dat evenwel nu het hier gaat om z.g. "gebonden beschikkingen" en
afgezien hiervan, de algemene belangen, welke de aangevochten beschik
kingen beogen te beschermen, het oprichten van het beoogde benzinever
kooppunt niet verdragen, de opgewekte verwachtingen er niet toe kunnen
leiden, dat de vereiste vergunningen alsnog worden verleend;
dat het echter uit een oogpunt van behoorlijk bestuur redelijk is
dat de heer de Ruiter een billijke tegemoetkoming verkrijgt in de
schade welke hij lijdt doordat de opgewekte verwachtingen niet'worden
gehonoreerd
gezien zijn besluit van 17 oktober 1977» nr„ 14267, waarbij de be
slissing op het beroepschrift is verdaagd tot uiterlijk 27 december
1977;
gelet op de artikelen 47, 48, 58 en 51 van de Woningwet, artikel
21 van de V/et op de Ruimtelijke Ordening on op de artikelen A13 en C14
van de Algemene Politieverordening;
besluit
A1. Ten behoeve van het verlenen van een vergunning, aan de heer de
Ruiter, voornoemd, voor de bouw van een installatie voor de op
slag en aflevering van petroleum en dieselolie, zoals deze is op
genomen in zijn bouwaanvrage van 12 mei 1977, een verklaring van
geen bezwaar als bedoeld in artikel 50, lid 8, van de V/oningwet,
aan te vragen;
2.het besluit van 5 juli 1977, nr. B 274/77, van Burgemeester en
Wethouders voor zover dit betreft de aanhouding van de beslissing
op de bouwaanvrage voor een installatie voor de opslag en afle
vering van benzine, superbenzine en L.P.G. te handhaven;
B1-Aan de heer de Ruiter, voornoemd, vergunning als bedoeld in arti
kel C14 van de Algemene Politieverordening te verlenen voor een
installatie voor de opslag en aflevering van petroleum en diesel
olie zoals deze is opgenomen in zijn bouwaanvrage van 12 mei 1977;
2.het besluit van Burgemeester en Wethouders van 8 juli 1977 voor
zover dit betreft de weigering van een vergunning, ingevolge ar
tikel C14 A.P.V., voor een installatie voor de opslag en afle
vering van benzine, superbenzine en L.P.G. te handhaven;
C. Burgemeester en Wethouders op te dragen:
1. met de heer de Ruiter, voornoemd, in overleg te treden over
een (minnelijke) regeling, op grond waarvan deze een billijke
tegemoetkoming in de schade kan ontvangen, als gevolg van het
niet verkrijgen van de vereiste bouwvergunning en de vergunning
ingevolge artikel C 14 van de Algemene Politieverordening voor
de gehele installatie voor de opslag en aflevering van motor
brandstoffen;
2. deze regeling ter goedkeuring aan hem - de Raad - voor te leggen
voor het beschikbaar stellen van het benodigde krediet;
I) Het ingestelde beroep, voorzover daaraan volgens de hierboven ver
melde punten A1B1 en C niet wordt tegemoetgekomen, ongegrond
te verklaren.
Aldus vastgesteld in de openbure
vergadering van
Voorzitter
Secretaris
N.Bo Appellant kan tegen deze beslissing beroep instellen bij de
afdeling rechtspraak van de Raad van State, Binnenhof 1, te
s-Gravenhageo Het beroepschrift moet daar, voorzien van naam
en adres, binnen dertig dagen na de verzending van dit besluit
in tweevoud worden ingediend, onder bijvoeging van kopieën van
de desbetreffende stukken. Tevens dient een griffierecht van
25,- te worden gestort op gironummer 507590, t.n.v, de Griffie
van de Raad van State; eerst daarna wordt het beroepschrift in
behandeling genomen0