- 6 - Artikel 13. Mogelijkheid tot het indienen van bezwaren. 1Burgemeester en Wethouders leggen zo spoedig mogelijk gedurende 4 weken voor een ieder de stukken ter inzage, die betrekking hebben op: a. de aanvraag tot het verlenen van de vergunning; b. het voornemen van het college om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 11, tweede lid; c. de aanvraag van de vergunninghouder tot verlenging van de termijn genoemd in artikel 12, tweede lid. 2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn bestaat voor belang hebbenden de mogelijkheid om schriftelijk gemotiveerde bezwaren in te dienen tegen het verlenen van de gevraagde vergunning, tegen de toe passing van het bepaalde in artikel 11, tweede lid en tegen het ver lengen van de termijn genoemde in artikel 12, tweede lid. 3. De ter inzagelegging en de mogelijkheid bezwaren in te dienen worden bekend gemaakt in één of meer plaatselijk verspreide dag- of nieuws bladen en voorts op de gebruikelijke wijze. 4. Burgemeester en Wethouders delen aan hen, die bezwaren hebben ingediend, alsmede aan de inspecteur en de beheerder de beslissing daaromtrent mede. De beslissing is met redenen omkleed. Artikel 14. Weigering vergunning. 1 De vergunning wordt geweigerd indien het verlenen daarvan in strijd zou komen met het belang van de goede werking van de riolering, van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt en van de bescherming van de belangen van derden tegen nadelen welke hieruit kunnen voortvloeien. 2. De vergunning wordt voorts geweigerd, indien een verzoek van de gemeente aan de beheerder tot wijziging van de aan de gemeente verleende ver gunning is afgewezen en die afwijzing onherroepelijk is geworden. 3. Een beschikking als bedoeld in dit artikel is met redenen onkleed en wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk ter kennis van de aanvrager gebracht 4. Burgemeester en Wethouders zenden een afschrift van hun beschikking, bedoeld in het vorige lid, toe aan de beheerder en aan de inspecteur. Artikel 13 Werking vergunning. 1De vergunning geldt zowel voor degene te wiens naam voor zijn rechtverkrijgenden. 2. Burgemeester en Wethouders schrijven de vergunning houder of diens rechtverkrijgenden over op naam van Zij doen daarvan mededeling aan de beheerder. zij is gesteld als op verzoek van de een rechtsopvolger. - 7 - Artikel 16. Intrekking vergunning. 1 De vergunning kan geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken: a. indien ter verkrijging daarvan verstrekte gegevens zodanig onjuist of anders blijken te zijn dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen, indien bij de behandeling daarvan de juiste gegevens bekend waren geweest; b. indien de inrichting binnen een jaar na de datum van afgifte van de vergunning niet in werking is gesteld; c. indien de inrichting gedurende langer dan een jaar niet in werking is geweest; d. indien de inrichting niet in werking is overeenkomstig de gegevens vermeld bij de aanvraag voor de vergunning; e. indien de aan de vergunning verbonden voorschriften niet in acht worden genomen; f. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzich ten, opgetreden na het verlenen van de vergunning moet worden aangenomen dat het van kracht blijven van de vergunning op onaan vaardbare wijze schade zou opleveren - voor de riolering of voor de goede werking daarvan; - voor de rioolwaterzuiveringsinstallatie of enig ander werk waarop de riolering is aangesloten of voor de goede werking daarvan, dan wel - voor het ontvangende oppervlaktewater en aan dat bezwaar door het stellen van (nadere) voorschriften redelijkerwijze niet of niet voldoende kan worden tegemoet gekomen. 2. De beschikking tot intrekking is met redenen omkleed. Zij wordt niet genomen dan nadat de beheerder en de houder van de vergunning in de gelegenheid zijn gesteld hun oordeel kenbaar te maken. Zij wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk ter kennis van de houder gebracht. 3. Een beschikking tot intrekking van een vergunning blijft, tenzij bij de beschikking in spoedeisende gevallen anders wordt bepaald, buiten werking gedurende de voor het beroep gestelde termijn en de behandeling van het beroep. 4. Burgemeester en Wethouders zenden een afschrift van hun beschikking, bedoeld in het tweede lid, toe aan de beheerder en aan de inspecteur. Artikel 17. Schadevergoeding. 1Indien en voor zover blijkt dat een houder van een vergunning door een wijziging of intrekking van de vergunning schade lijdt, die redelijker wijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te komen, kent de gemeenteraad hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schade vergoeding toe. 2. Het bepaalde in het voorgaande lid vindt geen toepassing indien en voor zover de wijziging of intrekking van de vergunning haar grond vindt in een maatregel van de beheerder ten opzichte van de gemeente. 3. De beschikking van de gemeenteraad is met redenen omkleed en wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk ter kennis van de verzoeker gebracht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 280