Nr. 18.362.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Beschikkend op het beroepschrift, ingekomen op 29 augustus 1977 van
C. Tadema te Leeuwarden, optredende als gemachtigde van de heer A. Ypma
te Leeuwarden, tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders van 2
augustus 1977» nr. B 291/77» waarbij bouwvergunning is geweigerd voor het
bouwen van een bungalow op een terrein aan het Longkruid, alhier, kada
straal bekend gemeente Huizum, sectie G, nr. 935 (gedeeltelijk);
overwegende, dat Burgemeester en Wethouders het aangevochten besluit
hebben gegrond op de motivering dat het gewenste bouwwerk voor wat be
treft de architektonische vormgeving niet past in de omgeving en de te
verwachten ontwikkeling daarvan en derhalve niet voldoet aan redelijke
eisen van welstand;
dat in beroep wordt aangevoerd, dat het bouwwerk qua materiaalgebruik
zal aansluiten bij de woningen in de onmiddellijke omgeving mede gelet op
het feit dat de gevels traditioneel gehouden zijn, terwijl van twee aan
grenzende eigenaren/bewoners een verklaring is ontvangen dat zij tegen
het bouwplan geen bezwaren hebben;
dat de woning, door de gekozen vorm,vele voordelen heeft boven die
welke tot nu toe zijn gebouwd;
overwegende dat artikel 34 van de Bouwverordening bepaalt, dat het
uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk zodanig moeten zijn, dat het
bouwwerk zowel op zichzelf als in verband met de bestaande omgeving of
de te verwachten ontwikkeling daarvan, voldoet aan redelijke eisen van
welstand;
dat het bouwwerk is geprojecteerd op een terrein dat deel uitmaakt
van een viertal terreinen, waarvan twee zijn bebouwd;
dat deze terreinen gelet op de reeds bestaande bebouwing nopen tot
rechthoekige vormen;
dat het bouwplan uitgaat van een geleding in drie bouwblokken waar
tussen een driehoekige restruimte, op welke restruimte een zeer weinig
expressief van vorm zijnde kap is geplaatst;
dat de geleding in de plattegrond hierdoor weinig waarneembaar is,
hetgeen wordt versterkt door het overal op dezelfde hoogte doorlopende
boeiboord;
dat de geringe grootte van het bouwterrein vraagt om een aanpassing
van een daarop te bouwen woning aan datgene, wat in de omgeving reeds is
gebouwd
dat het bouwplan ook voor wat betreft de gevelbelijning afwijkt van
de omgeving;
dat het bouwplan qua vormindeling en richting van de gevels storend
in de omgeving zal werken omdat geen relatie zal ontstaan met de belen
dingen;
dat het bouwplan gelet op het vorenstaande niet kan worden beschouwd
te voldoen aan redelijke eisen van welstand als bedoeld in artikel 34-
van de Bouwverordening;
gezien het advies van 8 december 1977 van de Commissie van advies
inzake beroepschriften ingevolge de Bouwverordening (Bijlage nr. 525);
mede gelet op het advies van de Hogere Schoonheidscommissie van 24
november 1977;
gelet op de artikelen 47» 1e lid en 48, 1e lid onder a van de Woning
wet;