I I Verordening op de heffing en invordering van precariorechten (Precarioverorde- ning 1978). Bijlage no. 523 Leeuwarden, 8 december 1977. Aan de Gemeenteraad. De huidige precarioverordening met de daarin vermelde tarieven dateert van 1938. Daarnaast bestaat nog de verordening "Tijdelijk straatgebruik" van 1900. Het daarin vermelde tarief voor het gebruik van de openbare grond t.b.v. bouwwerken (3 cent per m2 per dag) dateert van 1920. Voorts bestaat er nog de verordening "Staangeld voor woonwagens" van 1932 en een verordening "Staangeld voor motorvoertuigen en voor andere voer tuigen voor standplaatsen op gemeentelijke terreinen" van 1935 en 1937. Laatst genoemde verordeningen worden niet meer toegepast. Het is duidelijk, dat de in deze verordeningen vermelde tarieven geen enkel verband houden met het huidige prijsniveau en dat de heffing qua op brengst ten opzichte van de perceptiekosten in feite niet langer verantwoord is. De heffing van precariorechten heeft voornamelijk een fiscaal karakter. Het gaat dus om de opbrengst. Een eis, waaraan deze heffing moet voldoen, is dan ook dat de preceptiekosten niet hoger mogen zijn dan de opbrengsten. In verband hiermee hebben wij een geheel nieuw ontwerp "Precarioveror dening 1978" samengesteld ter vervanging van de hiervoor genoemde verordenin gen. Dit ontwerp biedt de mogelijkheid een behoorlijke netto meeropbrengst te krijgen. In het nieuwe ontwerp is rekening gehouden met de sedert de wetswijziging van 24 december 1970 van kracht geworden nieuwe wettelijke bepalingen ten aanzien van de gemeentelijke belastingen. Als toelichting op het ontwerp merken wij het volgende op: Precariorechten kunnen worden geheven op grond van artikel 277eerste lid onder 1° en 3° van de gemeentewet. In dit artikel is bepaald, dat voor gemeentebelastingen worden gehouden de door de gemeente gevorderde rechten (anders dan leges) voor: 1. het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst be stemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn; 2. het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond of -water, voor de openbare dienst bestemd. Precario betekent bij wijze van gunst "ter bede", tot wederopzegging toe, het genot of gebruik hebben. Met andere woorden van precario is sprake, wan neer de overheid het gebruik of genot veroorlooft of toelaat. De overheid is vrij het gebruik of genot van de openbare grond of -water op elk door haar gewenst tijdstip te laten beëindigen. Zij handelt dan als overheid q.q. De precariorechten moeten niet worden verward met z.g. recognities. Recognities zijn bedragen die de gemeente vraagt als erkenning van haar eigen domsrecht bij het gebruik van de grond door een particulier. Recognities vloeien voort uit een overeenkomst en dragen dus een privaatrechtelijk karak ter. Precarioheffingen zijn publiekrechtelijke heffingen. Heffing van precariorechten is dus ook niet mogelijk als het gebruik van grond bij overeenkomst is geregeld. Zo is bijvoorbeeld het gebruik van gemeentegrond voor het hebben van benzineverkooppunten in een aantal gevallen geregeld bij privaatrechtelijke overeenkomst. Het komt ook voor, dat de gemeente het gebruik moet gedogen op grond van wettelijke voorschriften (b.v. de Telegraaf- en Telefoonwet 1904). In de ontwerp-verordening is de bevoegdheid tot heffing van precario rechten zowel gebaseerd op punt 1° als punt 3° van het eerste lid van artikel 277 van de gemeentewet.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1977 | | pagina 367