2. De openbare bibliotheek dient in dit opzicht bij te dragen aan het bevor deren van emancipatieprocessen, d.w.z. van processen welke tot doel hebben die leden van de samenleving, die door strukturele faktoren niet of onvol doende in de gelegenheid verkeren zich zelf als mens te realiseren, te helpen door het kreëren van faciliteiten, waardoor men als mens optimaal kan funktioneren. De openbare bibliotheek draagt hiertoe bij vanuit haar eigen taakstelling: informatieve begeleiding. Iedere bibliotheek afzonder lijk dient in haar beleid rekening te houden met de sociale struktuur van haar werkgebied en vooral met de hierin eventueel aanwezige "achtergeble ven" groeperingen. Ekstra aandacht aan deze groeperingen mag echter niet betekenen dat andere groepen daardoor verwaarloosd worden. Bovenstaande door het Nederlands Bibliotheek- en Lektuurcentrum geformu leerde doelstelling geeft naar onze mening op juiste wijze weer de taak en de plaats in de samenleving welke de openbare bibliotheek dient in te nemen. Bij het te voeren beleid zal deze doelstelling voor ons uitgangs punt zijn. Dit betekent, dat verzoeken om subsidie van de plaatselijke bibliotheken door ons op deze doelstelling zullen worden getoetst en indien deze verzoeken daaraan voldoen binnen de van rijkswege gestelde normen positief zullen worden beoordeeld. b. Aard van het bibliotheekobjekt De realisatie van de doelstelling van de openbare bibliotheek vindt plaats vanuit de objekten van openbare bibliotheekvoorziening die verschillend van aard kunnen zijn, al naar gelang de omvang en de aard van het werkge bied. Onderscheiden worden: 1Bibliotheekvestiging. Hieronder wordt verstaan een permanent objekt van openbare bibliotheek voorziening. De status van het objekt kan zijn die van hoofdbibliotheek, aangesloten hoofdbibliotheek, filiaal en afzonderlijke jeugdbibliotheek. (Besluit Planprocedure, par. j). Voor een stedelijk gebied geldt de algemeen aanvaarde norm van een ak- tieradius per objekt van 800 - 1.000 m, waarmee werkgebieden van rond 10.000 inwoners worden bereikt. Deze norm geldt overigens niet voor de hoofdbibliotheek voorzover deze een topfunktie voor het hele werkgebied heeft. Voor plattelandsgebied wordt uitgegaan van de grotere kernen met een zeker voorzieningenpakket, met lagere scholen en soms vestigingen van l.b.o. of mavo, met een bevolkingsaantal vanaf (1.750-) 2.000. 2. Trailer-bibliobus. Hoewel ook in gebruik in stedelijke wijken en in grotere dorpen voorna melijk als overgangsvoorziening naar een definitieve voorzieningsvorm, is de trailer-bibliobus in bepaalde omstandigheden de maximaal haalbare voorzieningsvorm. Met name voor kernen waar het gemiddelde te verwach ten gebruikerspercentage van de bibliotheekvoorziening van een zodanige omvang is, dat de konventionele bibliobus niet naar redelijke eisen van dienstverlening kan funktioneren, is deze voorzieningsvorm - hoewel wettelijk niet onderscheiden van de bibliobus - in de praktijk een rede lijke tussenvorm gebleken. Qua kollektie, ruimtelijke akkommodatie en uitleentijd heeft de trailer bibliobus een wat minder mobiel karakter. Werkgebied: vanaf 1.000 a 1.250 tot 1.750 a 2.000 inwoners. 5- 3. Bibliobus Deze mobiele voorzieningsvorm is bestemd voor de kleinste woonkernen bij gespreide bewoning en voor kernen met een langgerekte bebouwing zonder een duidelijk centrum. Werkgebied: tot 1.000 a 1.250 inwoners. De aktieradius van een bibliobushalte is te stellen op 1,5 - 2 km. Ter bepaling van de noodzakelijke uitleentermijn per halte wordt uit gegaan van rond 120 uitlening/uur. c. Status van de bibliotheekvestiging. In het Besluit planprocedure (paragraaf 3) wordt het werkgebied van een bibliotheekvestiging bepaald. Daarbij worden een aantal begrippen gehanteerd die de status van de biblio theek in het werkgebied nader aangeven. In de ontwerp-besluiten betreffen de de huisvesting, de kollektie en de termijnen van openstelling worden aan de status van de bibliotheek vestiging konsekwenties verbonden t.a.v. de normering. De status van de vestiging wordt meestal bepaald door struk tuur van de bibliotheekvoorziening als geheel in het betreffende werkge bied. Voor zover van toepassing op onze gemeente onderscheiden wij: 1Hoofdbibliotheek. Op grond van artikel 27 van de Wet is in gemeenten met meer dan 30.000 inwoners één bibliotheek met de status van hoofdbibliotheek die een centrale voorziening vormt voor de filialen en bibliobussen in de gemeen te In gemeenten met minder dan 30*000 inwoners dient de openbare biblio theek een overeenkomst van dienstverlening te sluiten met de provincia- le bibliotheekcentrale die dan de funkties van hoofdbibliotheek vervult. De hoofdbibliotheek wordt ongeacht het aantal overige vestigingen (filialen en bibliobussen) genormeerd op basis van het inwonertal van de gemeente. In de gemeente Leeuwarden doet zich de uitzonderlijke situatie voor dat er zich in het kader van de wet twee zelfstandige bibliotheekinstellin gen bevinden die ieder een hoofdbibliotheek in stand houden, te weten de Openbare Bibliotheek Leeuwarden en de Stichting Katholieke Openbare Uitleen Bibliotheek. Beide bibliotheken hebben als werkgebied de gehele gemeente Leeuwarden, met dien verstande dat de Katholieke Openbare Uit leen Bibliotheek zich specifiek richt op het Rooms Katholiek deel van de bevolking dat in Leeuwarden circa 10.000 zielen omvat. Bij de Open bare Bibliotheek Leeuwarden stonden per 1 januari 1977 23-100 lezers ingeschreven, terwijl bij de Katholieke Openbare Uitleen Bibliotheek per 1 januari 1977 circa 1.050 lezers stonden geregistreerd, waaruit ge concludeerd zou kunnen worden dat niet alle Rooms Katholieke inwoners naar evenredigheid gebruik maken van de faciliteiten van de laatstge noemde bibliotheek. Op grond van artikel 9 van de Wet is het werkgebied van de beide hoofd bibliotheken in Leeuwarden tezamen gelijk aan het grondgebied van de gemeente. De werkgebieden behoren elkaar niet te overlappen. Het is om deze reden dat wij er bij het opstellen van het bibliotheekplan van uit zijn gegaan dat het werkgebied van de Openbare Bibliotheek circa 76.000 inwoners omvat en dat van de Katholieke Openbare Uitleen Bibliotheek circa 10.000. Teneinde aan de uitzonderlijke situatie in Leeuwarden om reden van effi ciency een einde te maken zijn er de afgelopen jaren gesprekken gevoerd tussen de beide bibliotheekbesturen en een vertegenwoordiger van het college van Burgemeester en Wethouders.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 310