(■[■nfltijjln i
I
Nota's "structurering functionele raden en commissies" en "decentralisatie
welzijnsbeleid"
Bijlage no. 144Leeuwarden, 13 april 1978.
Aan de gemeenteraad.
Op 16 januari j.l. werd U de eindrapportage van de Commissie struc
turering functionele raden U ter kennisname aangeboden. In de aanbiedings
brief werd voorgesteld de nota's "Structurering functionele raden en
commissies" en "Decentralisatie welzijnsbeleid", waarin de commissie
verslag doet van haar bevindingen, in de raadsvergadering van 24 april 1978
aan de orde te stellen.
De verslagen van de vergaderingen van de commissie liggen voor U ter inzage.
De beide nota's zijn aan de functionele raden voorgelegd met het verzoek
eventuele opmerkingen voor 1 maart j.l. aan ons kenbaar te maken. Alle
functionele raden alsmede een drietal adviseurs hebben aan dit verzoek
voldaan. De reacties, die voor IJ ter inzage liggen, zijn in de laatste
vergadering van de commissie op 6 april 1978 aan de orde gesteld. Het in
deze vergadering vastgestelde commentaar van de commissie daarop is als
bijlage aan deze raadsbrief toegevoegd.
De commissie structurering functionele raden heeft bij haar instelling
ondermeer als taak meegekregen te adviseren aangaande de vraag of in de
thans van kracht zijnde regelingen met betrekking tot de functionele raden
wijzigingen zouden moeten worden aangebracht en indien dit het geval zou
zijn, welke die wijzigingen zouden moeten zijn.
De algemene conclusie van de commissie is, dat het systeem van functionele
raden zoals dit sinds 1970 bestaat gecontinueerd kan worden, zij het dat op
onderdelen aanpassingen gewenst zijn.
Voor deze aanpassingen verwijzen wij IJ naar de inhoud van de beide nota's.
De commissie heeft zich daarnaast uitvoerig bezig gehouden met de
vraag op welke wijze de gemeentelijke organisatie afgestemd moet worden
op de te verwachten ontwikkelingen met betrekking tot het welzijnsbeleid.
Zoals bekend is het in de afgelopen jaren uit ondermeer de Knelpuntennota
(1974) en uit de opstelling van de verschillende departementen en bewinds
lieden duidelijk geworden, dat maatregelen tot bevordering van bestuurlijke
decentralisatie en regelingen om te komen tot een geïntegreerd welzijns
beleid worden voorbereid.
Deze maatregelen krijgen voorlopig gestalte in de rijksbijdrageregelingen zo
als die inmiddels zijn aangekondigd (en in sommige gevallen al in werking
zijn getreden) voor de kinderdagverblijven, het sociaal-cultureel werk,
het vormings- en ontwikkelingswerk e.d.
Het gemeentelijk takenpakket zal daardoor in aanzienlijke mate uitgebreid
en verzwaard worden.
Zo zullen voor elk van de sectoren waarop een rijksbijdrageregeling van
kracht is vierjarenplannen en jaarlijkse activiteiten-programma's moeten
worden ontwikkeld, die door de gemeenteraad moeten worden vastgesteld.
Voor nadere gegevens omtrent het model van rijksbijdrageregelingen en de
consequenties die zij hebben ten aanzien van gemeentelijke taken verwijzen
wij U naar de regeling voor sociaal-cultureel werk zoals beschreven in
paragraaf 3 van de nota "Decentralisatie welzijnsbeleid" (pag. 15 e.v.).