3 - 14
p 107. Acht het college het niet zinvol
dat de Stadsvernieuwingscorporatie
in nieuwe gebieden zoals b.v. de
binnenstad en Huizum-Bornia aan
de slag gaat en haar takenpakket
uitbreidt door ook bouwtechnisch
onderzoek te verrichten?
R 108. In welke mate worden bewonersor
ganisaties in staat gesteld om-in
de meer privé-sfeer - sociaal,
technisch - onder meer door in
schakeling van de S.V.K. (stads-
vernieuwingskorporatiezelf
onderzoeken ter hand te nemen?
A 109. Steeds weer blijkt dat in nogal 109/
wat wijken, waar de projectmatige 111.
aanpak van de stadsvernieuwing
op gang is gekomen, het vertrou
wen tussen de ambtelijke project
groep enerzijds en de contactgroep,
bewoners(organisatiesanderzijds
vermindert en in enkele gevallen
dreigt om te slaan in een open-
li jke vijandschap Bit wordt voor
namelijk veroorzaakt doordat de
ambtelijke projectgroepen in hun
burcht aan de Wissesdwinger de
plannen uitbroeden zonder dat de
(vertegenwoordigers van de) be
woners het idee hebben dat zij
enige invloed hierop kunnen uit
oefenen noch dat zij de beschik
king krijgen over alle motieven
die er achter zitten. Zij worden
tot op heden zorgvuldig buiten de
keuken gehouden. Bij minstens één
reeds eerder toegezonden rapport
"Evaluatie Projectorganisatie"
volstaan wij met op te merken dat
wij geen aanleiding zien deze
organisatie-opzet te wijzigen.
Be daadwerkelijke uitvoering van
stadsvernieuwingsplannen geschiedt
vanzelfsprekend door en/of onder
begeleiding van de technische
diensten. Voor zover de uitvoering
betrekking heeft op verbetering
van het particulier woningbezit
menen wij dat een en ander dient
te geschieden onder begeleiding
van niet-ambtelijke project
bureau'^ b.v. zoals thans in de
wijken rondom de binnenstad via
de Stadsvernieuwingscorporatie.
Uitbreiding van het takenpakket
van de Stadsvernieuwingscorporatie
op het gebied van bouwtechnisch
onderzoek achten wij als regel
niet noodzakelijk omdat dit onder
zoek geschiedt door en onder ver
antwoordelijkheid van de Bienst
Stadsontwikkeling in het kader van
de projectorganisatie. In inciden
tele gevallen zou het praktisch
kunnen zijn de Stadsvernieuwings
corporatie in te schakelen.
108. Indien daartoe aanleiding bestaat
worden in overleg met de wijkor-
ganisaties bij de dienstverlening
andere organisaties en personen
betrokken.
M.b.t. het functioneren van de
projectorganisatie verwijzen wij
naar het u reeds toegezonden rapport
"Evaluatie Projectorganisatie"
Op verzoek van de Commissie voor
de Ruimtelijke Ordening is de
behandeling van dit rapport uit
gesteld totdat ook beschikt kan
worden over een evaluatierapport
m.b.t. het functioneren van
contactgroepen. Wij streven er
naar beide rapporten binnenkort
ter discussie te stellen. Baarbij
kunnen de hier gestelde vragen
worden betrokken.