- 2 - Het "verslag van de buurtkomitees over de Woningvereniging Leeuwarden" ware derhalve op dit moment voor kennisgeving aan te nemen. Nadere voorstellen hopen wij U zo spoedig mogelijk te doen. Wij stellen U voor de buurtkomitees van het voorgaande in kennis te stellen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris. Restaureren pijpen de Brol. Bijlage no. 63. Leeuwarden, 9 februari 1978. Aan de Gemeenteraad. Eind vorig jaar is geconstateerd, dat de zich boven de waterlijn bevindende constructie van de Brol-pijpen in een zeer slechte staat verkeert, waarbij de oostelijke pijp (van de Kelders naar de Weaze) er het ergst aan toe is. De toestand is dermate verontrustend, dat reeds maatregelen moesten worden genomen in die zin, dat het oostelijk pijpgedeelte voor alle verkeer is afgesloten en dat door een wijziging van de rijrichting de pijp van Kelders naar Naauw zo weinig mogelijk door het verkeer wordt belast. Uiteraard kan de thans bestaande situatie niet gehandhaafd blijven. Het is gewenst op zo kort mogelijke termijn tot herstel van de gehele Brol (hiermee is een totale lengte van rond 60 m pijp gemoeid) over te gaan. Blijkens een ontvangen technisch rapport zijn er drie mogelijkheden om tot herstel van de pijpen te geraken, nl. a. de pijpen afbreken en geheel vernieuwen (kosten globaal 1.500.000, b. de pijpen versterken door middel van injecteren met een soort epoxy hars (kosten globaal 250.000,en c. de draagkracht van de pijpen versterken met behulp van zgn. spuitbeton (kosten globaal 350.000, Aangezien de Brol een beschermd monument is, is voor de te treffen voorzieningen een vergunning van de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk nodig. Uit ambtelijk overleg is ons gebleken, dat voor de verwezenlijking van mogelijkheid a. wellicht niet de nodige medewerking zal worden verkregen, omdat de pijpen van de Brol, met die van de Lange Pijp, nog de oorspronkelijke middeleeuwse afmetingen bezit ten. Mede gelet op de kosten hebben wij deze mogelijkheid verder buiten beschouwing gelaten. Over mogelijkheid b. is het advies gevraagd van een drietal bedrijven, die zich op de moderne methode van het injecteren van bouwwerken hebben gespecialiseerd. Gelet op de uitgebrachte adviezen zijn wij met de directeur Open bare Werken vnn de Dienst Stadsontwikkeling van mening, dat mogelijkheid b. niet voldoende zekerheden biedt voor een afdoende uitvoering van de herstelwerkzaamheden. De behandeling van de pijpen met spuitbeton (mogelijkheid c.) bestaat uit het aan de onderzijde aanbrengen van een laag gewapend beton ter dikte van 10 cm. Aangezien de pijpen ernstig waterdoorlatend zijn zal de bovenzijde van de pijpen waterdicht moeten worden afgedekt, hetgeen is te verwezenlijken door het aanbrengen van een laag spuitbeton ter dikte van 5 cm op de pijpen. Aldus zal volgens genoemde directeur het herstel op de meest verantwoorde wijze kunnen plaatsvinden, een mening, die door de Commissie Openbare Werken wordt gedeeld. Aangenomen mag worden, dat ook de Rijksdienst voor de Monumentenzorg zich met deze mogelijkheid kan verenigen. Wij merken nog op, dat het moet worden betreurd, dat het oor spronkelijke metselwerk van de pijpen onder een laag spuitbeton zal moe ten verdwijnen, doch wellicht kan door een kleuring van het spuitbeton de "visuele schade" tot een minimum worden beperkt. Dit zal in het werk nog worden bezien.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 117