- 2 - Weliswaar eisen zowel de Kleuteronderwijswet als de Lager-onderwijswet 1920, dat bij aanvragen om medewerking voor schoolstichting een ver klaring is gevoegd, waaruit blijkt, dat de te stichten scholen door een bepaald minimum-aantal kinderen zullen worden bezocht, doch blij kens de ter zake bestaande jurisprudentie behoeft deze verklaring niet in alle gevallen een van handtekeningen van ouders voorzien stuk te zijn. In bepaalde gevallen kan ook met een verklaring van het school bestuur genoegen worden genomen. In de onderhavige situatie achten wij daartoe alleszins aanleiding. Aangezien de scholen bij de opening (de vermoedelijke openings datum is gesteld op 1 augustus 1981) zullen worden bezocht door het wettelijk vereiste minimum-aantal leerlingen en kleuters voor resp. het gewoon lager onderwijs en het kleuteronderwijs en het verzoek om medewerking ook overigens voldoet aan de wettelijke vereisten, dient naar onze mening de gevraagde medewerking te worden verleend. Onder mededeling, dat de Commissie voor het Onderwijs zich met het vorenstaande kan verenigen, stellen wij U voor te besluiten overeen komstig bijgevoegd ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris. Nr. 3217. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het op 27 december 1977 ingekomen gezamenlijke verzoek van de besturen van de Vereniging voor Protestants Christelijk Basis onderwijs en de Vereniging voor Christelijk Kleuteronderwijs, beide gevestigd te Leeuwarden, om medewerking voor het stichten van een twaalfklassige school voor gewoon lager onderwijs met een gymnastiek lokaal en een kleuterschool bestaande uit vier werklokalen en twee speellokalen, onder te brengen in één gebouw, dat gesitueerd is in de in het bestemmingsplan Camminghaburen voor het bijzonder onderwijs bestemde lokatie; overwegende, dat ingevolge artikel 51 eerste lid van de Kleuter onderwijswet, resp. artikel 73» onder a. van de Lager-onderwijswet 1920, bij de aanvraag om schoolstichting ondermeer een verklaring moet worden overgelegd, waaruit blijkt, dat de te stichten kleuterschool bij de opening zal worden bezocht door tenminste 60 kleuters, die de leeftijd van tenminste vier jaren en ten hoogste vijf jaren en zes maanden hebben bereikt en de te stichten school voor gewoon lager onder wijs bij de opening door tenminste 100 leerlingen zal worden bezocht; dat bij het ingediende verzoek om medewerking niet zijn overge legd de gebruikelijke van de handtekeningen van de ouders voorziene lijsten met namen van de kinderen, die de op te richten scholen zullen bezoeken; dat blijkens de ter zake bestaande jurisprudentie een zodanige verklaring niet in alle gevallen een van handtekeningen van ouders voor zien stuk behoeft te zijn en dat in bepaalde gevallen met een verklaring van het schoolbestuur genoegen kan worden genomen; dat er in de onderhavige situatie alle aanleiding is zulks te doen; dat immers op grond van de huidige prognose omtrent de voor het kleuteronderwijs en het gewoon lager onderwijs te verwachten aantallen kleuters en leerlingen in Camminghaburen en op grond van de thans be staande verhouding tussen de aantallen kleuters en leerlingen van de scholen van de verschillende richtingen, mag worden aangenomen, dat voor de scholen waarvoor de medewerking wordt gevraagd, voldoende leer lingen aanwezig zullen zijn; dat de aanvraag ook overigens voldoet aan de in artikel 50 e.v. van de Kleuteronderwijswet en artikel 72 e.v. van de Lager-onderwijswet 1920 omschreven vereisten; gelet op het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 2 maart 1978 (bijlage nr. 96); BESLUIT: de gevraagde medewerking te verlenen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 187