J
Vaststelling van het bestemmingsplan "Vogelwijk".
Bijlage no. 65. Leeuwarden, 9 februari 1978.
Aan de gemeenteraad.
Onlangs is gereed gekomen het ontwerp-bestemmingsplan "Vogelwijk".
Dit bestemmingsplan heeft betrekking op het gebied, dat begrensd
wordt door de Harlingerstraatweg, de Leeuwerikstraat, de Mr. P.J. Troel-
straweg en de Spanjaardslaan. Voor dit gebied is momenteel geen bestemmings
plan van kracht.
Als belangrijkste uitgangspunt voor dit bestemmingsplan heeft ge
golden, dat ook in de toekomst het wonen als voornaamste functie in dit
gebied gehandhaafd moet blijven. Ook het gebiedje Landbuurt heeft weder
om een woonfunctie gekregen in het plan. Overigens heeft het plan een min
of meer conserverend karakter. Verder mogen wij TJ verwijzen naar de
toelichting op het plan.
Het ontwerp-bestemmingsplan heeft met ingang van 16 juni 1977 gedurende
een maand ter secretarie voor een ieder ter inzage gelegen.
Op 15 juli 1977 is een bezwaarschrift ingediend door de heer ir. J.G.C.
Vegter, Harlingerstraatweg 26 te Leeuwarden. De brief is ten onrechte
gericht aan ons college. Wij gaan er - gezien de inhoud - evenwel van uit,
dat deze aan Uw raad is geadresseerd.
In verband met een omissie ten aanzien van de publicatie was het nood
zakelijk het ontwerp-plan opnieuw ter visie te leggen. Dit is gebeurd met
ingang van 7 november 1977. De heer Vegter heeft binnen de gestelde termijn,
bij brief van 17 november j.l. laten weten zijn bezwaarschrift onverkort
te handhaven.
Het bezwaarschrift is mede uit naam van de heer G. Steen, Harlinger
straatweg 28 en de heer en mevrouw S. Douma-BeekhuisHarlingerstraatweg 30,
alhier, ingediend.
Deze bezwaren van reclamant richten zich tegen een aantal onderdelen
van het plan.
a. Reclamant wijst er op, dat de panden langs de Harlingerstraatweg
en de Spanjaardslaan zijn bestemd voor Eengezinshuizen klasse B. Deze
bestemming is in hoofdzaak gericht op het handhaven van de woonfunctie.
Veelal is een gedeelte van deze panden in gebruik genomen als praktijk
ruimte, kantoor of dergelijke. Voor wat betreft een zestal panden is de
woonfunctie evenwel geheel verdwenen ten koste van een functie als dienst
verlenend bedrijf. Hij heeft er bezwaar tegen, dat dit aantal volgens
het bestemmingsplan mag worden uitgebreid tot 9> aangezien daardoor het
woonklimaat nog meer zal worden aangetast. Met de kwalitatieve afbakening
van de woonfunctie, zoals deze in het plan voorkomt, is hij het niet eens.
Hieromtrent merken wij op, dat wij ons daarbij niet zozeer hebben
laten leiden door het bestaande aantal, maar door de overweging, dat ten
minste 80% van het totale aantal panden een woonfunctie dient te hebben,
Voorts is als eis in het plan opgenomen, dat het woonklimaat niet wezenlijk
mag worden aangetast.
Gevolg geven aan de suggestie van reclamant zal er naar onze mening
toe leiden, dat het bestemmingsplan een erg statisch karakter krijgt.
Mogelijke verschuivingen in de dienstverlenende sector in de buurt zullen
daardoor worden bemoeilijkt, terwijl elke geringe aanvaardbare uitbouw
van deze functie onmogelijk wordt.