Nr. 2000. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 februari 1978(bijlage nr. 54); BESLUIT aan C. Tadema, wonende te Leeuwarden, Bordineweg 58, voor onbepaalde tijd het recht van opstal te verlenen op een gedeelte ter grootte van plm. 537 m2 van het aan de noordzijde van Tulpenburg gelegen perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G, nummer 15724» welk perceelsgedeelte op de bij dit besluit behorende tekening met een blau we kleur is aangegeven, zulks onder de volgende bepalingen en bedingen: 1. opstalhouder is verplicht jaarlijks vóór of op 1 juli aan de gemeente te voldoen bij vooruitbetaling een vergoeding van 1.548, bij niet- of niet-tijdige betaling van deze vergoeding heeft de gemeen te de bevoegdheid dadelijk het opstalrecht te doen beëindigen zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke uitspraak zal zijn vereist; 2. opstalhouder kan het onroerend goed in eigen gebruik en genot aanvaar den op de datum van het passeren van de opstalakte, in de staat, waar in het zich bevindt, met alle daaraan verbonden heersende en lijdende erfdienstbaarheden, rechten en lasten; de gemeente waarborgt de opstalhouder het rustig en vreedzaam bezit van zijn recht van opstal; de gemeente zal het onroerend goed niet verder met erfdienstbaarheden of andere zakelijke rechten mogen belasten; verschil tussen de werkelijke en de hiervoor opgegeven grootte zal geen aanleiding geven tot enigerlei rechtsvordering, hoe ook genaamd; 3. opstalhouder is gerechtigd op het onroerend goed die gebouwen, werken of beplantingen op te richten, waaraan de omvang, de aard en de bestem ming vooraf zijn goedgekeurd door Burgemeester en Wethouders; 4. de onroerend-goedbelasting en alle verdere lasten, welke van het onroe rend goed worden geheven, komen voor rekening van de opstalhouder met ingang van de datum van het passeren van de opstalakte en blijven te zijnen laste tot de eerste januari na het einde van het opstalrecht; 5. de onder 1 gemelde vergoeding moet worden voldaan zonder enige kosten, korting, inhouding of vergelijking; 6. het is de opstalhouder bekend, dat de opstallen, werken of beplantingen te zijner tijd verwijderd dienen te worden ten behoeve van de verwezen lijking van stedebouwkundige maatregelen, verkeersvoorzieningen en der gelijke; in verband hiermede heeft de gemeente Leeuwarden de bevoegdheid het op stalrecht te allen tijde te beëindigen met inachtneming van een opzeg termijn van 5 maanden, indien zij met het oog op de uitvoering van be doelde maatregelen c.q. voorzieningen tot afbraak van het bouwwerk dan wel tot verwijdering van de werken of beplantingen wenst over te gaan;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 104