10-3
R 292. De Raad voor de Maatschap
pelijke Dienstverlening is van
mening dat het gestelde aan
gaande een crisiscentrum slecht
geadstrueerd en "beargumenteerd
is. Er worden meer vragen opge
roepen dan er worden beantwoord.
De raad vraagt zich dan ook af
of de hier geboden oplossing
wel de juiste is.
P 293. Is het college ook van mening
dat zowel in het algemeen als
ook in uw opmerkingen met be
trekking tot het eventueel
realiseren van een crisisop
vang tè vanzelfsprekend gedacht
wordt aan psychiatrische opvang?
GDiversen.
R 294. Met betrekking tot het gestelde
onder C.C.O.B. dat: de advi
sering voor wat betreft veran
dering van huisvesting voor zo
wel bejaarden als niet-bejaarden
om medische c.q. sociale redenen
meer inhoud zal moeten krijgen
en dat met de woningbouwcorpo
raties besprekingen worden ge
houden om tot een betere coördi
natie te komen, vraagt de Raad
voor de Maatschappelijke Dienst
verlening zich af of dit niet in
de beleidssector Volkshuisves
ting had behoren te staan.
Zouden burgemeester en wethouders
eventueel bereid zijn om op
grond van de Woningwet de woning
bouwcorporaties aan hun taak te
houden?
In hoeverre kan of wil de gemeente
iets afdwingen op dit punt?
C 295- Zit er nog schot in de "Hof-
wij ckzaak"?
Krijgt De Hofwijck de 40 ver
zorgingsbedden waarom zij
gevraagd heeft?
294» De besprekingen met de woning
bouwcorporaties hebben tot re
sultaat gehad dat deze instel
lingen op vrijwillige basis
hebben geaccepteerd dat de
G.G.D. in speciale huisvestings-
gevallen bemiddelend optreedt.
Een eerste voorzichtige conclu
sie is dat deze regeling goed
werkt. Zie ook het antwoord op
vraag 82
295* Op het verzoek van De Hofwijck
de bestaan verpleeghuisbedden te
mogen omzetten in verzorgings
bedden is door de minister van
Cultuur, Recreatie en Maat
schappelijk Werk afwijzend be
schikt. Tegen de beslissing van
deze Minister heeft De Hofwijck
beroep aangetekend bij de Raad
van State.
De uitspraak van de Raad van
State heeft nog niet plaats
gevonden.