Beschikkende op het beroepschrift, ingekomen op 19 december 1977» van de heer D* Lemstra, Vinkstraat 2 te Leeuwarden, tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders van 29 november 1977» nr. B 3 6 3/77 9 waarbij bouwvergunning is geweigerd voor de bouw van een bijkeuken achter de woning Vinkstraat 2, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie D, nr. 2544? overwegende, dat Burgemeester en Wethouders het aangevochten besluit hebben gegrond op de motivering; dat het bestaande achtererf van genoemde woning niet voldoet aan de eisen, opgenomen in artikel 49» 1e lid, van de Bouwverordening; dat dit achtererf tenminste een strook grond moet bevatten die over de volle breedte van het gebouw aansluit aan de achtergevel en een diepte dient te hebben van ten minste 4 m en dat tengevolge van de gewenste achterbouw dit achtererf praktisch geheel zal zijn volgebouwd; dat in beroep wordt aangevoerd, dat het bestaande achtererf tengevolge van de geringe afmetingen, de ongunstige vorm, en de ligging op het noorden voor appellant geen enkele gebruikswaarde heeft; dat daarentegen door de bouw van de bijkeuken de gebruiksmogelijkheden van de woning zullen toenemen en dat voor en naast de woning nog voldoende open erf aanwezig is; overwegende, dat Burgemeester en Wethouders in hun advies aan de Commissie van 8 februari j.l. in overweging geven het beroepschrift ongegrond te verklaren omdat het nagenoeg volbouwen van het onderhavige achtererf uit een oogpunt van - volkshuisvesting niet verantwoord wordt geacht; dat in dat verband tevens wordt vermeld, dat het bouwplan afwijkt van het inmiddels ter visie gelegde ontwerp-bestemmingsplan "Vogelwijk"; overwegende, dat de bouwaanvrage van appellant is ingediend vbbrdat het ontwerp-bestemmingsplan "Vogelwijk" voor een ieder ter visie werd gelegd» zodat het bouwplan uitsluitend mag worden getoetst aan de bepalingen van de Bouwverordening; dat het bestaande achtererf van de woning van appellant niet voldoet aan alle minimum-eisen, zoals deze zijn opgenomen in artikel 49 van de Bouwver ordening; dat gelet op de zeer geringe afmetingen, de ondoelmatige vorm en de ligging op het noorden, aan dit erf uit een oogpunt van volkshuisvesting nauwelijks enige gebruikswaarde kan worden toegekend; dat evenwel de bouw van de gewenste bijkeuken de gebruiksmogelijkheden van de (kleine) woning van appellant positief zal beïnvloeden; dat tengevolge van de bouw van de bijkeuken belangen van derden niet zullen worden geschaad; dat naar zijn opvatting derhalve de volkshuisvesting meer is gediend bij de bouw van de bijkeuken, dan de handhaving van het bestaande ondoelmatige achtererfje gelet op artikel 47 e.v. van de Woningwet: Nr. 6581. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gezien het advies van de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge de Bouwverordening van 5 mei 1978 (Bijlage nr. l6l); BESLUIT: I. het ingestelde beroep gegrond te verklaren;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 380