2. Indien tenminste één lid in een bepaald geval bezwaar maakt tegen het
nemen van een besluit door middel van schriftelijk of telefonisch over
leg, neemt de commissie niet een besluit zonder in vergadering bijeen
te zijn.
Artikel 12.
De leden van de commissie onthouden zich van medestemmen over zaken,
die hen, hun echtgenoten of hun bloed- of aanverwanten, tot de derde graad
ingesloten, persoonlijk aangaan of waarbij zij als lasthebber zijn betrok
ken.
Artikel 15.
1. Een vergadering vindt geen doorgang, indien niet tenminste de helft van
het aantal leden aanwezig is.
2. Indien een vergadering om de in het vorige lid vermelde reden niet kan
worden gehouden, zal de voorzitter de leden binnen een week daarna voor
een volgende vergadering bijeenroepen. Deze vergadering wordt gehouden,
ongeacht het aantal leden dat is opgekomen.
Artikel 14.
1Indien bij het nemen van een besluit door geen van de leden stemming
wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.
2. Yoor het tot stand komen van een besluit bij stemming wordt de volstrek
te meerderheid vereist van de leden, die aan de stemming hebben deelge
nomen.
5. Dij staking van de stemmen wordt een voorstel geacht niet te zijn aange
nomen.
Beroep.
Artikel 15.
1. Tegen een besluit van de commissie kan de belanghebbende of zijn gemach
tigde schriftelijk beroep instellen bij Burgemeester en Wethouders.
2. Het beroepschrift wordt ingediend binnen dertig dagen na de dag, waarop
de aangevallen beschikking gegeven is of geacht wordt geweigerd te zijn.
5. Burgemeester en Wethouders beslissen binnen twee maanden na ontvangst
van het beroepschrift. Zij kunnen hun beslissing voor ten hoogste één
maand verdagen.
Slotbepaling.
Artikel 16.
1Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening voor het Ge
meentelijk Studiefonds".
2. Zij treedt in werking op 1 september 1978.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
No. 4026 b.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 25 maart 1978
(bijlage no. 105);
BESLUIT:
I. over te nemen de gelden van het studiefonds per 1 september 1978, naar
raming een bedrag van 85.000,
II. een bedrag van 7.000,te beleggen in effecten (staatsleningen).
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.