- 2 -
De thans aan U voorgelegde voorstellen gaan m.i.v. 1979 nit van een
subsidie t.l.v. onze gemeente van 30%. Deze verlaging met 5% betekent
een vermindering van lasten m.i.v. 1979 net rond 180.000,
In de U hierbij aangeboden gemeenschappelijke regeling zijn de hierboven
genoemde subsidie-percentages opgenomen. Overigens wijkt de regeling t.o.v
de thans gehanteerde regeling inhoudelijk slechts af op de punten van de
verdeling van de subsidielasten tussen de overige deelnemende gemeenten,
de goedkeuring van het netto-nadelig exploitatiesaldo en de bepaling m.b.t
de beëindiging van de regeling. Wij achten deze wijzigingen acceptabel.
2. De Hoorder Compagnie.
Het nadelig exploitatiesaldo wordt bij de huidige regeling als volgt
verdeeld:
40% ten laste van het Rijk,
30% ten laste van de provincies Groningen, Friesland en Drenthe,
30% ten laste van 19 gemeenten in de drie noordelijke provincies,
waaronder Leeuwarden.
De provinciale- en gemeentelijke subsidies werden berekend naar rato
van de inwonersaantallen.
In de gemeentebegroting 1977 werd op basis van deze regeling en na wij
ziging bij besluit no. 6051 van 25 april 1977 een subsidie geraamd van
70.000,
Thans wordt voorgesteld'het nadelig exploitatiesaldo als volgt te
verdelen:
Rijk 40%
Noordelijke regio 60%
waarvan: voor de gemeente van vestiging 10% van het regionaal aandeel
Smallingerland
voor de drie provincies en 90% van het regionaal aandeel
overige gemeenten
De hieruit voortvloeiende regeling voor Friesland kan als volgt worden
samengevat:
Provincie Friesland en de Friese gemeenten excl.
Smallingerland: 34>2% van het tekort.
Provincie Friesland neemt hiervan 2/3 deel ofwel 22,8% voor haar rekening.
Het overige deel ofwel 11,4% wordt over de Friese gemeenten met meer dan
20.000 inwoners, en de centrumgemeenten Bolsward, Dokkum, Franeker en
Harlingen verdeeld naar inwonertal.
Terzake merken wij op, dat de reeds in het beleidsplan 1978 - 1982 aange
kondigde subsidieverdeelsleutel geheel overeenkomt met de thans aan U
voorgelegde voorstellen.
Overigens zijn wij in dat beleidsplan uitgegaan van een gemeentelijk sub
sidie op basis van de thans geldende regeling. Ten opzichte van de laatst
genoemde regeling betekent de thans voorgestelde verdeling een subsidie
verlaging met ingang van 1978 met rond 39-500,per jaar. Met de thans
aangeboden gemeenschappelijke regeling waarin de voorgestelde subsidie
wijzigingen zijn verwerkt, kunnen wij ons verenigen.
3. Tryater.
Het nadelig exploitatiesaldo wordt tot dusverre als volgt verdeeld:
40% ten laste van het Rijk,
40% t en laste van de provincie Friesland,
20% ten laste van de Friese gemeenten.
De gemeentelijke subsidies worden berekend naar rato van het inwoners
aantal, daarbij rekening houdend met een extra vestigingssubsidie van de
gemeente Leeuwarden.
In de gemeentebegroting 1977 wordt op basis van deze regeling een subsidie
geraamd van 56.300,
Thans wordt voorgesteld het nadelig exploitatiesaldo als volgt te verdelen:
Rijk 40%
provincie Friesland 50%
Friese gemeenten 10% waarvan voor de gemeente van vestiging
(Leeuwarden) 50%, terwijl de andere 50% wordt verdeeld tussen de gemeenten
Smallingerland, Sneek en Heerenveen op basis van het aantal inwoners.
In overleg met de Colleges van B. en V. van de hierboven genoemde gemeenten,
menen wij aan de subsidiëring de volgende voorwaarden te moeten verbinden:
a. aan alle gemeenten zal worden gevraagd een subsidie van 500,per
openbare voorstelling van het gezelschap in haar gemeenten te verstrekken
(hiermede komt het bezwaar te vervallen: "Tryater treedt hier niet op");
b. Tryater dient de verplichting te aanvaarden, dat zij in de komende jaren
de hierna genoemde aantallen openbare voorstellingen - gespreid over de
provincie - zal verzorgen:
in 1978 - 60 openbare voorstellingen,
in 1979 70 openbare voorstellingen,
in 1980 - 80 openbare voorstellingen;
c. een waarnemer van de subsidiërende instanties zal in de vergaderingen
van het bestuur van Tryater aanwezig mogen zijn en aan de besprekingen
en discussies mogen deelnemen, teneinde onder meer inspraak te hebben
in de budgettering;
d. na twee jaar zal worden nagegaan of het Friestalige beroepsgezelschap
Tryater in aanmerking kan komen voor continuëring van een gemeentelijke
subsidieverlening en, zo ja, hoe deze dient te worden gerealiseerd.
Ten aanzien van het vorenstaande merken wij het volgende op.
Bij de raming van het gemeentelijk subsidie zijn wij in het beleidsplan
1978 - 1982 in afwachting van voorstellen omtrent een nieuwe subsidie
verdeling uitgegaan van een exploitatie-subsidie van 0,30 per inwoner,
vermeerderd met een gelijk bedrag als vestigingssubsidie.
In totaal is een bedrag geraamd van 52.360,
De nieuwe subsidieregeling gaat, zoals hierboven is gesteld, uit van een
bijdrage van onze gemeente van 3% van het nadelig exploitatiesaldo. Op
begrotingsbasis resulteert dit in een subsidie van 61.150,ofwel
8.790»meer dan in de gemeentebegroting 1978 is opgenomen.
Tenslotte wijzen wij er op, dat het voorstel tot subsidiëring van de
hierbedoelde drie gezelschappen met name door de provincie Friesland - wat
de verdeling van de lasten betreft - als één geheel wordt beschouwd. Met de
drie andere gemeenten, die bereid zijn het gemeentelijk aandeel in het te
kort van Tryater te garanderen, zijn ook wij van mening, dat de verdeling
van de subsidie-lasten over de gemeenten als een totaliteit benaderd moet
worden. Indien niet alle gemeenten het voorstel aanvaarden, zal dit niet
alleen consequenties voor alle andere gemeenten hebben, maar zal ook aan
provinciale zijde de vrijheid tot heroverweging aanwezig zijn.
Resumerend geven wij TJ onderstaand een overzicht van de financiële
consequenties voor onze gemeente die het gevolg zullen zijn van het aanvaar
den van de voorgestelde regelingen: