- 2 - kunnen worden overschat. Het is nu eenmaal zo, da.t de betreffende gebieden, zeer aantrekkelijk zijn voor de recreatieve .ontspanning van zeer velen, Friezen en niet-Friezen, Nederlanders en buiten landers. Beperking in deze gebieden betekent een grotere druk elders. Bovendien, het zetten van een rem op de ontwikkelingen in de recre atieve sector bergt het gevaar in zich, dat de voorzieningen steeds schaarser worden en dat het marktmechanisme (vraag e'n aanbod) de prijs opjaagt. Een dergelijke ontwikkeling dreigt in de eerste plaats ten koste te gaan van de mogelijkheden van de minder draag- krachtigen in de Friese bevolking, daar in het algemeen de meer draag- krachtigen dan het eerst aan bod komen en in ieder geval de markt zullen afromen. Samenvattend zouden wij in het algemeen een zeer behoedzaam gebruik van remmechanismen willen bepleiten. 3De doelstellingen. De in het kader van het onderzoek naar de wensen en mogelijkheden opgenomen doelstellingen zijn in het kader van de recreatie aanbe velenswaardig of op zijn minst acceptabel. Ten aanzien van een enkele doelstelling hebben wij weliswaar be hoefte om te versterken of wat af te zwakken, de algemene lijn, die uit de doelstellingen spreekt, wordt door ons onderschreven. Extra aandacht zouden wij willen bepleiten voor de zogenaamde "dag deelrecreatie". Hieronder wordt door ons verstaan de mogelijkheid tot ontspanning "dicht bij huis", d.w.z. in de onmiddellijke woonom geving. Het welzijn va.n de bevolking is bier direct bij betrokken. Wanneer aan dit aspect een grotere aandacht wordt gegeven dan tot 'nu toe het geval is geweest, wordt niet alleen aan een primaire wel zijnsbehoefte tegemoet gekomen, maar ook wordt voorkomen, dat al thans een deel van de bevolking zijn ontspanning ver van huis moet zoeken, met alle nadelige gevolgen vandien, zoals het verlies aan reistijd, toename van het verkeersaanbod en concentratie van de re- ceratie in toch al drukke gebieden. Wij zouden in dit verband met name aandacht willen vragen voor de groenvoorziening in de naaste woonomgeving en in het algemeen het creëren van aantrekkelijke woon- milieus. Een van de doelstellingen, die -het is een voorbeeld- naar ons oor deel wat te sterk naar voren komt, is doelstelling 21, waarin wordt gesproken over de nadelige effecten van economische adtiviteit op de recreatie. Wij zijn van mening, dat,een iets genuanceerdere benade ring wel op zijn plaats zou zijn geweest. Wij laten in deze reactie niet alle doelstellingen de revue passeren. Dit lijkt ons weinig zinvol, daar zoals gezegd de stellingen in zijn algemeenheid wel acceptabel zijn. Het gaat er om hoe de doelstellingen in de pra.ktijk gehanteerd zullen worden, welke doelstelling zwaarder gewogen wordt en welke lichter. Alleen al het fe.it, dat een aantal doelstellingen elkaar versterken en een aantal mogelijk tegen strijdig zijn noopt tot een vertaling in concreet beleid. Wat dit beleid zal zijn is gedeeltelijk af te leiden uit de planver kenning. De samenhang met wonen en werken zal echter pas in een volgende fase van het streekplan worden aangebracht. Wij zouden hier omtrent nu al willen opmerken, dat in ieder geval de gemeenten de ruimte moeten hebben het provinciaal beleid te vertalen en te concretiseren op het lokale vlak. 4. Planverkenning. Wat het gele deel van de Nota Recreëren betreft, de planverkenning, beperken wij ons commentaar tot hetgeen voor het "overig gebied Noord" is opgemerkt. Wat betreft het deel van de Regio Leeuwarden, dat grotendeels in het "Merengebied Noord" valt, volstaan wij met een verwijzing naar hetgeen wij onder punt 3, ."algemeen", hebben opgemerkt. Aangezien dit stuk van de Regio grotendeels samenvalt met het grondgebied van de gemeente Idaarderadeelzijn wij van mening, dat het verder aan deze gemeente is op de specifieke pro blemen, die met de recreatie in deze gemeente annex zijn, in te gaan. Voor het overig gebied Noord merken wij op, dat de mogelijkheden voor recreatie van dit deel van de provincie wel heel laag wor den aangeslagen. Het gebied wordt in de Nota omschreven als min der interessant in recreatief opzicht. Wij vragen ons af of de aantrekkelijkheid en de mogelijkheden van dit gebied wel vol doende worden onderkend. Dit geldt zowel voor de toeristische recreatie als voor de recreatie van de eigen bevolking "dicht bij huis". Te denken valt, wat het eerste betreft, aan de ontwikkeling van de Waddenkust. Een vergelijking met de Noordduitse Waddenkust gaat weliswaar niet in alle opzichten op, feit is, dat in een vergelijk bare streek heel wat meer tot ontwikkeling is gebracht dan in Noord-Friesland ooit maar is geprobeerd, en zonder dat dit tot onaanvaardbare grootschaligheid heeft geleid. Wij verwijzen in dit verband gaarne naar het rapport dat destijds door de voormalige Kleibouwstreek is uitgebracht en waarvan de conclusies ons inziens nog recht overeind staan, de negatieve be rekeningen van het E.T.I.F. inzake de gevolgen voor de werkgele genheid ten spijt. Verder denken wij in.verband met de toeristische recreatie aan het uitzetten van toeristische routes naar het voorbeeld van de Terpenroute, aan het instandhouden en propageren van alternatieve vaarroutes naar het voorbeeld van de Kleiroute, het aanleggen van fietspaden, het aanbrengen van beplantingen en op bescheiden schaal het aanleggen van een aantal voorzieningen voor verblijfsrecreatie Wat dit laatste betreft zou ook gedacht kunnen worden aan het kam peren bij de boer. Het voorbeeld van de "Groene Ster" verdient navolging, zij het op veel bescheidener schaal en meer verspreid. In dit verband willen wij ook waarschuwen tegen de stremming van doorgaande vaarwegen met dammen en duikers, hetgeen vooral in rui1verkavelingsverband nog steeds voorkomt. Zeer aantrekkelijke vaarroutes gaan hierdoor verloren. Wat de dagdeelrecreatie betreft denken wij vooral aan wandel- en fietspaden, visplaatsen, lig- en aanlegplaatsen etc., die op beschei den schaal aangelegd, in velerlei opzichten zeer kunnen bijdra gen tot het welzijn van de bevolking van dit gebied. Het voordeel van de ontwikkeling van een in recreatief opzicht minder van belang geacht gebied, te weten het afnemen van de druk elders, noemden wij al eerder.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 343