a. het aankopen van onroerende goederen; b. het aangaan van geldleningen en het uitlenen van gelden; c. het vaststellen van de huurprijzen van het complex. binnen vier maanden na afloop van elk boekjaar zendt het bestuur de balansen en de exploitatierekeningen met de terzake uitgebrachte accoun tantsrapporten van de complexen woningen in bij Burgemeester en Wet houders al hetgeen door de gemeente terzake van de verleende garantie mocht wor den betaald blijft als schuld op de woningstichting rusten; over het bedrag dezer schuld wordt, totdat zij is afgelost, jaarlijks op 31 december rente op rente bijgeschreven, berekend naar hetzelfde percentage als geldt voor de geldlening; wijzen de verlies- en winstrekeningen van de complexen woningen van de woningstichting winstsaldi aan, dan zal de woningstichting ter voldoening van haar schuld aan de gemeente betalen een bedrag gelijk aan de schuld of, zo deze hoger is dan de winst-saldi, tot het bedrag van de winst saldi de woningestichting verbindt zich tot meerdere zekerheid van de terug betaling van al hetgeen de Gemeente uit hoofde van de garantie mocht te vorderen krijgen van de woningstichting op eerste aanzegging van de Gemeente, aan de Gemeente het recht van eerste hypotheek te verlenen op de onroerende goederen, welke met de geldlening zijn verkregen tot een maximaal bedrag, gelijk aan het nominale bedrag van de geldlening van 555.755,vermeerderd met de rente van dit bedrag over twee jaren en het lopende jaar alsmede de kosten, deze laatste posten be groot op 150.000,alzo in totaal een bedrag groot maximaal 705.755>bij het vestigen van deze hypotheek zullen de gebruike lijke bedingen gelden; de woningstichting is verplicht de aan de geldlening en aan de garan tieovereenkomst verbonden voorwaarden stipt na te komen; de gemeente zal, zolang de in deze overeenkomst bedoelde geldlening niet geheel is afgelost het recht hebben om alle bezittingen van de woningstichting ten behoeve waarvan de geldlening is gesloten met de op die bezittingen rustende lasten en verplichtingen en alle schulden der woningstichting, voor zoveel die ten behoeve dier bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen tegen een vergoeding ten bedrage van het voor de verwerving en instandhouding van die.bezittingen aan gewende deel van het eigen vermogen der woningstichting, benevens even tueel een naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders billijke ver goeding voor liquidatiekosten; alle kosten en rechten, vallende op het afsluiten van de garantieover eenkomst en op de eventuele hypotheekvestiging, komen ten laste van de woningstichting; Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, zolang de in de garantie overeenkomst bedoelde geldlening niet geheel is afgelost, zo nodig na dere voorwaarden te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Wijzigen Verordening op de heffing en invordering van Veemarktrechten. Bijlage nr. 496. Leeuwarden, 8 december 1977» Aan de Gemeenteraad. Voor de aanvoer van een veulen of een pony op de veemarkt wordt volgens de huidige verordening hetzelfde recht geheven als voor de aan voer van een paard. Ten aanzien van runderen wordt bij de tarieven onderscheid gemaakt tussen een volwassen rund, een rund dat de leeftijd van negen maanden nog niet heeft bereikt en een nuchter kalf. Degenen die bij de aanvoer van veulens en pony's betrokken zijn hebben verzocht voor deze dieren een lager tarief te heffen, t.w. f 5,25 per dier. Dit tarief geldt eveneens voor runderen, die de leef tijd van negen maanden nog niet hebben bereikt en is daarom naar onze mening acceptabel. De financiële consequenties zijn te verwaarlozen omdat het slechts om een gering aantal dieren gaat. Wij stellen IJ voor de verordening op de heffing en invordering van veemarktrechten overeenkomstig het hierbijgaande ontwerp-besluit te wijzigen. De Commissie voor het Marktwezen en het Slachthuis kan zich met dit voorstel verenigen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 316