- 8 -
Artikel 18.
Beroep
1De aanvrager of houder van een vergunning kan beroep instellen bij de
gemeenteraad tegen een beschikking,
a. tot het niet-ontvankelijk verklaren van de aanvrager in zijn aanvraag;
b. tot het weigeren van een vergunning;
c. tot het intrekken van een vergunning;
d. tot het niet verlengen van de termijn van een vergunning;
e. waarbij voorschriften aan een vergunning worden verbonden of aan
een vergunning verbonden voorschriften worden gewijzigd of aangevuld;
een en ander voor zover die beschikking niet is gegrond op een maat
regel van de beheerder ten opzichte van de gemeente.
2. Voor de toepassing van het voorgaande lid wordt het niet tijdig nemen
van een beschikking op een aanvraag om een vergunning met een beschik
king tot weigering van een vergunning gelijkgesteld.
3. Een beroepschrift ingevolge dit artikel moet gemotiveerd en door degene
die het beroep instelt, ondertekend worden ingediend binnen dertig dagen
na de dag waarop de beschikking is verzonden of uitgereikt. In het
geval bedoeld in het tweede lid staat beroep open totdat alsnog een
beschikking op de aanvraag is genomen, onverminderd het beroep dat
tegen die laatste beschikking openstaat ingevolge het eerste lid.
4. De gemeenteraad beslist op het bij hem ingestelde beroep binnen drie
maanden na de dag waarop het beroepschrift ter gemeentesecretarie is
ingekomen. Hij kan deze termijn eenmaal met ten hoogste twee maanden
verlengen. Van de verlenging wordt voor de afloop van de in de eerste
volzin bedoelde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan degene die
beroep heeft ingesteld.
5. De beslissing van de gemeenteraad is met redenen omkleed. Van de beslis
sing van de gemeenteraad wordt een afschrift gezonden aan degene die
het beroep heeft ingesteld, de inspecteur en aan de beheerder.
Artikel 19.
Commissie van advies.
1. In de gevallen, waarin ingevolge deze verordening van een besluit van
burgemeester en wethouders beroep open staat op de gemeenteraad, brengt
de overeenkomstig de artikelen A 14 en A 15 van de Algemene Politie
verordening Leeuwarden ingestelde commissie aan de gemeenteraad advies
uit over een ingesteld beroep.
2. De in het eerste lid bedoelde commissie handelt met betrekking tot een
beroepschrift, ingesteld ingevolge deze verordening, overeenkomstig
hetgeen daaromtrent is bepaald in artikel A 16 van de Algemene Politie
verordening Leeuwarden.
Artikel 20.
Verbod tot lozing met behulp van versnijdende apparatuur.
Het is verboden vaste afvalstoffen, verontreinigende en schadelijke
stoffen die, in het gebruik dat van een voor bewoning bestemd gebouw
wordt gemaakt, vrijkomen, met behulp van versnijdende apparatuur op de
riolering te lozen.
- 9 -
Artikel 21
Verbods- en gebodsbepaling.
1Het is de houder van een vergunning of een ontheffing ingevolge deze
verordening verboden te handelen in strijd met enig aan die vergunning
of ontheffing verbonden voorschrift.
2. Het is verboden te handelen in strijd met de nadere regels, bedoeld in
artikel 4> eerste lid.
Artikel 22.
Strafbepaling.
Voor zover op overtreding dan wel niet-nakoming van de artikelen 2, 3,
20 en 21 niet reeds straf is gesteld bij artikel 28 van Wet verontreiniging
oppervlaktewateren wordt overtreding daarvan gestraft met hechtenis van
ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.
Artikel 23.
Toezicht op naleving.
Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening wordt
opgedragen aan:
a. de door burgemeester en wethouders aangewezen gemeente-ambtenaren;
b. de door burgemeester en wethouders in overleg met de besturen van de
andere desbetreffende openbare lichamen aangewezen ambtenaren als be
doeld in artikel 25 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren.
Artikel 24.
Opsporing van overtredingen.
Met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten
zijn, behalve de ambtenaren genoemd in artikel 141 van het Wetboek van
strafvordering, belast de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen
ambtenaren
Artikel 25.
Betreden van gebouwen etc.
Aan hen die met het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze
verordening en met de opsporing van de in deze verordening strafbaar ge
stelde feiten zijn belast, wordt de last verstrekt, zo dikwijls de zorg
voor de nakoming van deze verordening zulks vereist, alle bouwwerken, erven
en terreinen, desnoods tegen de wil van de eigenaar of gebruiker, te allen
tijde binnen te treden of te betreden, zulks voor zover het woningen be
treft, met inachtneming van het bepaalde bij de wet van 31 augustus 1853»
Stb83.