No. 435-
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 januari
1978 (bijlage no. 12);
BESLUIT:
voor het verrichten van herstelwerkzaamheden aan de voormalige boerderij
Kalverdijkje no. 74 een krediet van 100.000,beschikbaar te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Onttrekken aan het openbaar verkeer van een gedeelte van de weg,
genaamd Achter de Grote Kerk.
Bijlage no. 13. Leeuwarden, 19 januari 1978.
Aan de Gemeenteraad.
De Kerkvoogdij van de Nederlands Hervormde Kerk, alhier, heeft
een plan ontwikkeld voor het bouwen van een verbindingsgang tussen
de gerestaureerde Grote Kerk en de ten noorden daarvan, op de hoek
van de Breedeplaats en Achter de Grote Kerk staande kosterijDeze
kosterij is ook gerestaureerd.
Het zal U bekend zijn, dat de Grote Kerk in de toekomst niet
alleen zal worden gebruikt voor het houden van kerkdiensten, maar
dat ook de gelegenheid zal worden geboden in dit gebouw andere
daarvoor in aanmerking komende evenementen te organiseren. In verband
hiermede is het van belang, dat tussen de Grote Kerk en de kosterij
een verbindingsgang wordt gemaakt, opdat de bezoekers enz. van het
kerkgebouw gebruik kunnen maken van de accommodatie, die de kosterij
straks zal bieden (bijv. keuken, toiletten, hal).
Wij hebben ons in beginsel bereid verklaard aan de realisering
van het plan van de Kerkvoogdij medewerking te verlenen.
Deze medewerking zal dienen te bestaan in het verlenen van de
benodigde bouwvergunning en in het bevorderen van het toekennen van
enig zakelijk recht om over de voor de bouw van de gang benodigde
grond de vrije beschikking te verkrijgen. Ten aanzien van het laatste
punt zullen wij U zo spoedig mogelijk een voorstel doen.
In verband met het bepaalde in de artikelen 40 t/m 43 van de
Bouwverordening is het niet mogelijk de benodigde bouwvergunning zonder
meer te verlenen.
Teneinde de mogelijkheid daartoe wel te scheppen is het noodzakelijk,
dat de grond, waarop de verbindingsweg moet worden gebouwd en welke
grond thans nog deel uitmaakt van de openbare straat, genaamd Achter
de Grote Kerk, aan het openbaar verkeer wordt onttrokken.
Wij zijn van oordeel, dat tegen het onttrekken aan het openbaar verkeer
van dit straatgedeelte geen bezwaren behoeven te bestaan, omdat het
algemeen belang zich daartegen niet verzet en het verkeer daarvan
naar onze mening weinig of geen moeilijkheden zal ondervinden.
Ons voornemen tot het onttrekken aan het openbaar verkeer hebben
wij op 12 december j.l. door middel van opneming in een tweetal dag
bladen, door aanplakking op het gemeentelijk aanplakbord en door aan
plakking op of in de nabijheid van het betreffende straatgedeelte
aan eventuele belanghebbenden ter kennis gebracht, onder mededeling
dat bezwaren tegen het opheffen van de openbaarheid tot 3 januari
1978 schriftelijk bij Uw raad konden worden ingediend. Van deze
gelegenheid is binnen de daarvoor gestelde termijn geen gebruik ge
maakt, zodat mag worden aangenomen, dat door deze onttrekking aan
het openbaar verkeer geen belangen van derden worden aangetast.
Op grond van het vorenstaande geven wijU in overweging te be
sluiten overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp'.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer Secretaris.