffend rapport van Dwars, Heederik en Verhey Raadgevend Ingenieursbureau B.V. over het terugdringen van de geluidshinder langs de Groningerstraatweg en de Oosttangent. (Dit rapport ligt ter inzage als bijlage 2 bij de exploitatieberekening). Het rapport van D.H.V. concludeert, dat met inachtneming van een bebouwingsgrens van 85 meter vanuit de as van de Groningerstraat weg en van 75 meter vanuit de as van de Oosttangent de geluids hinder gesteld kan worden op 60 dB(A) respectievelijk 62 dB(A). Dit zou een overschrijding betekenen van de wettelijke norm van 55 dB(A) met 5 dB(A) respectievelijk 7 dB(A). Deze over schrijding kan teruggedrongen worden door een drietal maat regelen: - maatregelen m.b.t. de bron; - maatregelen m.b.t. de overdracht van geluid; - maatregelen in de stedebouwkundige en bouwkundige sfeer. D.H.V. concludeert, dat met behulp van een strokenbeplanting de benodigde reductie van 5 a 7 dB(A) gerealiseerd zal worden. Daarnaast zal door toekomstige maatregelen m.b.t. de bron de grenswaarde van 55 dB(A) verminderen tot 50 dB(A)De ontwerp Wet inzake de geluidhinder stelt dan ook, dat in verband met de na te streven maar nog niet gerealiseerde stillere motoren, 5 dB(A) aan de basisgrenswaarde toegevoegd mag worden: de zogenaamde correctiefactor. De Stichting Milieuraad stelt dan ook ten onrechte, dat D.H.V. uitgaat van een hogere basiswaarde. Uitgangspunt blijft de basisgrenswaarde van 50 dB(A) plus correctiefactor van 5 dB(A). De berekeningen van reclamant resulteren op basis van de uit gangspunten die ook D.H.V. heeft gehanteerd (85 respectievelijk 75 meter bufferzone langs de Groningerstraatweg en de Oosttan gent en een snelheid van 80 respectievelijk 70 km per uur) in geluidswaarden op de bebouwingsgrens van ongeveer 60 respec tievelijk 59 dB(A). Dit komt overeen met de berekeningen van D.H.V. Reclamant heeft wel twijfels of de maximumsnelheden reëel zijn. Ten aanzien hiervan merken wij op, dat de Oosttangent gelegen is binnen de bebouwde kom, waar de wettelijke maximumsnelheid 70 km per uur is. Wat betreft de Groningerstraatweg is de wettelijke maximum snelheid 100 km per uur. Ter plaatse is de intensiteit van het verkeer echter zodanig, dat de snelheid zal verminderen. Overigens betekent een snelheid van 100 km per uur in extreme gevallen een verhoging van de geluidwaarde met 2 dB(A). Wat betreft de invloed van de regelbeplanting verwacht reclamant, dat daardoor een reductie bereikt wordt van 6 respectievelijk 5,6 dB(A) aan de bebouwingsgrens langs de Groningerstraatweg en de Oosttangent. Uitgaande van de berekeningen van reclamant leidt dit tot een geluidwaarde van 54 respectievelijk 53>4 dB(A). Dit is inclusief de correctiefactor van 5 dB(A), waarmee de uiteindelijke geluidwaarde gesteld kan worden op 49 respec tievelijk 48>4 dB(A). Wij menen nog het volgende te moeten opmerken. De bebouwings grens is een juridische grens. De werkelijk grenzen van de bouwblokken zullen op veel plaatsen verder van de as van de weg gelegen zijn dan de minimale 85 meter. Bij de berekeningen m.b.t. de geluidhinder langs de Oosttan gent is ten onrechte uitgegaan van een zone van 75 meter. Ook langs de Oosttangent zal de bebouwingsgrens 85 meter vanuit de as van de weg liggen. Tenslotte wijzen wij erop, dat aan de situering van de woningen en bepaalde bouwkundige voorzieningen de nodige aandacht zal worden geschonken. Indien alsnog zal blijken, dat aanvullende voorzieningen nood zakelijk zijn, kunnen deze in overleg met de bewoners gereali seerd worden (geluidschermen en -wallen), ad 4* De hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat directie Fries land deelt mede enige bezorgdheid te hebben over het voldoende reduceren van de te verwachten geluidshinder langs de randen van de wijk Camminghaburen. Naar zijn inzicht zullen behalve door regelbeplanting in de toekomst ter beperking van de ge luidhinder in sommige gevallen aanvullende voorzieningen nodig blijken te zijn. Zowel voor wat betreft de te verwachten geluidshinder als de door ons getroffen en in de toekomst eventueel noodzakelijk te treffen aanvullende maatregelen, verwijzen wij naar het gestelde onder ad 3» ad 5« De heer Germeraad maakt bezwaar tegen het ontwerp-plan, omdat de norm van 50 dB(A) in de bebouwingszone langs de Groninger straatweg en de Oosttangent niet gehaald zal worden ook niet met behulp van regelbeplanting. Reclamant stelt, dat minimaal een geluidswal moet worden opgetrokken. Terzake verwijzen wij naar het gestelde onder ad 3* ad 6. De heer Yan der Zijl heeft in twee brieven bezwaar gemaakt tegen het plan Camminghaburen. Zijn brief van 5 november 1977 handelt voornamelijk over de organisatie van de inspraak en de opzet van het ontwerp-structuurplan Schil-oost. Aan het slot van deze brief stelt reclamant, dat deze ook beschouwd moet worden als te zijn gericht tegen het ontwerp-plan Cammingha buren. De tweede brief van 14 november 1977 is geheel gericht tegen het ontwerp-plan Camminghaburen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 308