- 2 - 5. Bij de beslissing op een verzoek om een bijdrage houdt de commissie rekening met de aanleg en de studieresultaten van belanghebbende, dan wel met de verwachtingen daaromtrent, en met de bijzondere omstandighe den van belanghebbende of van het gezin waartoe hij behoort. 6. De commissie kan terzake van de studieresultaten van belanghebbende in lichtingen inwinnen bij het desbetreffende onderwijsinstituut en terza ke van bijzondere omstandigheden van belanghebbende of van het gezin, waartoe hij behoort, bij terzake kundig te achten personen of instellin gen. Artikel 4« 1De commissie kan terzake van de vaststelling van het bedrag, bedoeld in artikel 2, voorstellen doen aan de Raad. Zij zendt deze voorstellen in bij Burgemeester en Wethouders. 2. Burgemeester en Wethouders delen aan de commissie de beslissing op haar voorstellen mee, in voorkomend geval nadat daarop de hogere goedkeuring is verkregen. 3. Uitgaven terzake van het fonds worden bevolen door Burgemeester en Wet houders, na fiattering door de voorzitter en de secretaris van de commis sie. Artikel 3. 1. De commissie is voor het door haar gevoerde beleid verantwoording schuldig aan de Raad. 2. Jaarlijks vóór 1 april verstrekt de commissie aan de Raad een overzicht van de toegekende bijdragen. Dit overzicht wordt zodanig opgesteld, dat de anonimiteit van de belanghebbenden volledig is gewaarborgd. 3. Burgemeester en Wethouders oefenen op hét in het eerste lid bedoelde be leid toezicht uit. 4» De commissie verstrekt daartoe aan Burgemeester en Wethouders desgevraagd alle inlichtingen. Artikel 6. Bij de uitoefening door de commissie van haar bevoegdheden vinden de bij de gemeentewet voor Burgemeester en Wethouders gestelde regelen, voor zover in deze verordening niet anders is bepaald, voor zoveel mogelijk over eenkomstige toepassing. Samenstelling. Artikel 7» 1De commissie telt zeven leden. 2. De wethouders van onderwijs is ambtshalve lid en voorzitter van de com missie. 3. De overige leden worden benoemd door de Raad, met dien verstande, dat; a. twee leden worden benoemd door de Raad uit zijn midden; b. vier leden worden benoemd uit de directies van de scholen voor voort gezet onderwijs in de gemeente, op aanbeveling van Burgemeester en Wethouders c. In afwijking van het bepaalde onder b kunnen, op aanbeveling van Burgemeester en Wethouders, door de Raad in bijzondere gevallen ten hoogste twee leden worden benoemd uit hoofde van hun deskundigheid. 4. Bij de benoeming van de in het vorige lid onder b bedoelde leden wordt er rekening mee gehouden, dat het openbaar en het bijzonder onderwijs in de commissie naar evenredigheid zijn vertegenwoordigd. 5. Behoudens het bepaalde in het zevende lid van dit artikel, worden de leden benoemd voor een periode van vier jaren. De voor een benoeming geldende regelen zijn op een herbenoeming van toepassing. 6. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing op de leden, be doelde in het tweede lid en het derde lid onder a. Deze leden treden af op de dag, waarop de zittingsperiode van de Raad eindigt. Indien zij tussentijds ophouden lid van de Raad te zijn, houdt daarmee tevens hun lidmaatschap van de commissie op. 7. Ieder jaar met ingang van 1 september, voor de eerste maal in 1979, treedt één van de in het derde lid onder b bedoelde leden af, volgens een rooster, door de commissie op te stellen. 8. Het lidmaatschap van de leden als bedoeld in het derde lid onder b en c eindigt voorts: a. door bedanken; b. door het bereiken van de zeventigjarige leeftijd; c. door overlijden. Het lidmaatschap van de leden als bedoeld in het derde lid onder b ein digt tevens wanneer het betreffende lid niet langer deel uitmaakt van de directie vaneen instelling van voortgezet onderwijs. 9. Hij, die in een tussentijdse vakature wordt benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moe ten aftreden. Artikel 8. Het bepaalde in artikel 26 onder a en c van de gemeentewet is op de le den van de commissie van overeenkomstige toepassing. Functionarissen. Artikel 9. 1De commissie kiest uit haar midden een vice-voozitter. 2. Aan de commissie wordt een door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen ambtenaar ter secretarie als secretaris toegevoegd. De secretaris maakt geen deel uit van de commissie en heeft daarin geen stemrecht. Hij wordt bij afwezigheid vervangen door een door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen adjunct-secretaris. 3. De stukken, die van de commissie uitgaan, worden getekend door de voor zitter en de secretaris. Vergaderingen. Artikel 10. 1. De voorzitter roept de commissie bijeen, stelt plaats, datum en tijdstip van de vergadering vast en draagt zorg voor de uitvoering van haar be sluiten. 2. De voorzitter roept de commissie binnen veertien dagen bijeen, wanneer tenminste drie leden schriftelijk, met opgave van redenen, een vergade ring hebben gevraagd. 3. De oproepingsbrieven worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste één week voor het houden van de vergadering aan de leden toegezon den. Zij vermelden zo veel mogelijk de zaken, waarvoor de vergadering is belegd. Artikel 11 1In spoedeisende gevallen kan de commissie ook besluiten nemen zonder in vergadering bijeen te zijn door middel van schriftelijk of telefonisch overleg. Het bepaalde in artikel 14 is hierbij van overeenkomstige toe passing.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 204