No. 4976 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 13 april 1978 (bijlage no. 129); Gelet op artikel 84 eerste en tweede lid van de Gemeentewet; BESLUIT: te bepalen dat bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van de burge meester en alle wethouders de burgemeester wordt vervangen door de oudste fractie-voorzitter die aanwezig is en bij ongesteldheid,- afwezigheid of onstentenis van alle fractievoorzitters door het in jaren oudste lid van de gemeenteraad dat aanwezig is. Voor de toepassing van dit besluit wordt onder de oudste fractie—voorzitter verstaan die voorzitter van een der fracties in de gemeenteraad van wie de anciënniteit van zijn raadslidmaatschap het hoogste is of bij gelijke anciën niteit de fractie-voorzitter van die anciënniteit die het oudste in jaren is. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Wijzigen van de Marktverordening en vaststellen van een Verordening op het gebruik van het Openbaar Slachthuis. Bijlage no. 130. Leeuwarden, 13 april 1978. Aan de Gemeenteraad. Een aantal gemeentelijke verordeningen kent delegatiebepalingen. De uitvoering van een of meer artikelen van een dergelijke verordening kan daardoor worden opgedragen aan gemeenteambtenaren. Met name komt het voor, dat de directeur van een gemeentelijke dienst beschikkingen neemt tot het verlenen, weigeren of intrekken van een vergunning. Artikel 211 van de gemeentewet stelt enkele eisen op het punt van de delegatie van de uitvoering van verordeningen aan ambtenaren. Deze eisen zijn: 1. Het duidelijk aanwijzen van de beslissingsbevoegdheid verkrijgende ambtenaar of een duidelijke machtiging aan Burgemeester en Wethouders een zodanige ambtenaar zelf aan te wijzen. 2. Het aangeven van de beroepsmogelijkheid. Het is ons gebleken, dat de Marktverordening en de Verordening op het gebruik van het Openbaar Slachthuis niet aan voornoemde eisen vol doen. In de Marktverordening wordt de directeur van het Markt-, Haven- en Slachthuisbedrijf de bevoegdheid gegeven te beslissen omtrent het ver lenen van bepaalde vergunningen, althans dit zou uit de redac >.j.e van een aantal artikelen kunnen worden afgeleid; duidelijk omschreven is dit echter niet. Voorts is in deze verordening geen beroepsmogelijkheid aangegeven. De Verordening op het gebruik van het Openbaar Slachthuis dateert van 1924 en is reeds geruime tijd aan algehele herziening toe. Daarbij kan tegelijkertijd met het hierboven gestelde rekening worden gehouden. Wij zijn van mening dat het wenselijk is ten aanzien van de hier bedoelde bepalingen zoveel mogelijk eenvormigheid na te streven. Dit kan worden bereikt door deze verordeningen aan te passen naar het voor beeld van de Algemene Politieverordening Leeuwarden. Een en ander houdt in, dat de bevoegdheid tot het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van bepaalde vergunningen of ontheffingen in prin cipe bij ons College wordt gelegd, waarvan wij gemachtigd zijn bepaalde bevoegdheden op te dragen aan ambtenaren. Onder mededeling, dat de Commissie voor het Marktwezen en het Slachthuis zich met dit voorstel kan verenigen stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig de hierbij gevoegde ontwerp-besluiten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 267