8. Wijst de verlies- en winstrekening van de Stichting over enig jaar een
winstsaldo aan, dan zal de Stichting van een schuld als bedoeld onder
7 aan de gemeente betalen een bedrag gelijk aan die schuld, of zo deze
hoger is dan het winstsaldo tot het bedrag van het winstsaldo;
9. de Stichting verbindt zich tot meerdere zekerheid van de terugbetaling
van al hetgeen de Gemeente uit hoofde van de garantie mocht te vorderen
krijgen van de Stichting, op eerste aanzegging van de Gemeente, aan de
Gemeente het recht van eerste hypotheek te verlenen op de onroerende
goederen, welke met de geldlening zijn verkregen tot een maximaal bedrag,
gelijk aan het nominale bedrag van de geldlening van 200.000,
vermeerderd met de rente van dit bedrag over twee jaar en het lopende
jaar alsmede de kosten, deze laatste posten begroot op 30.000,alzo
in totaal een bedrag groot maximaal 230.000,bij het vestigen van
deze hypotheek zullen de gebruikelijke bedingen gelden;
10. de Stichting is verplicht de aan de geldlening en de aan de garantie
overeenkomst verbonden voorwaarden stipt na te komen;
11. de Gemeente zal, zolang de in deze overeenkomt bedoelde geldlening niet
geheel is afgelost het recht hebben om alle bezittingen van de Stichting
ten behoeve waarvan de geldlening is gesloten met de op die bezittingen
rustende lasten en verplichtingen en alle schulden der Stichting, voor
zoveel die ten behoeve dier bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over
te nemen tegen een vergoeding ten bedrage van het voor de verwerving en
instandhouding van die bezittingen aangewende deel van het eigen vermo
gen der Stichting, benevens eventueel een naar het oordeel van Burge
meester en Wethouders billijke vergoeding voor liquidatiekosten;
12. alle kosten en rechten, vallende op het afsluiten van de garantieover
eenkomst en op de eventuele hypotheekvestiging, komen ten laste van de
Stichting;
13. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, zolang de in de garantieovereen
komst bedoelde geldlening niet geheel is afgelost, zo nodig nadere voor
waarden te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Advies van de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge de
Bouwverordening met betrekking tot het beroepschrift van de heer C.
Tadema.
Bijlage nr. 525. Leeuwarden, 8 december 1977-
Aan de Gemeenteraad.
De heer C. Tadema te Leeuwarden, heeft namens de heer Ypma, bij de
Gemeenteraad beroep ingesteld tegen het besluit van Burgemeester en Wet
houders van 2 augustus 1977, nr. B 291/77- Bij dit besluit is het verzoek
van de heer Ypma om bouwvergunning voor het bouwen van een bungalow op
een terrein aan het Longkruid, alhier, geweigerd op grond van de overwe
ging, dat het bouwplan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.
Burgemeester en Wethouders hebben het beroepschrift, vergezeld van
hun advies van 3 oktober 1977, in handen van de commissie gesteld.
Het beroepschrift is binnen de daarvoor in de Woningwet gestelde
termijn ingediend, zodat appellant in zijn beroep kan worden ontvangen.
Appellant heeft, evenals een vertegenwoordiger van Burgemeester en
Wethouders, gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid om in een vergade
ring van de commissie te worden gehoord. Het verslag van de betreffende
commissievergadering treft U bij de stukken aan.
De gronden welke appellant in beroep aanvoert, hebben wij verkort
weergegeven in bijgevoegd ontwerp-besluit
Aangezien het weigeringsbesluit uitsluitend is gegrond op welstands
overwegingen achtte de commissie het zinvol - op grond van de bevoegdheid
opgenomen in artikel 390B, lid 5 van de Bouwverordening - zich in deze
zaak te doen voorlichten door de Hogere Schoonheidscommissie.
Het standpunt van deze commissie, vervat in de voor U bij de stukken
ter inzage liggende brief van 24 november j1is verkort weergegeven
in het ontwerp-besluit.
Wij zien geen redenen welke het noodzakelijk maken om van het stand
punt van de Hogere Schoonheidscommissie af te wijken.
Ook overigens ziet de commissie geen argumenten, welke aanleiding
kunnen geven het aangevochten besluit te wijzigen.
Wij stellen U dan ook voor op grond van de overwegingen, die zijn
opgenomen in het ontwerp-besluit, het ingestelde beroep ongegrond te ver
klaren en het aangevochten besluit te handhaven.
De Commissie van advies inzake beroepschriften
ingevolge de Bouwverordening,
Mr. J.J. Keuning Voorzitter.
Mr. L.P.A. van Kats
Secretaris.