Rente 1 "beneden de geldende marktrente, zolang er exploitatie
verliezen zijn. Zodra er exploitatie-overschotten zijn, zal
de geldende marktrente betaald moeten worden alsmede, indien
mogelijk, hetgeen in eerdere perioden minder dan de marktrente
is betaald. Zouden er na afloop van de looptijd van de lening
nog steeds exploitatieverliezen worden geleden, dan behoeft er
op de lening in het geheel niet te worden afgelost.
Een en ander zal nog nader in een overeenkomst van geldlening moeten worden
uitgewerkt.
De winstderving die voor de N.V. Frigas ontstaat doordat m Camminghaburen gee
gasnet wordt aangelegd mag niet tot de kosten van stadsverwarming worden gerekend,
De levering van aardgas voor de stadsverwarming kan niet gedurende de in de
door IJ aanvaarde motie genoemde termijn van 20 jaar worden gegarandeerd. De N.E.O.li
is echter, wanneer binnen afzienbare tijd op een andere verwarmingsbron zou worden
overgeschakeld, bereid de hiervoor omschreven lening te verhogen tot 15.000.000,-
in verband met de daaraan verbonden extra investeringen en eventuele extra risico's,
Aangezien aan de exploitatie van de stadsverwarming naast de toezeggingen van
de Minister en de N.E.O.M. toch bepaalde risico's zijn verbonden, zijn wij van mening,
dat deze exploitatie geheel voor rekening en risico van de gemeente Leeuwarden
zal moeten plaatsvinden. Aan de N.V. Frigas zal dan verzocht moeten worden de
exploitatie namens en voor rekening van onze gemeente uit te voeren op dezelfde
wijze als dat met de elektriciteitsvoorziening het geval is.
De subsidie- en leveringsvoorwaarden kunnen op zo korte termijn bekend zijn,
dat de aanleg van de stadsverwarming geen vertraging behoeft te veroorzaken voor
de realisering van het bestemmingsplan Camminghaburen
Gelet op de toezeggingen van de Minister van Economische Zaken en de N.E.O.E
zijn wij - zij het met aarzeling, omdat een aantal risico's thans moeilijk kan worden
overzien - in verband met de belangen van de energiebesparing van mening, dat toch
tot stadsverwarming in Camminghaburen moet worden overgegaan. Een lid van ons
college (wethouder Schaafsma) is het met deze belangenafweging niet eens; naar zijn
oordeel zijn de risico's welke thans aan het invoeren van stadverwarming zijn ver
bonden, te groot.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer
Secretaris
SB£
ÉMMÉÉH
Gestelde voorwaarden.
1. De besturen van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf in Friesland
en van de N.V. Frigas dienen zich bereid te verklaren een stadsver-
warmingsbedrijf te exploiteren, onder nader te stellen voorwaarden
en met vastlegging van de wederzijdse rechten en verplichtingen.
2. Van de Minister van Economische Zaken dient een beslissing te zijn
ontvangen, inhoudende:
a. dat van rijkswege een subsidie zal worden verleend tot tenminste
5.000.000,
b. een garantie van rijkswege, dat tegenvallers bij het tot stand
komen van de stadsverwarming en tijdens de exploitatie daarvan,
voor rekening van het rijk komen, tot tenminste het tijdstip waar
op een sluitende exploitatie kan worden verkregen; als zodanig
kunnen worden genoemd;
1. het vertraagd tot stand komen van de geraamde hogere gasprijs
voor kleinverbruikers;
2. andere brandstofinkoopprijzen dan waarmee in het rapport van
de K.E.M.A. rekening is gehouden;
5. een gewijzigd inflatie-tempo
4. grotere aanloopverliezen dan geraamd, ongeacht de oorzaak;
j. slechtere financiële resultaten tengevolge van een verdergaande
isolatie van de woningen dan is aangenoeraen.
5- Er dient overeenstemming te zijn bereikt omtrent:
a. het gebruik van aardgas voor de warmte—kracht—centrale en voor
de hulpketelcentrales, voor een tijdsperiode van tenminste 20 jaren;
b. toepassing van het grootverbruikerstarief voor aardgas voor de
hulpketelcentrales
c. de afname van de geproduceerde electriciteit tegen de zogenaamde
5.E.P.-vergoeding.
4- Er dienen voldoende waarborgen te zijn, dat de levering van de beno
digde materialen en de uitvoering van de werken geen vertraging in de
woningbouw tot gevolg hebben.
5. De^exploitatie-resultaten van de N.V. Frigas mogen niet nadelig worden
beïnvloed door de exploitatie van het stadsverwarmingsbedrijf