- 2 - In bijlage I van het arbitraal vonnis gaan de scheidslieden uitvoerig in op de financiële verhouding tussen de provincie en de gemeente terzake van de levering van elektrische energie. Daarbij wordt voor de jaren na 1977 voorgesteld een systeem te gaan volgen waarbij het jaarlijks verschuldigde bedrag in een rechtstreekse relatie wordt gebracht met de kosten die zich bij de provincie voordoen. Wij merken hierbij op, dat het van de zijde van de gemeente steeds als een bezwaar is gevoeld, dat de relatie met de kosten bij het oude contract niet aantoonbaar, althans niet zichtbaar, was. Het voorstel van de scheidslieden spreekt ons dan ook aan. Het betekent tevens, dat er een nauwer contact ontstaat tussen het provinciaal en het gemeentelijk elektriciteitsbedrijf. Kostenontwikkelingen bij de productie hebben immers rechtstreeks gevolgen voor het gemeentelijk distributiebedrijf. Er zal meer openheid ontstaan bij de uitwisseling van gegevens en overleg over tarief- voorstellen e.d. Omtrent de uitwerking van de voorstellen van de scheidslieden is het overleg tussen provincie en gemeente geopend. Het resultaat van het overleg zullen wij te zijner tijd aan U voor leggen. De scheidslieden hebben in berekeningswijze betrokken, dat de gemeente de kosten van het 2e stroominkooppunt bij Schenkenschans heeft be kostigd, maar dat de daarin begrepen kosten van enkele 100 kV-werken geacht moeten worden tot de transportkosten van de producent te behoren. Voorts zijn de scheidslieden van mening, dat de door een zelfopwekkend bedrijf aan het openbare net geleverde elektriciteit in aanmerking moet worden genomen. Het bovenstaande is een aanbeveling van de scheidslieden en kan dus als een niet-bindend advies worden beschouwd. Wel is duidelijk dat deze aanbeveling van overwegende waarde is voor het overleg tussen de provincie en de gemeente, omdat de daarin neergelegde methodiek immers de grondslag is voor de onder a bedoelde bindende uitspraak. Toepassing van het geëxpireerde stroominkoopcontract op de jaren 1975 tot en met 1977 betekent, dat de kosten van stroominkoop in totaal rond 1.900.000, lager zullen uitvallen dan bij toepassing van het door de provincie aan onze gemeente voorgelegde nieuwe ontwerp-contractDe berekening van dit bedrag ligt voor IJ ter inzage. Voor wat de bestemming van dit bedrag betreft mogen wij U verwijzen naar ons in bijlage 147 opgenomen raadsvoorstel inzake de besteding van saldi van vroegere dienstjaren. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris. Besteding van saldi van vroegere dienstjaren. Bijlage rxo147* Leeuwarden, 13 april 1978. Aan de Gemeenteraad. Blijkens ons in bijlage no. 154 opgenomen voorstel tot het wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van de takken van dienst voor het dienstjaar 1976 (eindwijzigingen) resulteren herbe rekeningen van de uitkomsten van de dienstjaren van vóór 1976 in een meevaller van 3*600.000,Voorts valt de uitkomst over 1976 ten opzichte van het in het beleidsplan 1978-1982 vermelde cijfer met ongeveer 2.400.000,mee. Aan een gedeelte van het bedrag van 6.000.000,te weten 1.500.000,is reeds een bestemming gegeven. Op 8 november 1977 heeft de Raad namelijk besloten een bedrag van 500.000,te srorten in het Universiteitsfonds en op 13 maart 1978 om een bijdrage van 1.000.000,te verlenen in de bouwkosten van de parkeerkelder onder het Wilhelminaplein. Resteert derhalve nog een bedrag van 4*500.000,waaraan alsnog een bestemming kan worden gegeven Inmiddels zijn ook de uitkomsten bekend geworden van de arbitrage inzake het geschil tussen de gemeente en de provincie over het inkoop tarief van de elektriciteit over de jaren tot en met 1977* Terzake wordt verwezen naar het in bijlage no. 146 opgenomen voorstel. Dit levert een bedrag op van 1.900.000,waaraan ook een bestemming kan worden gegeven. In totaal is er derhalve een vrije ruimte van 6.4OO.OOO, waarover nog kan worden beschikt. Ten laste van het bedrag van 6.4OO.OOO,kunnen zowel éénmalige als meerjarige uitgaven worden gedaan. De ruimte voor meerjarige uit gaven komt vrij door onrendabele investeringen ineens af te schrijven en de daardoor te besparen kapitaallasten aan te wenden voor het dekken van de uitgaven, die een meerjarig karakter dragen. Een en ander houdt in, dat naast investeringen ook jaarlijks terugkerende lasten zoals bijvoorbeeld personeelslasten, subsidies enz. in aanmerking komen. Teneinde U in staat te stellen een bestedingsplan te maken voor het bedrag van 6.4OO.OOO,geven wij hieronder een aantal mogelijkheden. Inrichten van een terrein voor kermisexploitanten in Huizum-Dorp. Er moet van worden uitgegaan, dat de ten laste van de gemeente blijvende onrendabele kosten 1.000.000,zullen belopen. In het beleidsplan 1978-1982 is voor dit werk geen specifieke ruimte gereser veerd, omdat het in de bedoeling lag het ten laste van de stelpost voor civieltechnische werken uit te voeren. Gelet op de omvang van deze stelpost lijkt ons dit echter niet goed mogelijk. Verbouw panden Schoolstraat ten behoeve van het jeugdcentrum Hippopo tamus Wij zijn van mening dat het jeugdcentrum Hippopotamus ter plaatse gevestigd dient te blijven. De huidige situatie brengt evenwel mede, dat vrij veel geluidsoverlast wordt veroorzaakt. Om deze geluidshinder veel mogelijk te beperken, zullen maatregelen moeten worden genomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 331